Artikel 2 Verwijzing
Met inachtneming van het bepaalde in de artikel 3 blijft het bestemmingsplan Buitengebied
Noord-Oost, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 11 juli 2013, met identificatiecode NL.IMRO.0200.bp1044-vas2, onverkort van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord Oost worden als volgt gewijzigd:
Artikel 3 Voorwaardelijke verplichting
Aan artikel 3.5 (specifieke gebruiksregels) wordt toegevoegd lid 12 (voorwaardelijke verplichting bedrijfswoning en landschappelijke inrichting) dat komt te luiden als volgt:
3.5.12 Voorwaardelijke verplichting bedrijfswoning en landschappelijke inrichting
Ter plaatse van de aanduiding overige zone voorwaardelijke verplichting is gebruik van het gebouw ten behoeve van de functie wonen als bedoeld in artikel 3.1 uitsluitend toegestaan zodra de bestaande bedrijfswoning Broeklanderweg 48 definitief aan de woonfunctie is onttrokken en de gronden zijn ingericht en instand worden gehouden overeenkomstig de in Bijlage 1 van de regels aangegeven landschappelijke inrichting.
Artikel 4 Bouwregels kelders
4.1 Bouwen functioneel ondergeschikte kelders
Het bouwen van functioneel ondergeschikte kelders is toegestaan, met dien verstande dat:
-
a. de kelder uitsluitend onder een bedrijfswoning wordt gebouwd;
-
b. de kelder niet onder bijgebouwen wordt gebouwd;
-
c. de kelder niet onder aan- en uitbouwen wordt gebouwd, tenzij:
-
1. deze aan- en uitbouwen gelijktijdig met het oorspronkelijke hoofdgebouw zijn gebouwd, en;
-
2. de inhoud van het hoofdgebouw en de aan- en uitbouwen waaronder de kelder wordt gebouwd, boven peil de toegestane maximum inhoud (m3) niet overschrijdt;
-
d. de kelder niet als ruimte voor het verblijven van personen wordt gebruikt, waarbij onder verblijfsruimte in ieder geval wordt begrepen ruimten ten behoeve van wonen, beroepsuitoefening aan huis, niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis, nevenactiviteiten, recreatieverblijf, recreatiewoning, kantoren en dienstverlening;
-
e. de kelder ten dienste staat aan de gebouwen als bedoeld in sub a en in bouwmassa en functioneel gebruik ondergeschikt is aan de gebouwen als bedoeld in sub a;
-
f. de kelder niet dieper dan 2,5 m beneden peil wordt gebouwd;
-
g. de kelder niet van buitenaf toegankelijk is;
-
h. de kelder op maaiveldniveau geen ruimtelijke uitstraling heeft en dus niet zichtbaar is, waaronder in ieder geval wordt begrepen een verbod op een hellingsbaan of trap;
-
i. ten behoeve van daglichttoetreding en ventilatie één of meerdere koekoeken mogen worden aangebracht, met dien verstande dat maximaal 10% van de omtrek van het bouwwerk (buitenmuren) mag worden voorzien van een koekoek;
-
j. het peil niet wordt opgehoogd ten behoeve van de aanleg van de kelder;
-
k. de inhoud (m3) van de kelder niet wordt meegeteld bij de gegeven maximale inhoud (m3) voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in sub a;
-
l. tevens de regels voor gebiedsaanduidingen gelden;
4.2 Verbod bouwen niet-functioneel ondergeschikte kelders
Het bouwen van niet-functioneel ondergeschikte kelders is verboden.
4.3 Afwijken bouwregels niet-functioneel ondergeschikte kelders
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 4.2 voor het bouwen van kelders die niet functioneel ondergeschikt zijn, met dien verstande dat:
-
a. de kelder uitsluitend onder een bedrijfswoning wordt gebouwd;
-
b. de kelder niet onder bijgebouwen wordt gebouwd;
-
c. de kelder niet onder aan- en uitbouwen wordt gebouwd, tenzij:
-
1. deze aan- en uitbouwen gelijktijdig met het oorspronkelijke hoofdgebouw zijn gebouwd, en;
-
2. de inhoud van het hoofdgebouw en de aan- en uitbouwen waaronder de kelder wordt gebouwd, boven peil de toegestane maximum inhoud (m3) niet overschrijdt;
-
d. de kelder ten dienste staat aan de gebouwen als bedoeld in sub a en daar een functionele binding mee heeft, zoals verblijfsruimten ten behoeve van wonen, beroepsuitoefening aan huis, niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis, nevenactiviteiten en dergelijke, en functioneel ondergeschikte functies, zoals benoemd onder 4.1 onder c, die een diepte vragen van meer dan 2,5 m, maar niet meer dan 3,5 m;
-
e. de kelder niet dieper dan 3,5 m beneden peil wordt gebouwd;
-
f. de kelder op maaiveldniveau geen ruimtelijke uitstraling heeft en dus niet zichtbaar is, waaronder in ieder geval wordt begrepen een verbod op een hellingbaan of trap;
-
g. ten behoeve van daglichttoetreding en ventilatie één of meerdere koekoeken mogen worden aangebracht, met dien verstande dat maximaal 25% van de omtrek van het bouwwerk (buitenmuren) mag worden voorzien van een koekoek;
-
h. het peil niet wordt opgehoogd ten behoeve van de aanleg van de kelder;
-
i. de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied en de met het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit niet onevenredig worden aangetast;
-
j. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt;
-
k. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en functies;
-
2. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
3. de verkeersveiligheid;
-
4. natuur en landschap;
-
l. in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien op eigen erf;
-
m. een grondwateronderzoek heeft uitgewezen dat het ondergronds bouwen geen ongewenste invloed heeft op de grondwaterhuishouding;
-
n. de inhoud (m3) van de kelder niet wordt meegeteld bij de gegeven maximale inhoud (m3) voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in sub a,
-
o. tevens de regels voor gebiedsaanduidingen gelden.