direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Arnhemseweg-Radiumweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1188-vas1

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie Apeldoorn biedt ruimte

Op 30 mei 2013 heeft de raad de structuurvisie 'Apeldoorn biedt ruimte' vastgesteld. Deze structuurvisie geeft een doorkijk tot 2030 en is één structuurvisie voor zowel stad als land.

De structuurvisie is opgesteld op de overgang naar een echt andere tijd. De onzekerheid over de toekomst is groot. In de structuurvisie kiest de gemeente er voor om daarop niet te reageren met een dichtgetimmerd plan maar door zoveel mogelijk (beleids)ruimte te bieden aan het onvoorspelbare. Daarmee krijgt Apeldoorn de ruimte zich te ontwikkelen. De gemeente nodigt daarom iedereen uit die een bijdrage kan leferen aan de leefkwaliteit van huidige en toekomstige Apeldoorners. Ruimte bieden is niet vrijblijvend, de ruimte wordt geboden binnen kaders. Allereerst door voort te bouwen op de belangrijkste kwaliteiten van de gemeente. In het concept 'Apeldoorn Buitenstad' komen die kwaliteiten samen. Apeldoorn is zowel stad als groot dorp en biedt de leefkwaliteit van beide.

De kwaliteiten van de Buitenstad vormen samen het fundament van de structuurvisie. De gemeente wil het fundament van Apeldoorn koesteren en versterken. Want alleen daardoor blijft de leefkwaliteit op peil en blijft Apeldoorn aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en bedrijven. Beheer en vernieuwing van het fundament is de belangrijkste opgave van de structuurvisie. De gemeente stelt hoge kwaliteitseisen aan het fundament en wil er zelf in blijven investeren.

Om Buitenstad te blijven, zijn in de structuurvisie vier ambities geformuleerd die weergeven wat Apeldoorn grotendeels al is en waar Apeldoorn sterk in is en waaraan Apeldoorn samen met andere partijen wil bouwen:

  • 1. Comfortabele gezinsstad
  • 2. Toeristisch toplandschap
  • 3. Veelzijdige economie
  • 4. Lokale duurzaamheid

Voor het plangebied is met name de ambitie 'Comfortabele gezinsstad' van toepassing.

De structuurvisie noemt voor de ontwikkeling van de Buitenstad vijf principes:

  • 1. Elk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
  • 2. Elk gebouw heeft een eigen of gemeenschappelijke tuin en openbaar groen is op loopafstand aanwezig.
  • 3. Kleinschalige voorzieningen in de buurt zijn belangrijk voor het wooncomfort.
  • 4. Een goede bereikbaarheid per auto of per fiets gaat altijd samen met een goede leefkwaliteit voor omwonenden.
  • 5. Er wordt zorgvuldig omgegaan met schaarse ruimte en eindige hulpbronnen.

Niet alles gaat vanzelf. In sommige delen van Apeldoorn spelen ingewikkelde vernieuwingsopgaven. Opgaven die belangrijk zijn voor Apeldoorn als geheel, waarbij vaak hard gewerkt moet worden om iets van de grond te krijgen. In de structuurvisie worden die opgaven dynamo's genoemd, elementen die eerst in beweging moeten komen voordat ze energie gaan opleveren. In de dynamo's neemt de gemeente de regierol op zich en ligt programmatisch de hoogste prioriteit. De verdere invulling ervan bepaalt de gemeente samen met initiatiefnemers. De dynamo's zijn:

  • vernieuwing van het centrum van Apeldoorn;
  • kleinschalige herstructurering in wijken en buurten;
  • transformatie van delen van de Kanaalzone;
  • Zuidbroek en Zonnehoeve ontwikkelen tot Buitenstadse woonlandschappen;
  • experiment agrarische vernieuwing.

De ontwikkeling die onderwerp is van dit bestemmingsplan valt onder de dynamo 'kleinschalige herstructurering in wijken en buurten'. Deze dynamo wordt in de structuurvisie als volgt gespecificeerd. De meeste buurten en wijken zijn al van Buitenstadniveau en zullen die kwaliteit de komende tijd bijna als vanzelf behouden. In een aantal gevallen is extra aandacht vereist, met name in de oudere grootschalige wijken aan de zuid- en oostzijde van de stad. Ook daar gaat het vooral om een reeks kleinere opgaven, die vaak in samenhang kunnen worden aangepakt. Deze opgave speelt onder andere voor de wijk Zuid. Daar is de afgelopen jaren met de Complete Wijken-aanpak veel vooruitgang geboekt. Fysiek zijn er grote projecten gerealiseerd of in uitvoering, terwijl de wijken ook op sociaal gebied verbeterd zijn. Nieuwe ingrepen zullen kleinschaliger zijn en zich meer richten op straten en complexen. Als één van de onderwerpen waarop wordt ingezet noemt de structuurvisie het verwijderen van bovengrondse hoogspanning in woonmilieus.

2.4.2 Woningbouwprogramma 2010-2029

In november 2012 heeft de gemeenteraad het Woningbouwprogramma 2010-2029 vastgesteld. Geconstateerd wordt dat de woningmarkt in rap tempo is veranderd, dat er minder vraag naar woningen zal zijn dan was voorzien en dat aanbod en vraag niet meer in evenwicht zijn. Daarom zijn alle woningbouwplannen bekeken en zijn keuzes gemaakt: welke projecten worden uitgevoerd, welke projecten vervallen, welke projecten worden later uitgevoerd en welke projecten krijgen een andere opzet. Wanneer zich nieuwe kansen aandienen moet eerst kwantitatieve en kwalitatieve ruimte in het woningbouwprogramma worden gecreëerd. Daardoor wordt de programmering steeds op basis van actuele marktontwikkelingen en op basis van wijzigende verwachtingen over de toekomst bijgestuurd: het adaptief programmeren. Kwantitatief vertrekpunt is uitbreiding van de woningvoorraad in de periode 2010-2019 met netto 3.900 woningen en in de periode 2020-2029 met netto 2.000 woningen.

De onderhavige ontwikkeling is in het woningbouwprogramma specifiek opgenomen, in de categorie 'Herstructurering', een categorie die bedoeld is voor sloop-nieuwbouwprogramma's in herstructureringsgebieden als Zuid.

2.4.3 De Groene Mal

Het gemeentelijk groenbeleid is neergelegd in de Groene Mal (oktober 2002), dat het groene kader is waarbinnen andere ruimtelijke functies een plaats krijgen.

Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1188-vas1_0005.png"

Afbeelding 5: kaart Groene Mal

Behoud en versterking van het groen in Apeldoorn heeft dus een hoge prioriteit. Uit onderzoek is gebleken dat met name in verstedelijkte gebieden behoefte is aan meer groen en natuur in de direct woon- en leefomgeving. In de Groene Mal zijn doelstellingen geformuleerd die gericht zijn op drie niveaus.

Het eerste niveau is gericht op de verweving van de stad met het landschap. In de stad is wat betreft het groen de volgende duidelijke tweedeling aan te wijzen: de westkant gelegen in het Veluwebos en de oostkant gelegen in (voormalig) agrarisch gebied. In het westen verloopt de overgang van stad naar bos vrijwel zonder barrières. De oostkant daarentegen heeft de meeste versterking van het groen nodig, wat tot gevolg heeft dat de meeste projecten uit de Groene Mal op dit deel van de stad gericht zijn.

Het tweede niveau is de verbinding van de stad met het omringende landschap. Aan de oostzijde zijn het de groene wiggen, geconcentreerde groencomplexen die de stad vanuit het landelijke gebied binnenlopen.

Het derde niveau is de dooradering van de stad met blauwe en groene structuren, door middel van het sprengen- en bekensysteem alsmede het complex van bos- en bomenlanen met daaraan gelegen parken.

De Groene Mal richt zich bij de ontwikkeling van deze gebieden expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen.

Op de kaart van de Groene Mal behoren Arnhemseweg en Aluminiumweg tot de lanenstructuur en is het in de nabijheid van het plangebied gelegen Westenenkerpark opgenomen als park.

2.4.4 Verkeersbeleid

Het gemeentelijk verkeersbeleid is vastgelegd in de Verkeersvisie 2010 – 2020 (vastgesteld juli 2009). Hierin heeft de gemeente een aantal doelen vastgesteld. De gemeente wil de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid behouden en liefst nog vergroten. Enerzijds zijn dit doelen die zijn uitgedrukt in cijfers, anderzijds zijn dit doelen in de vorm van ervaringen van bewoners en gebruikers.

De gemeente faciliteert alle vervoerswijzen en probeert de kennis van de reiziger over de verschillende mogelijkheden te vergroten. Het doel voor verkeersveiligheid is een reductie van 35% van het aantal ongevallen in 2020 ten opzichte van 2002. Om dit doel te bereiken wordt ingezet op het veiliger en herkenbaarder maken van de infrastructuur en gedragsbeïnvloeding van de verkeersdeelnemers.

Het autoverkeer wordt gebundeld op hoofdwegen. De hoofdwegen verbinden stadsdelen met elkaar, met de snelwegen en met de rest van de wereld. Woongebieden worden ingericht als verblijfsgebieden, met een maximum snelheid van 30 km per uur. Daar moet de overlast van autoverkeer zo veel mogelijk worden beperkt.

De gemeente streeft goede voetgangersvoorzieningen na. Bij het station en in de binnenstad worden speciale veilige voorzieningen voor voetgangers aangeboden. Op andere plaatsen wordt een basisniveau aan voorzieningen aangeboden. De gemeente blijft inzetten op goede fietsenstallingen en fietsdoorstroomassen: snelle aantrekkelijke fietsroutes, waar je als fietser snel, comfortabel en veilig kunt fietsen. Alle inwoners van Apeldoorn moeten gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. De bus speelt hierin een belangrijke rol. De bussen sluiten aan op de treinen. De taxibus wordt ingezet als aanvulling op de behoeften van de gebruiker.

Er worden drie categorieën hoofdwegen onderscheiden: de Ring; de radialen en de centrumring; de overige hoofdwegen. De Ring is de belangrijkste verdeler van het verkeer in de stad. Het autoverkeer krijgt hier de hoogste prioriteit. De radialen en de centrumring hebben als doel het bieden van een snelle route naar en om het centrum heen, met name om de parkeergarages snel te kunnen bereiken en verlaten. Naast de hoofdwegen zijn er de verblijfsgebieden. In verblijfsgebieden wordt voornamelijk gewoond. Gemengde functies hebben hier een plek: verkeer, spelende kinderen, fietser en voetgangers. In het buitengebied wordt het verkeer ook gebundeld op een aantal hoofdwegen waar een maximum snelheid geldt van 80 km per uur. De verblijfsgebieden in het buitengebied worden autoluw ingericht met een maximumsnelheid van 60 km per uur.

De parkeernormen zijn vastgesteld in de Parkeernota (geactualiseerd oktober 2004). De gemeente stelt geen maximum aan het aantal parkeerplaatsen bij woningen, de parkeernorm geeft aan wat in ieder geval aangelegd moet worden. Op bedrijventerreinen wordt de parkeernorm gehanteerd als minimumnorm, met een maximaal toegestane overschrijding van 10%.

2.4.5 Gemeentelijk Waterplan

Om te anticiperen op (beleids)ontwikkelingen en om de leefkwaliteit van de stad te vergroten heeft Apeldoorn gezamenlijk met het waterschap Veluwe en Vitens in 2005 een gemeentelijk Waterplan opgesteld. Het Waterplan is door de gemeenteraad vastgesteld en gekozen is voor het ambitieniveau Actief Duurzamer. De belangrijkste opgaven met ruimtelijk consequenties zijn het afkoppelen en bergen van hemelwater en het creëren van waterberging in beekzones.

Bij herontwikkeling, herinrichting en herstructurering zal het verhard oppervlak in het stedelijk gebied zoveel mogelijk afgekoppeld worden om het watersysteem op orde te krijgen. Ten westen van het Apeldoorns Kanaal wordt het regenwater in de bodem geïnfiltreerd of zoveel mogelijk vastgehouden in een groenzone naast iedere beek. Deze zones richten de gemeente en het waterschap in voor waterberging waar dat maar mogelijk is. Ten oosten van het kanaal wordt het regenwater in de vijvers geborgen.

2.4.6 Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015 (GRP), dat in 2011 door de gemeenteraad vastgesteld, is de gemeentelijke invulling van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater beschreven. De zorgplichten vormen het kader voor de ruimtelijke invulling van water en riolering in bestemmingsplannen. Het GRP is uitgewerkt in concrete opgaven, onderzoeken en maatregelen met een financiële dekking voor de betreffende planperiode.

Voor de planperiode van het GRP zijn de volgende maatregelen voorzien:

  • Afkoppelen regenwater bij herstructurering.
  • Afkoppelen regenwater autonoom (bij voorbeeld bij rioolvervangingen en wegreconstructies).
  • Maatregelen voortvloeiend uit het waterkwaliteitsspoor.
  • Inlopen achterstand vervanging riolering.
  • Baggeren van vervuilde waterbodems.

Een nieuw rioleringsplan is in voorbereiding, maar nog niet vastgesteld.

2.4.7 Herstructureringsbeleid voor Zuid

In het Volkshuisvestingsplan 1995 was vastgelegd dat, naast de aandacht voor nieuwe wijken en de inbreiding op open plekken, flink moet worden ingezet op de herstructureringsopgave. In 1997 trad de Tijdelijke stimuleringsregeling herstructurering goedkope woningvoorraad in werking. In dat kader kon een rijksbijdrage in de kosten van de herstructurering worden aangevraagd. Een dergelijke aanvraag diende vergezeld te gaan van een herstructureringsplan.

In Apeldoorn werd geconcludeerd dat de wijk Zuid het eerst aan bod zou moeten komen. Om in aanmerking te komen voor zo'n bijdrage is in 1997 het Masterplan herstructurering Apeldoorn-Zuid (verder: Masterplan Zuid) vastgesteld. Dit plan is tot stand gekomen in intensief overleg tussen vertegenwoordigers van de gemeente, woningbouwstichting De Goede Woning en Wijkraad Zuid.

In het Masterplan Zuid wordt geconcludeerd dat de woningvoorraad in Apeldoorn-Zuid voornamelijk bestaat uit goedkope huurwoningen. Een flink deel van deze woningen is niet meer afgestemd op de vraag, waardoor er te weinig doorstromingsmogelijkheden zijn. Bewoners kunnen daardoor niet hun wooncarrière in hun eigen wijk maken, terwijl daar wel veel vraag naar bestaat. Qua leefbaarheid behoort Apeldoorn-Zuid tot het zwakste deel van de stad.

Het uitgangspunt voor de toekomstvisie in het Masterplan Zuid is het preventief werken aan een duurzame, generatiebestendige wijk, gedifferentieerd en goed leefbaar. De herstructurering moet worden gericht op de woningvoorraad, de ruimtelijke structuur en de sociale structuur. Voor het onderhavige bestemmingsplan zijn met name de maatregelen gericht op de woningvoorraad van belang. De aanpassing van de woningvoorraad is gericht op een grotere differentiatie in huur, koop en prijsniveau (ter vermindering van de eenzijdige samenstelling en ten behoeve van de bevordering van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in de wijk) en de hedendaagse en toekomstige woningmarktsituatie (daarbij gaat het zowel om markt- als woontechnische aanpassingen).

Voor de Metaalbuurt voorziet het Masterplan Zuid in herstructurering van het zuidelijk deel van de Westenenk, ten noorden van de Aluminiumweg: een gevarieerd plan met groot onderhoud, restauratie, verkoop, sloop en vervangende nieuwbouw en herinrichting van de openbare ruimte, met behoud van het tuindorp-karakter. Uitgangspunt is dat de Metaalbuurt ook na de ingreep over een voldoende aandeel betaalbare huurwoningen zou beschikken. Ook de herontwikkeling van de hoek Arnhemseweg-Aluminiumweg was in het Masterplan Zuid voorzien.

Om de integrale en wijkgerichte aanpak van het Masterplan Zuid voort te zetten, hebben gemeente, woningcorporaties De Goede Woning, Ons Huis en De Woonmensen, stichting Wisselwerk, wijkraad Zuid en huurdersvereniging De Sleutel in 2008 de kadernotitie 'Zuid Vooruit' opgesteld. Omdat op dat moment de herstructurering van de Metaalbuurt al ver gevorderd was, is de Metaalbuurt in de kadernotitie niet meer benoemd.

2.4.8 Uitvoeringsnota Geluid

De gemeente Apeldoorn heeft de ambitie om ongewenste milieusituaties te saneren en voor de toekomst het milieubelang duidelijker te betrekken bij de planontwikkeling voor wonen, werken en verkeer. Voor het aspect geluid zijn ambities en handvatten weergegeven in de uitvoeringsnota.

Toekomstige geluidshinder dient te worden voorkomen. Daarom heeft de gemeente de Handreiking Geluid in bestemmingsplannen en projecten opgesteld. De handreiking geeft aanwijzingen voor het maken van keuzes met betrekking tot geluid in ruimtelijke plannen of projecten. Ook geeft de handreiking mogelijke maatregelen en oplossingen om overschrijding van de geluidsnormen te voorkomen.

2.4.9 Nota I-cultuur

De nota I-cultuur is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 februari 2006. Kern van de nota is dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit. Hiervoor wordt een cultuurhistorische analyse van een gebied gemaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de aanwezige (boven- en ondergrondse) cultuurhistorische waarden. Naast het vastleggen van kennis over landschap, geomorfologie, stedenbouw, archeologie en architectuur geeft de analyse aanbevelingen over de inzet van deze waarden in nieuwe ontwikkelingen. Bij de nota horen een archeologische en een cultuurhistorische beleidskaart.

Archeologische beleidskaart

De archeologische beleidskaart doet op perceelsniveau een uitspraak over de trefkans van archeologische resten. De trefkans kent drie gradaties:

  • Hoge trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
  • Gemiddelde trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch bureauonderzoek verplicht, afhankelijk van de uitkomsten kan veldonderzoek verplicht worden. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
  • Lage trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is een archeologische quick-scan vereist, afhankelijk van de resultaten wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Behoud van archeologische waarden wordt aanbevolen.

Cultuurhistorische beleidskaart

Op de cultuurhistorische beleidskaart staat de mate waarin de cultuurhistorische waarden een rol zullen spelen bij ruimtelijke plannen. De attentiewaarde kent drie gradaties:

  • Hoge attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
  • Gemiddelde attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch bureauonderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
  • Lage attentiewaarde: bij ruimtelijke ontwikkelingen is een cultuurhistorische quick-scan naar objecten verplicht. Aanbevolen wordt om cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en te versterken.

In de nota is vastgelegd dat gebieden met de hoogste cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan een beschermende regeling krijgen.

2.4.10 Welstandsbeleid

Artikel 12a van de Woningwet verplicht alle gemeenten om een welstandsnota vast te stellen. Die welstandsnota moet, in de vorm van beleidsregels, criteria bevatten voor de welstandstoetsing.

Om te voldoen aan deze verplichting heeft de gemeenteraad in juli 2004 de kadernota 'Over welstand geschreven' vastgesteld. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in de stad te behouden en te versterken.

In deze nota wordt voor ieder perceel in Apeldoorn één welstandsthema en één welstandsniveau aangewezen. Het niveau geeft aan hoeveel welstandsaandacht de gemeente aan een gebied geeft, waarbij de niveaus variëren van zwaar tot welstandsvrij. Het thema wordt bepaald door de bouwstijl of bouwperiode van de bebouwing. In het bestemmingsplan wordt het specifieke karakter van het gebied geregeld voor zover dit gaat om bebouwingsregels en gebruik. Het welstandsbeleid is hierop aanvullend en heeft betrekking op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik.

Voor dit plangebied wordt, net als voor de rest van de Metaalbuurt, geen gebiedsgericht welstand gemaakt maar wordt gebruik gemaakt van de kadernota. Hierin wordt het thema lintbebouwing van toepassing verklaard voor de bebouwing parallel aan de Arnhemseweg en geldt voor de nieuwbouw aan de Radiumweg het thema Tuinwijken volkswoningbouw. Voor het plangebied geldt het zware welstandsniveau. Door de ligging aan een belangrijke radiaal en het feit dat de Metaalbuurt een beschermde cultuurhistorische status heeft, is hiervoor gekozen.