direct naar inhoud van 3.8 Economisch beleid
Plan: Bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.766-0302

3.8 Economisch beleid

De gemeente heeft haar economische visie en koers voor de middellange termijn vastgelegd in de Economische Agenda Arnhem 2015. De agenda stelt dat in de eerste plaats de basis op orde moet zijn. De gemeente wil daarom zorgen voor een gunstig ondernemingsklimaat door adequate dienstverlening te bieden en geschikte, goed bereikbare vestigingsplaatsen in een stimulerende economische omgeving. In de tweede plaats kunnen de sterke sectoren verder uitgebouwd. Het gaat dan om de verdere versterking als zesde kantorenstad van ons land, en het behalen van winst in de sectoren zorg & welzijn en toerisme & vrije tijd. Tot slot gaat de gemeente Arnhem extra werk maken van haar kansrijke economische clusters: energie- & milieutechnologie en mode & design. Dit zijn bedrijvensectoren, waarin Arnhem bijzonder is en die een sterke basis bieden om een regionale en nationale positie op te bouwen.

De Economische Agenda levert een bijdrage aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van de stad en het tegengaan van de maatschappelijke tweedeling. De agenda bepaalt de gemeentelijke koers en is opgesteld na stadsgesprekken met ondernemers en onderwijs- en kennisinstellingen. De gemeente stimuleert de economische ontwikkeling en is regisseur van het samenspel tussen overheid, ondernemers, onderwijs en onderzoek. In de stadsgesprekken hebben de partners duidelijk gemaakt, wat zij gezamenlijk kunnen en willen doen om het ondernemingsklimaat te versterken.

Arnhem heeft relatief gezien een groot aantal arbeidsplaatsen (rond de 100.000), dat voor een belangrijk deel (ongeveer 35.000) wordt vervuld door niet-Arnhemmers. Het aandeel Arnhemmers met een lage opleiding en met beperkte kansen op de arbeidsmarkt is groot. De aanpak uit de Economische Agenda levert naast banen voor hoog en middelbaar opgeleiden, vooral ook banen voor lager opgeleide inwoners op.

3.8.1 Evenementen

In de nota Regels voor evenementen in Arnhem (maart 2010) zijn de randvoorwaarden vastgelegd waaronder evenementen in Arnhem kunnen plaatsvinden. Arnhem verwelkomt aantrekkelijke en goed georganiseerde evenementen en ondersteunt deze. Tegelijkertijd wil de gemeente voorkomen dat de evenementen onnodige overlast aan omwonenden of schade aan de natuur veroorzaken. Daarom zijn door het college regels vastgesteld en zijn terreinen – ook in de parken – aangewezen waar evenementen kunnen worden georganiseerd. Dit betekent niet dat er op andere locaties geen evenementen kunnen plaatsvinden, maar de randvoorwaarden waaronder zijn dan wel stringenter en worden per evenement via de evenementenvergunning geregeld.


De evenementen vinden in de regel en ook bij voorkeur plaats op de volgende (aangewezen) evenemententerreinen:

  • Sonsbeek-Ronde Weide;
  • Sonsbeek-Grote Vijver (Boerderij);
  • Sonsbeek-Tellegenlaan (Witte Villa);
  • Zypendaal (gazon naast Kasteel);
  • Sonsbeek, terrein plateau Steile Tuin;Sonsbeek, terrein tussen Bezoekerscentrum Sonsbeek en het Nederlands Watermuseum;
  • Park Presikhaaf;
  • Steenfabriek Meinerswijk;
  • Steenfabriek Elden

 
Gelet op het ontbreken van het permanente karakter zijn de evenementen en festivals niet als zodanige activiteiten in het bestemmingsplan bestemd. De activiteiten kunnen worden toegestaan door middel van het evenementenvergunningenstelsel. Bij de vergunningverlening zal worden getoetst aan de in bovengenoemde nota vastgelegde Regels voor Evenementen. Bij het houden van evenementen moet het type evenement per locatie worden beoordeeld naar draagkracht, geluidbelasting, aantal mensen, hinder en dergelijke. Ook wordt getoetst aan de onderlinge samenhang bij gelijktijdige aanwezigheid.

 

 afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0010.jpg"

Afbeelding 10. Het Nederlands Watermuseum

3.8.2 Wijkeconomie

Het stimuleren van 'werken in de wijk' oftewel wijkeconomie, zoals vastgelegd in de gelijknamige Nota Wijkeconomie (2001), blijft een belangrijk thema. De ontwikkeling van (kleinschalige) bedrijvigheid en werkgelegenheid levert een bijdrage aan de verbetering van de leefbaarheid en sociale samenhang in de wijk. In dit verband is het werken aan huis, binnen duidelijk beperkte kaders, toegestaan. Concreet betekent dit dat de gemeente actief blijft bij het stimuleren van woon-werkeenheden en het ontwikkelen van kleinschalige bedrijfsverzamelgebouwen in wijken, bedoeld voor bedrijven in de ambachtelijke bedrijvigheid en de persoonlijke, zakelijke en overige dienstverlening. In dat kader past ook het faciliteren van de bedrijvendynamiek als het gaat om startende bedrijvigheid en zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Tot slot richt wijkeconomie zich in samenhang met het detailhandelsbeleid  eveneens op het behoud en de versterking van de winkel- en horecavoorzieningen in de wijken.

3.8.3 Kantoren

In de Nota Herijking Kantorenbeleid Arnhem 2008 – 2020 staat het herstel van het evenwicht in de kantorenmarkt centraal. Hiertoe wordt ingezet op hergebruik van langdurig leegstaande kantorenpanden, alsmede het beperken en faseren van nieuwbouwplannen. Nieuw kantorenprogramma wordt beperkt tot een gelimiteerd aantal strategische locaties in de stad (onder andere Arnhem Centraal, Rijnboog, Arnhems Buiten en IJsseloord II). Ontwikkeling van kantoren buiten deze locaties is in principe ongewenst.

Dit bestemmingsplan sluit hier zoveel mogelijk op aan. Voor de functie 'kantoren' wordt minder ruimte geboden gezien het aanzienlijke aanbod van leegstaande kantoorruimte en de ongeschiktheid van de wijken Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt als locatie voor concentratie van kantoren.

Het bestemmingsplan blijft wel mogelijkheden bieden voor diverse andere (economische) functies. Dit past ook bij de huidige economische tijd, met een grotere diversiteit in functies en meer combinaties/uitwisseling van functies.

3.8.4 Detailhandel

Met de nota Detailhandelsbeleid Arnhem: herijking 2008 is het beleid voor detailhandel geactualiseerd. Centraal in de nota staat hoe het beste op ontwikkelingen kan worden ingespeeld om Arnhem haar positie als belangrijk koopcentrum te laten behouden en hoe de positie kan worden versterkt. Tevens hoe een evenwichtig detailhandelsaanbod voor de consument in de binnenstad, de stadsdeelcentra, de buurt- en wijkcentra en op de perifere locaties kan worden behouden en opgebouwd. De beleidsuitgangspunten in het detailhandelsbeleid uit 2001 zijn niet gewijzigd. De belangrijkste aanbevelingen en actiepunten in de nota zijn:

  • stimuleren van gebiedsprofielen voor de binnenstad;
  • ontwikkelen van het Woonwinkelcentrum in Centrum Zuid;
  • planologisch vastleggen van het themacentrum Wonen in Centrum Zuid;
  • plannen voor Kronenburg begeleiden;
  • uitbreiding van supermarkten in Arnhem Noord;
  • stimuleren van de verplaatsing van detailhandel op bedrijventerreinen en solitaire locaties;
  • stimuleren van de komst van gewenste detailhandel;
  • onderzoek naar regionale en lokale koopstroomontwikkelingen;
  • stimuleren en ontwikkelen van wijkeconomie.

Het is van belang, zeker in economisch mindere tijden en met continu veranderend consumentengedrag, dat men blijft investeren in het up-to-date houden en waar nodig versterken van het bestaande winkelapparaat. Bovendien wordt het vestigen van ontbrekende en vernieuwende formules gestimuleerd.

3.8.5 Toerisme en vrije tijd

In het stadsprogramma "Arnhem Aantrekkelijke Centrumstad" is de economische opgave "meer (toeristische) bezoekers en bestedingen" opgenomen. Toerisme en Vrije Tijd is in de Economische Agenda 2015 benoemd als sterk segment, dat we verder willen uitbouwen.

Beleidsmatige afwegingen en het creëren van de juiste randvoorwaarden hiervoor vinden plaats binnen de verschillende reeds belegde deelterreinen zoals horecabeleid, hotelbeleid, cultuurbeleid, sportbeleid, evenementenbeleid, openluchtrecreatie, binnenstadsbeleid, toeristische marketing, citymarketing en erfgoedbeleid. Met uitzondering van 'openluchtrecreatie' gelden voor al deze deelterreinen vigerende beleidsplannen. Er is (nog) geen overkoepelend beleidsdocument 'Toerisme en Vrije Tijd'. Voor vormen van 'Leisure' die niet vallen onder de hiervoor genoemde terreinen – veelal commerciële functies als bioscopen, bowlingbanen, fitnesscentra en dergelijke – is geen vigerend beleidsdocument. Deze vallen in de bestemmingsplancategorie 'recreatie'.

Er wordt gewerkt aan een actieplan 'toerisme en vrije tijd', waarin onder andere aandacht is voor de onderlinge verbindingen tussen de hiervoor genoemde beleidsterreinen, samenhangende doelstellingen én een samenhangend actieplan.

3.8.6 Horeca

De horecanota Gastvrij Arnhem (2005) geeft de uitgangspunten aan voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling ten aanzien van horeca. Hoofdlijn van de nota is de randvoorwaardenscheppende en faciliterende rol van de gemeente, zodat een evenwichtig aanbod van horeca ontstaat. Horecaontwikkeling is afgestemd op de functie van het gebied. De ontwikkeling van de attractieve stad vraagt om horecaontwikkeling met name in de binnenstad en omgeving. In de detailhandelgebieden (Kronenburg, Presikhaaf) heeft horeca vooral een belangrijke ondersteunende functie voor de detailhandel. Ook in de toeristische centra van de stad heeft de horeca een ondersteunende functie. In woonwijken heeft horeca een verzorgende functie. En langs de radialen heeft het een bovenwijkse of stedelijke functie.

Het gemeentelijk beleid krijgt mede gestalte door vergunningverlening en handhaving. Dit gebeurt integraal; dat wil zeggen dat de verschillende beleidsterreinen op elkaar worden afgestemd (bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, voedsel- en brandveiligheid, milieu, gezondheid). Zo ontstaat duidelijkheid voor de horecaondernemers en andere belanghebbenden. Daarnaast wil de gemeente een goede gesprekspartner zijn voor ondernemers en ontwikkelingen stimuleren.

3.8.7 Hotels

De Gemeenteraad heeft in 2008 ruimte geboden voor de ontwikkeling van één of meer hotels in de binnenstad (gebied binnenstad, inclusief de singels en het Coehoorngebied). De gemeente werkt mee aan het bouwvergunning- en planologisch traject voor een hotelontwikkeling. Als criterium is gesteld dat het moet gaan om hotels:

  • in het hogere segment, die zowel de zakelijke als de toeristische markt bedienen;
  • die door hun uitstraling zich onderscheiden en het imago van Arnhem als innovatieve en creatieve stad versterken (bijv. een designhotel);
  • die de parkeerbehoefte in of nabij het pand oplossen.

De marktruimte is bepalend voor de uitbreidingsruimte. Een hotelontwikkeling is ook mogelijk buiten de binnenstad. Bij deze ontwikkelingen wordt per geval bestuurlijk beoordeeld of de ontwikkeling een meerwaarde oplevert voor de toeristische ontwikkeling van Arnhem.