De op de plankaart voor agrarisch gebied met landschappelijke en natuurwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- agrarisch gebruik, met dien verstande dat een gebruik als intensieve veehouderij niet is toegestaan;
- verkeersdoeleinden;
- recreatief medegebruik (wandelen, fietsen en paardrijden);
- beheer, herstel en onderhoud van landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen, ter plaatse van de aanduiding "beken en sprengen";
- A-watergangen;
- behoud, herstel en versterking van aanwezige kwetsbare landschapselementen;
- behoud, herstel en versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, waaronder begrepen "open enk" waar dit op de plankaart staat aangegeven;
- dependance, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding;
- pension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding;
met de daarbij behorende bouwwerken.
Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 4 genoemde specifieke vrijstellingen respectievelijk de in lid 3 opgenomen nadere eisen.
Bebouwing | maximale grondoppervlakte/ inhoud | max. goothoogte | max. hoogte | bijzondere bepalingen | ||
Bedrijfsgebouwen | Bebouwingsvlak | 6 m | 8,5 m (4) | de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m | ||
Bedrijfswoningen | 750 m³ | 4 m | - voor het bepalen van de inhoud worden de deel, dependances en inpandige garages en bergingen meegeteld; - per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan; - de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m |
|||
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen | 85 m2 | 3 m | 5 m | - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden opgericht (4c) - de afstand van bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m |
||
Dependance | aanduidingsvlak plankaart | zie plankaart | zie plankaart | - een dependance heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen - een dependance mag niet worden uitgebreid, met inbegrip van dakkapellen, erkers en balkons |
||
Andere bouwwerken | andere bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bebouwingsvlak, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen en andere bouwwerken voor teeltondersteunende voorzieningen; | |||||
- Mestsilo's - Sleufsilo's |
2.500 m2 |
6 m 4 m |
||||
Overige silo's | 10 m | |||||
Erf- en Terrein-afscheidingen | 1, 5 m | voor zover erfafscheidingen zijn gelegen binnen het bebouwingsvlak en achter de voorgevel van de bedrijfswoningen of het verlengde daarvan bedraagt de hoogte maximaal 2 m (4g) | ||||
Antenne-installaties | 15 m | |||||
Paardenbakken | 2 m | - indien de paardenbak geen onderdeel vormt van de bedrijfsactiviteiten zoals bepaald in lid 1 geldt dat er maximaal één paardenbak per bedrijfswoning is toegestaan - uitsluitend in samenhang met een vrijstelling als bedoeld in lid 6 sub e zijn andere bouwwerken ten behoeve van een paardenbak buiten het bebouwingsvlak toegestaan |
||||
Overig | 6 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bebouwingsvlak teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren. Dit uitsluitend voorzover noodzakelijk geacht ten behoeve van een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing binnen de omgeving.
Vrijstellingen als bedoeld in dit lid kunnen alleen worden verleend voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in lid 2 van dit artikel bepaalde:
- voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan;
- voor het buiten het bebouwingsvlak oprichten van bouwwerken met een grondoppervlakte van maximaal 50 m2 per agrarisch bedrijf en een hoogte van maximaal 3 m, mits dat noodzakelijk is in verband met een doelmatige bedrijfsvoering en de bebouwing niet binnen het bebouwingsvlak zelf kan worden opgericht;
- voor het oprichten van een bij een burgerwoning toegestane, maar buiten het bestemmingsvlak "Woondoeleinden" gesitueerde stalruimte voor hobbymatig gebruik met een oppervlak van maximaal 50 m2 en een hoogte van maximaal 3 m, mits de bebouwing op grond van stedenbouwkundige en/of landschappelijke overwegingen niet binnen het vlak met de bestemming "Woondoeleinden" kan worden opgericht en direct aansluitend bij (het erf van) de burgerwoning minimaal 1 ha grond hoort;
- voor het buiten het bebouwingsvlak oprichten van een stalruimte voor hobbymatig agrarisch gebruik met een oppervlakte van maximaal 25 m² en een hoogte van maximaal 3 m, met dien verstande dat de stalruimte, voor zover niet gelegen aan een ter plaatse aanwezige ontsluitingsweg, dient te worden gesitueerd binnen een afstand van 50 m vanuit op de plankaart aangeduide wegen en bij de stalruimte blijvend ten minste 1 ha grond hoort, waarop de stalruimte wordt gebouwd;
- voor het ten behoeve van de privacy oprichten van een terrein- of erfafscheiding binnen het bebouwingsvlak tot een hoogte van 2 m voor de voorgevelrooilijn bij woningen, mits dit op grond van sociale- en verkeersveiligheidsredenen aanvaardbaar is.
Naast de algemene gebruiksbepalingen van artikel 3.1, met daarin ondermeer bepalingen omtrent het gebruik binnen de op de plankaart aangeduide waarden, gelden de volgende specifieke bepalingen:
- Wonen
Grond behorende bij woningen, maar gelegen buiten de bestemming "Woondoeleinden" mag, als zijnde een aan het landelijk gebied verwante activiteit gebruikt worden als moestuin en het hobbymatig weiden van vee; - Niet toegelaten bedrijven
Behoudens bestaande bedrijven zijn niet toegestaan:- wormen-, maden- en viskwekerijen en fokkerijen en mesterijen van ganzen, eenden en kalkoenen, voor zover dit in de open lucht plaatsvindt;
- pelsdierhouderijen, voor zover dit in de open lucht plaatsvindt.
- paardenbakken
Het is niet toegestaan de gronden gelegen buiten het bebouwingsvlak te gebruiken ten behoeve van paardenbakken; - kamperen bij de boer
Kamperen bij de boer is niet toegestaan.
Vrijstellingen als bedoeld in dit lid kunnen alleen worden verleend voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
- Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in lid 5 van dit artikel bepaalde:
- voor het realiseren van paardenbakken behorende bij een agrarisch bedrijf maar gelegen buiten het bebouwingsvlak;
- voor het realiseren van maximaal één paardenbak behorende bij een woning maar gelegen buiten de bestemming "Woondoeleinden";
met dien verstande dat:
- de gehele paardenbak binnen een afstand van 75 meter van het betreffende bebouwingsvlak of bestemmingsvlak gesitueerd dient te worden;
- er geen onevenredige hinder tengevolge van de paardenbak mag optreden bij andere (bedrijfs)woningen, in ieder geval mag de afstand tussen enig punt van de paardenbak en een ander bebouwingsvlak, woonbestemmingsvlak of bedrijfsbestemmingsvlak niet minder dan 50 meter bedragen;
- de hoogte niet meer dan 2 meter bedraagt;
- de realisatie binnen het betreffende bebouwingsvlak danwel binnen het betreffende bestemmingsvlak aantoonbaar niet haalbaar is.
- Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 en 5, ten behoeve van het:
- binnen een bebouwingsvlak en maximaal 50 m direct aansluitend daarbuiten gebruiken van gronden, in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en gedurende maximaal zes weken in die periode voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, en
- binnen een bebouwingsvlak van daarbij behorende, niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals sanitaire ruimten, en andere bouwwerken, tot een gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen van 50 m², een goothoogte van 3 m en een hoogte van 5 m,
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |