direct naar inhoud van Artikel 9 Natuur
Plan: Bestemmingsplan Rivierzone 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.767-0301

Artikel 9 Natuur

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, beheer, herstel of ontwikkeling van de op deze gronden voorkomende landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en natuurwaarden;
  • b. agrarische doeleinden;
  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. wegen ten behoeve van langzaam verkeer;
  • e. wegen ten behoeve van bestemmingsverkeer;
  • f. en tevens voor, voor zover als zodanig op de plankaart aangegeven:
    - toegang tot en opslagvoorzieningen voor een scheepsreparatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1;
    - een rederij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2';

- een terrein voor scouting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1';

- een laad- en losplaats voor schepen ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats'.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van één observatiehut met een maximale oppervlakte van 90 m2 en een maximale hoogte van 10 meter alsmede gebouwde voorziening voor laden en lossen schepen.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. Het aanleggen, aanbrengen of verwijderen van onder- of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
  • b. het vellen, rooien, beschadigen of aanbrengen van houtgewassen;
  • c. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van waterpartijen;
  • d. het aanleggen, verwijderen of verbreden van verharde wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van afmeerplaatsen voor schepen;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 centimeter, waaronder woelen, mengen, diepploegen, afgraven, verlagen, egaliseren en ontginnen.
9.3.1 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht

Het in lid 9.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen;
9.3.2 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke- en natuurwaarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
9.3.3 Advies

Voordat burgemeester en wethouders beslissen omtrent vergunningsverlening dient vooraf een positief advies te zijn uitgebreacht door Rijkswaterstaat (Dienstkring Oost-Nederland) met betrekking tot de toepassing van de Beleidslijn Grote Rivieren.