direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Wieselsedwarsweg 28 Wenum Wiesel
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.ov1038-vas1

Ruimtelijke onderbouwing

behorende bij de Wieselsedwarsweg 28 Wenum Wiesel op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30 Wabo

Hoofdstuk 1 INLEIDING

1.1 Inleiding

Het bestemmingsplan Wenum Wiesel en buitengebied is vastgesteld door de gemeenteraad op 3 oktober 2013 en onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 december 2014. Deze ruimtelijke onderbouwing betreft de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het plaatsen/verplaatsen van lichtmasten en het aanleggen van een kunstgrasveld aan de Wieselsedwarseweg 28.
Het bestemmingsplan Wenum Wiesel en buitengebied voorziet ten onrechte niet in de mogelijkheid tot het plaatsen van lichtmasten. Bij de toetsing is gebleken dat de lichtmasten niet in de bebouwingstabel behorende bij de bestemming sport staan aangegeven. Een omgevingsvergunning via de reguliere procedure kan derhalve niet voor de lichtmasten worden verleend. Ook is vastgesteld dat het gebruik als voetbalveld niet goed in het bestemmingsplan is geregeld. De aanleg van een kunstgrasveld ter vervanging van het bestaande speelveld is niet omgevingsvergunningplichtig en valt binnen het bestaande gebruik.

1.2 Wettelijk kader omgevingsvergunning

Op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 30 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) kan voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan een omgevingsvergunning worden verleend mits dat gebruik niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Burgemeester en wethouders zijn pas bevoegd deze omgevingsvergunning te verlenen, nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft. De gemeenteraad mag deze verklaring alleen weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening. De gemeenteraad kan categorieën van gevallen aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist.
Op 7 oktober 2010 heeft de gemeenteraad de 'Notitie Procedure inzake verklaring van geen bedenkingen Wabo' vastgesteld. In deze notitie zijn de categorieën van gevallen aangewezen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Voor die categorieën van gevallen kunnen burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a onder 30 Wabo verlenen zonder dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven. Daarbij gaat het om situaties waarbij de gemeenteraad kaderstellende uitspraken heeft gedaan zoals gebiedsvisies, beleidsnota's etc. Uitgangspunt bij de actualisering van bestemmingsplannen is dat geldende rechten worden gehandhaafd. Apeldoorn hanteert standaaardregels voor de bestemmingsplannen voor het buitengebied. Daaronder vallen ook regels voor de sportterreinen. Standaard worden er in de buitengebiedplannen onder de bestemming sport lichtmasten toegestaan. In het voorheen geldende bestemmingsplan (dus het plan dat gold voor Wenum Wiesel en buitengebied) was het terrein bestemd tot sportvoorzieningen. Krachtens de hierbij behorende voorschriften zijn lichtmasten toegestaan met een maximale hoogte van 15 meter.
In het thans geldende bestemmingsplan Wenum Wiesel en buitengebied zijn op het sportterrein van WWNA in plaats van lichtmasten echter abusievelijk antennes opgenomen. Nu de raad eerder kaderstellende uitspraken heeft gedaan waarbij geldende rechten (lees de mogelijkheden van het voorheen geldende bestemmingsplan) worden gerespecteerd en er in deze situatie sprake is van foutherstel, kunnen lichtmasten bij sportterreinen onder de reikwijdte van de algemene verklaring van geen bedenking vallen.
In het herstelbestemmingsplan voor Wenum Wiesel en het buitengebied zal de omissie worden rechtgezet. Vooruitlopend daarop zal via deze procedure van de Wabo, vergunningverlening mogelijk worden gemaakt.

Hoofdstuk 2 BESCHRIJVING INITIATIEF

2.1 Bestaande situatie

In 1947 werd de voetbalclub WWNA (Wenum Wiesel Noord Apeldoorn) opgericht. Vanaf de oprichting is de voetbalclub gelegen aan de Wieselsedwarsweg 28.

Op onderstaande luchtfoto is de huidige situatie anno 2016 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.ov1038-vas1_0001.png"

Luchtfoto 2016

Het terrein van de voetbalvereniging bestaat uit drie velden en een trainingsveld. Aan de entree van het sportcomplex staat het hoofdgebouw. Hierin zijn de kleedkamers en de kantine gelegen. Vlak daarnaast is een berging gesitueerd. De vereniging telt ruim 500 leden.

Het aangelegde kunstgrasveld verving het bestaand grasveld. Het gehele complex ziet er als volgt uit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.ov1038-vas1_0002.png"

 

Inrichtingstekening

2.2 Het plan

Op 16 mei 2014 is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het plaatsen/verplaatsen van lichtmasten, het kappen van 2 berken en 4 eiken en het aanleggen van een kunstgrasveld op het bestaande voetbalcomplex aan de Wieselsedwarsweg 28 in Wenum Wiesel.
De omgevingsvergunning is op 25 augustus 2014 verleend.
Naar aanleiding van ingediende bezwaren tegen de omgevingsvergunning is gebleken dat de aanvraag niet voldoet aan het bestemmingsplan Wenum Wiesel en buitengebied. Vanwege strijdigheid met dit bestemmingsplan kan er geen reguliere omgevingsvergunning worden verleend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.ov1038-vas1_0003.png"Uittreksel geldend bestemmingsplan

Bij de heroverweging is geconstateerd dat de bouwhoogte van de bestaande lichtmasten niet is geregeld. Ook de toegelaten - bestaande - sportactiviteiten zijn abusievelijk onder categorie 1 gerangschikt. Lichtmasten bij voetbalvelden zijn echter gebruikelijke voorzieningen. Daarbij moet echter wel worden voldaan aan de voorschriften uit het Actviteitenbesluit.

Hoofdstuk 3 UITVOERBAARHEID

3.1 Milieuaspecten

3.1.1 Inleiding

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro), dat in artikel 5.20 Wabo van toepassing is verklaard op de omgevingsvergunning die wordt verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30 Wabo, moet de gemeente in de ruimtelijke onderbouwing een beschrijving opnemen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar lichtmasten beschreven.

Licht
Het Activiteitenbesluit milieubeheer is van toepassing op sportparken en sportvoorzieningen. Hierin staan regels voor lichthinder van lichtmasten. Deze regels zijn voor alle sportparken in Nederland identiek. Na 23.00 uur moeten de lichtmasten uit zijn. Incidenteel mogen er toernooien en wedstrijden na 23.00 uur plaatsvinden. Hiervoor kan 12 keer per jaar een ontheffing voor worden gegeven.
Het Activiteitenbesluit bevat een zorgplicht ten aanzien van lichthinder van sportcomplexen. Onder de zorgplicht met betrekking tot lichthinder valt het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinderlijke lichtverschijnselen in woon- of slaapvertrekken van woningen als gevolg van lichtinstallaties. Verder kent het Activiteitenbesluit geen bepalingen inzake lichthinder.
Uit de toelichting bij het Activiteitenbesluit blijkt dat de invulling van deze zorgplicht moet worden afgeleid uit de "Algemene Richtlijnen betreffende lichthinder" van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Het eerste deel van deze richtlijn bevat de volgende regels voor sportcomplexen op het gebied van lichthinder:
· de verlichting dient tussen 23.00 uur en 07.00 uur te zijn uitgeschakeld;
· de verlichting dient te worden uitgeschakeld indien geen sport wordt beoefend, noch onderhoud plaatsvindt;
· de verlichting dient zodanig te worden uitgevoerd dat directe lichtinstraling op lichtdoorlopende openingen in gevels of daken van woningen wordt voorkomen.
Nadere eisen
Voor lichthinder kan de gemeente nadere eisen stellen. Dit is mogelijk met betrekking tot:
1. Maatregelen voor het voorkomen of beperken van lichthinder;
2. Onderzoek naar maatregelen voor het beperken van lichthinder als dat door afscherming en afstelling van de verlichting niet wordt voorkomen of beperkt.

Deze richtlijn is inmiddels voor een groot aantal sporten nader gespecificeerd. Voor hockey is dit bijvoorbeeld gedaan in de publicatie "Verlichting voor Sportaccommodaties Hockey" en voor voetbal in de publicatie "Verlichting voor Sportaccommodaties Voetbal". In deze publicaties wordt per locatie waar het sportveld is gelegen aangegeven hoe fel het licht mag zijn en op welke tijdstippen het licht mag branden. Ook lamptypen, afschermkappen en armatuur worden beschreven.
In het algemeen geldt voor de typering landelijk gebied op de gevel een lichtsterkte van 5 lux in de avondperiode (19.00 tot 23.00 uur). Ook gelden er per armatuur normen voor lichtsterkte deze is aangegeven in cd (candela). Dit is 7500 cd.

Bron: algemene richtlijn betreffende lichthinder Deel 1 Algemeen en Grenswaarden voor sportverlichting, tabel 1 (HI 103)

De verticale verlichtingssterkte is een maat voor de hoeveelheid licht dat verticaal op een vlak (bv raam) invalt, uitgedrukt in lux. De lichtsterkte is een maat voor de hoeveelheid licht die in een bepaalde richting door een armatuur wordt uitgestraald, oftewel de intensiteit van het licht die wordt waargenomen, uitgedrukt in candela. Er geldt voor beide parameters dat getoetst wordt aan de normstelling bij de lichtgevoelige bestemmingen zoals woningen.

3.1.2 Lichthinder

Onderzoek is ingesteld naar de lichtsterkte bij vier woningen aan de Wieselsedwarsweg. Het lichtonderzoek (8 september 2016, kenmerk 00409-11241-01) voor de aanvraag is in opdracht van gemeente Apeldoorn door DPA Cauberg-Huygen B.V. uitgevoerd. Het onderzoek is beoordeeld door de Omgevingsdienst Veluwe IJssel. Uit de beoordeling blijkt dat in de huidige/feitelijke situatie wordt voldaan aan de richtwaarde/norm. De gemeten waarden nabij de woningen zijn aanzienlijk lager dan de grenswaarden in de Richtlijn Lichthinder. Wel moet vermeld worden dat de masten niet voldoen aan de gewenste eisen die uitgesproken zijn door de sportvereniging en dat bij vervanging van de lampen in de toekomst een toename van de lichtsterkte in de omgeving is te verwachten. In de omgevingsvergunning wordt als voorwaarde opgenomen dat voldaan moet worden aan de grenswaarden voor verlichtingssterkte Ev zodat lichtsterkte in voldoende mate beperkt dan wel voorkomen wordt.

3.2 Archeologie

Het perceel heeft naast de bestemming Sport tevens de dubbelbestemming Waarde archeologie middelhoog. Voor grondwerkzaamheden dieper dan 0,35 m onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 100 m², is een omgevingsvergunning nodig. Deze vergunning is hier niet aan de orde.

3.3 Financieel-economische uitvoerbaarheid

De (aangebrachte) voorzieningen worden door de voetbalvereniging bekostigd.