Plan: | Arnhemseweg-Radiumweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1188-vas1 |
De bestemmingen zijn vastgelegd in de regels en op de plankaart. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden hierna besproken.
De groenplek achter de nieuwe woningen waarin de oude acacia's staan, heeft de bestemming Groen gekregen.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 3.
De bestemming Verkeer - Verblijfsgebied is gegeven aan de nieuwe weg en de parkeerplaatsen achter de nieuwe woningen.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 4.
De woningen in het plangebied hebben de bestemming Wonen. Op de plankaart zijn bouwvlakken aangegeven waarbinnen de woningen moeten worden gebouwd. Door middel van de bouwaanduidingen 'aaneengebouwd' en 'twee-aaneen' is aangegeven dat ter plaatse aaneengebouwde en twee-onder-een-kapwoningen zijn toegestaan.
De perceelsgedeelten voor de voorgevel (en bij hoekpercelen naast de zijgevel en het verlengde daarvan) hebben de aanduiding 'tuin'; de perceelsgedeelten achter de achtergevel en de perceelsgedeelte naast de zijgevels die aan de openbare ruimte grenzen hebben de aanduiding 'erf'. Deze aanduidingen zijn van belang voor de situering van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen. In de regels is namelijk bepaald dat deze bouwwerken niet alleen binnen het bouwvlak maar ook ter plaatse van de aanduiding erf mogen worden gebouwd. Daarbij is nog specifiek bepaald dat deze erfbebouwing ten minste 3 meter achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) moet worden gesitueerd.
De maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen is gerelateerd aan de oppervlakte van de kavel. Is de kavel kleiner dan 500 m2 dan is ten hoogste 50 m2 aan bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen toegestaan, bij kavels tussen 500 en 750 m2 is die oppervlakte maximaal 65 m2 en is de kavel groter dan 750 m2 dan is ten hoogste 85 m2 aan erfbebouwing toegestaan. Daarbij geldt wel steeds de voorwaarde dat niet meer dan 60% van de kavel wordt bebouwd.
In de specifieke gebruiksregels van deze bestemming is, in lid 5.5.3, bepaald dat het gebruik van gebouwen als woning alleen is toegestaan als wordt voldaan aan de parkeernorm en het vereiste aantal parkeerplaatsen in stand wordt gehouden. Er is een tabel opgenomen in bijlage 2 van de Bijlagen bij de regels met het vereiste aantal parkeerplaatsen per woning. Deze parkeernormen zijn ontleend aan de notitie Actualisatie Parkeernota uit 2004. In lid 5.6 is vervolgens bepaald dat het bevoegd gezag onder een aantal voorwaarden van de parkeernorm kan afwijken. Belangrijkste voorwaarde is dat naar het oordeel van het bevoegd gezag op andere wijze in adequate parkeergelegenheid of de parkeerbehoefte wordt voorzien.
Bij recht is het gebruik van een deel van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening en niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroeps- of bedrijfsmatige gebruik blijft overheersen. Voor de niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis geldt dat alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de richtafstandenlijst van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' als bedrijven van categorie 1 zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden.
De regels voor deze bestemming staan in artikel 5.
In het plangebied is een hoge trefkans op het aantreffen van archeologische resten. Het plangebied heeft daarom de dubbelbestemming Waarde - Archeologie hoog gekregen, met uitzondering van het deel waar de mogelijke archeologische waarden volledig verstoord zijn doordat er een parkeerbak is uitgegraven. Voor het gebied met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie hoog geldt dat bij het indienen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 50 m2 tevens een archeologisch onderzoeksrapport moet worden ingediend. Als uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord kan het bevoegd gezag bepaalde voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden. Wanneer de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld uit eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw onderzoek uit te voeren. Voor een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die mogelijke archeologische waarden in de bodem kunnen verstoren geldt dat ze niet mogen worden uitgevoerd tenzij daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.
De regels voor deze dubbelbestemming staan in artikel 6.
Voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is per bestemming een bebouwingsschema opgenomen. In de bebouwingsschema's staan de maatvoeringsaspecten die voor die specifieke bestemming gelden. Vaak wordt verwezen naar de maatvoeringsaanduidingen op de plankaart.
Waar dit bestemmingsplan de bevoegdheid in het leven roept om af te wijken van de regels, is die bevoegdheid toebedeeld aan het bevoegd gezag. Over het algemeen zal dat bevoegd gezag het college van burgemeester en wethouders zijn. In een enkel geval zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gedeputeerde staten dan wel de minister bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning en daarmee ook voor het bij die omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan.