Plan: | Miggelenbergweg 65 Hoenderloo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1197-vas1 |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 7 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.5 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte /inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen: | ||||
- groepsaccommoda |
bestaande oppervlakte |
6 m | ||
- voorzieningen |
3222 m2 (4.5.1a,b)
|
3 m | 6 m | - voor het bepalen van de oppervlakte aan voorzieningen worden bedrijfswoningen en bijgebouwen niet meegeteld |
- detailhandel |
161 m2 (4.5.1a,c)
|
3 m | 6 m | |
- recreatiewoningen | 75 m2/300 m3 per recreatiewoning | 4 m | 5 m | - het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 270 - bij recreatiewoningen zijn geen bijgebouwen toegestaan - het in artikel 9 lid 9.1 onder e en artikel 10 lid 10.1 onder b bepaalde is niet van toepassing op de maximale inhoud per recreatiewoning |
Bedrijfswoningen | 700 m3 | 4 m | - het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan aangeduid met 'maximum aantal bedrijfswoningen'; - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld; |
|
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen | 75 m2 | 3 m | 5 m | - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of het verlengde daarvan worden opgericht (4.5.1e) |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen: |
||||
- erf- en terreinafscheidingen |
2 m | |||
- overig | 10 m |
In afwijking van de bouwregels uit het onder lid 4.2 opgenomen bebouwingsschema mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-afwijkende maten':
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 11 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2 bepaalde:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
De in artikel 13 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.