vastgesteld |
NL.IMRO.0200.ov1006-vas1 |
Ruimtelijke ontwikkelingvisie 2020
Deze visie, welke in 2002 als structuurplan voor het stedelijk gebied van Apeldoorn is vastgesteld, formuleert de ambities met betrekking tot het programma voor wonen, werken en voorzieningen. De visie vormt het ruimtelijk concept voor stad en landschap. De ambities zijn als volgt omschreven:
- De groene mal als embleem voor het versterken van het groene imago van de stad.
- Apeldoorn regio centrum gepositioneerd in de stedendriehoek als versterkt centrum voor wonen, werken en voorzieningen.
- Differentiatie van het bestaand stedelijk gebied door een rijk geschakeerd aanbod en een gevarieerde vraag.
- Zorgvuldig ruimtegebruik middels verdichten en verdunnen in het stedelijk netwerk met versterking van de kansen voor fiets en hoogwaardig openbaar vervoer.
- Het koesteren van de omgevingskwaliteit door op alle schaalnivo's en in diverse sectoren te werken aan de leefbaarheid.
Aan de hand van de ambities zijn de programma's voor wonen, werken, groen, voorzieningen en milieu bepaald. Door deze programma's met elkaar te combineren is het gewenste ruimtelijke en functionele beeld van Apeldoorn in 2020 ontstaan.
Dat beeld gaat uit van een kwaliteitsstad waarin groen een belangrijke stempel drukt op de identiteit van Apeldoorn. Onderdeel hiervan is de ontwikkeling van een stedelijk uitloopgebied ten noordoosten van de stad.
Groene Mal
Als uitwerking van het gemeentelijke structuurplan is de Groene Mal van Apeldoorn vastgesteld. De Groene Mal geeft een samenhangende groenstructuur voor de stad en directe omgeving. De Groene Mal heeft als uitgangspunt het herstel, versterken en ontwikkelen van zeven belangrijke groene structuren in de stad.
Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd.
Behoud en versterking van het groen in Apeldoorn heeft dus een hoge prioriteit.
De Groene Mal richt zich expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen. Weteringse Broek vormt één van de grote groengebieden.
In de grote groengebieden gaat het om het behouden, versterken en ontwikkelen van een aantrekkelijke combinatie van landbouwgebied, water, bos, natuur en recreatieve voorzieningen. Daarnaast is er sprake van groene wiggen, groene zones die een verbinding leggen tussen de stad en de grote groengebieden. De groene wig Wolvenbos (tussen de Oost-Veluweweg en het Apeldoorns Kanaal) en de groene wig Zuidbroek sluiten aan op het Weteringse Broek. De weteringen in het gebied vormen de verbindingen tussen de grote groengebieden onderling; ook hier gaat het om het combineren van natuurlijke én recreatieve verbindingen. Voor de verschillende onderdelen van de Groene Mal zijn en worden Gebiedsvisies ontwikkeld. De gebiedsvisie Weteringse Broek is in 2007 vastgesteld.
Visie Weteringse Broek
Het Weteringse Broek vormt één van de drie grote groengebieden uit de Groene Mal. Met de ontwikkeling van het Weteringse Broek ontstaat een recreatief aantrekkelijk landschap van 500 ha groot voor de bewoners van Zuidbroek, de omringende dorpen en het gebied zelf. In 2007 hebben de colleges van B&W en de gemeenteraden van Apeldoorn en Voorst én het bestuur van Waterschap Veluwe ingestemd met de Gebiedsvisie Weteringse Broek (zie bijlage).
De opgave uit de Gebiedsvisie (zie onderstaande kaart) is het realiseren van: 100 tot 110 ha natuur, 14 kilometer fietspad, 10 kilometer wandelpad, recreatieve voorzieningen, een extra snelwegoversteek, waterberging, een ecologische verbindingszone en een recreatief knooppunt. In de Intentieovereenkomst Weteringse Broek (2007) hebben de drie partners hun samenwerking bezegeld voor de uitvoering van deze visie. De ambitie is om eind 2012 het project gerealiseerd te hebben, met een doorloopmogelijkheid tot 2015.
Binnen de visie zijn diverse projecten opgenomen. De twee natuurontwikkelingslocaties maken deel uit van het project 'Verbindingskanaal en Beemterweg', de locatie voor de recreatieve ontmoetingsplek van het project 'Groot Lochem'.
Voorontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Noordoost
Er is een nieuw bestemmingsplan in procedure voor het buitengebied ten noordoosten van de stad. In het voorontwerp zijn regelingen opgenomen die uitvoering van de projecten uit de Gebiedsvisie Weteringse Broek mogelijk maken. Zo is voor de twee natuurontwikkelingslocaties grotendeels een natuurbestemming opgenomen. Een resterend perceel binnen één locatie, met nu nog een agrarische bestemming, krijgt in het ontwerp-bestemmingsplan ook een natuurbestemming. Voor de locatie van de recreatieve ontmoetingsplek is in het voorontwerp een agrarische bestemming opgenomen waarbinnen recreatief medegebruik in de vorm van onder andere wandelen en fietsen is toegestaan. Uitgangspunt is om in het ontwerp-bestemmingsplan de bestemmingsregeling voor deze locatie voorzover nodig nader af te stemmen op de voorgestane ontwikkeling.
Nota I-cultuur
De nota I-cultuur is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 februari 2006. Kern van de nota is dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit. Hiervoor wordt een cultuurhistorische analyse van een gebied gemaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de aanwezige (boven- en ondergrondse) cultuurhistorische waarden. Naast het vastleggen van kennis over landschap, geomorfologie, stedenbouw, archeologie en architectuur geeft de analyse aanbevelingen over de inzet van deze waarden in nieuwe ontwikkelingen. Bij de nota horen een archeologische en een cultuurhistorische beleidskaart.
Archeologische beleidskaart
De archeologische beleidskaart doet op perceelsniveau een uitspraak over de trefkans van archeologische resten. De trefkans kent drie gradaties:
- Hoge trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
- Gemiddelde trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch bureauonderzoek verplicht, afhankelijk van de uitkomsten kan veldonderzoek verplicht worden. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
- Lage trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is een archeologische quick-scan vereist, afhankelijk van de resultaten wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Behoud van archeologische waarden wordt aanbevolen.
Cultuurhistorische beleidskaart
Op de cultuurhistorische beleidskaart staat de mate waarin de cultuurhistorische waarden een rol zullen spelen bij ruimtelijke plannen. De attentiewaarde kent drie gradaties:
- Hoge attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
- Gemiddelde attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch bureauonderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
- Lage attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is een cultuurhistorische quick-scan naar objecten verplicht. Aanbevolen wordt om cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en te versterken.
In de nota is vastgelegd dat gebieden met de hoogste cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan een beschermende regeling krijgen.
In het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Noordoost is een nadere cultuurhistorische analyse uitgevoerd, welke voor de aan de orde zijnde locaties niet heeft geleid tot een beschermende regeling. Een klein deel van één van beide natuurontwikkelingslocaties en de locatie voor de recreatieve ontmoetingsplek hebben een middelhoge archeologische verwachtingswaarde.