direct naar inhoud van 2.6 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
vastgesteld
NL.IMRO.0200.ov1019-vas1

2.6 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

De bepalingen voor standplaatsen zijn geformuleerd in de Algemene plaatselijke verordening. Hierin is opgenomen dat het verboden is om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen met als doel goederen of diensten aan te bieden.

Een standplaatsvergunning kan aan de hand van de APV worden geweigerd in het belang van de openbare orde, het voorkomen en beperken van overlast en bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving. Ook kan de vergunning worden geweigerd in het belang van de verkeersvrijheid of-veiligheid en wegens strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Ten slot ontstaat een weigeringsgrond wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.