Plan:
Ugchelen
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 2.13 Groenvoorzieningen

1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;
  2. vijvers en watergangen;
  3. fiets- en voetpaden;
  4. speelvoorzieningen;
  5. hondenuitlaatplaatsen;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. evenementen;
  8. beheer, herstel en onderhoud van landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen, ter plaatse van de aanduiding "beken en sprengen";

met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen speel- en klimtoestellen.

2 Bebouwing

Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 3 genoemde specifieke vrijstellingen.

Bebouwing Maximale grondoppervlakte Maximale goothoogte Maximale hoogte Bijzondere bepalingen
Andere bouwwerken , niet zijnde overkappingen     speel- en klimtoestellen: 4 m
waterrad: 3,5 m
overig: 2,50 m
- van de hoogtebepaling zijn bruggen uitgezonderd- ter plaatse van de aanduiding "beken en sprengen" mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van het beheer hiervan (3b)

3 Vrijstellingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 2 bepaalde voor:

  1. het oprichten van bebouwing anders dan ten behoeve van het beheer van de beken en sprengen, indien en voor zover:
    1. uit overleg met de beheerder van de beek of spreng blijkt, dat daartegen uit hoofde van dat beheer geen bezwaar bestaat;
    2. de landschappelijke en ecologische waarden van de beek of spreng niet worden aangetast;
  2. ten behoeve van het bouwen van speel- en klimtoestellen tot een hoogte van 6 meter, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld en dit voor de omringende woningen geen onevenredige hinder oplevert.

4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken.

5 Gebruik van niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt met dien verstand dat:

  1. ter plaatse van de aanduiding "ondergronds parkeren" het parkeren uitsluitend ondergronds dient plaats te vinden,
  2. ter plaatse van de aanduiding "loopbrug", loopbruggen mogen worden gebouwd.

6 Aanlegvergunning

Artikel 3.4 is van toepassing op gronden als bedoeld in lid 1 sub h (beken en sprengen).