direct naar inhoud van 4.3 Landschappelijke inpassing
Plan: Wenumseweg 39 Wenum Wiesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1179-vas1

4.3 Landschappelijke inpassing

Voor de landschappelijk inpassing zijn 2 hoofdthema's van toepassing. Enerzijds is dat de inpassing en versterking van de Papegaaiebeek met haar landschappelijke en ecologische betekenis en de daarbij behorende recreatieve ambities. Anderzijds moet de bebouwing en opslag van materiaal zo worden ingepast dat deze zich goed verhoudt tot zijn omgeving. Voor beide gevallen worden voorwaarden gesteld om te komen tot een goede inpassing.

Papegaaiebeek

Door een zone aan te houden ten opzichte van de Papegaaiebeek van ca. 15 meter met bloemrijk grasland wordt enerzijds ruimte gegeven aan de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische kwaliteiten van de beek. De recreatieve ambitie die is uitgesproken door de gemeente ten aanzien van de Papegaiiebeek krijgt vorm door middel van een openbaar toegankelijk fiets/wandelpad dat binnen het bloemrijke grasland wordt gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1179-vas1_0016.jpg"

Afbeelding 4.2 Landschappelijke inpassing

De beplantingsstrook trekken we door naar de weg. Daarmee wordt het meer een landschappelijk element in plaats van een randje schaamgroen om de bebouwing.

Bebouwing

Voor de landschappelijke inpassing van de nieuwbouw is zowel de relatie met het open agrarische landschap van belang alsook de relatie met de voormalige spoorlijn, nu in dienst als fietspad en aangemerkt als cultuurhistorische relevante object.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1179-vas1_0017.jpg"

Figuur 4.3 Grove Landschappelijke inpassing in relatie tot de nieuwbouw

In figuur 4.3. is globaal de ligging van de nieuwbouw aangegeven. Inmiddels is iets meer ruimte aangehouden ten opzichte van de beek, hetgeen heeft geresulteerd in een iets langere nieuwbouw en iets minder breed. De nieuwbouw schiet daarmee slechts licht door de lijn van de voorgevel van de bestaande hal. De rood gemarkeerde ruimt is bedrijfsmatig niet optimaal en wordt ingezet voor de landschappelijke inpassing richting de openbare ruimte aan die zijde en ruimte voor de beek.

Voor buitenopslag blijft beperkte ruimte binnen het bouwvlak aan de voorzijde en tussen de bebouwing. Ook deze opslag wordt landschappelijk ingepast. Het initiatief zorgt voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, inz. de landschappelijke en ecologische waarden ter plekke en in het bijzonder in relatie tot de aanpalende Papegaaibeek. De aandacht komt voort uit de aanwijzing van de beek als EHS-verweving, de betekenis van de beek in de Groene Mal en de opgaven vanuit het Groot Apeldoorns Landschapskookboek.


Vanuit de EHS geldt dat er de kernkwaliteiten en omgevingscondities verzekerd moeten worden. Hetgeen gebeurt. Dit heeft vooral te maken met de betekenis van de beek in zijn omgeving en de ervan afhankelijke plant- en diersoorten.


Vanuit de Groene Mal geldt dat de beekzone verder moet worden ontwikkeld in relatie met grotere -extensieve- recreatieve toegankelijkheid. De beekzone wordt gevrijwaard van bebouwing en er wordt gestreefd naar aanleg van fiets/wandelroutes.


Vanuit het Kookboek wordt gestreefd naar continuïteit van openheid langs de beek in combinatie verdichting beekdalrand.

Beheer

Het bloemrijk grasland hoeft niet te worden ingericht. Het gaat daar om een bestaande situatie die door beheer moet ontstaan. Daar zijn geen kosten voor de initiatiefnemer aan verbonden. Het bloemrijk grasland zal jaarlijks 2x gemaaid moeten worden, waarbij het maaisel moet worden afgevoerd. Initiatiefnemer beschikt over materiaal om dit te verzorgen. De natuurbestemming voor deze zone gaat niet gepaard met het testen van machines van initiatiefnemer, dat verhoudt zich niet tot de voorgestane natuurontwikkeling. Dit zal op een andere locatie gaan plaatsvinden. Het bloemrijk grasland wordt daarnaast ook een stuk openbare ruimte gebruik in de vorm van een openbaar wandel/fietspad. De aanleg hiervan kan worden gekostigd uit de bijdrage van initiatiefnemer aan het fonds bovenwijkse voorzieningen. Initiatiefnemer zal tevens het beheer van dit openbare wandel/fietspad voor zijn rekening nemen.

De struweelzone zal bestaan uit: Inheemse (gebiedseigen) struikvormende soorten als: krent, hazelaar, vlier, gelderse roos, hondsroos, vuilboom, meidoorn, sleedoorn ( 5m breed). Met daartussen op ca. 10 m onderlinge afstand opgaande bomen (essen/eiken) met maat van 16-18 (cm omtrek, dus 4 a 5 cm dik, op 1 m hoogte). Ter accentuering van de beek enkele elzen (3 à 4) in de beekoever. De beplanting in de bosstrook kan worden voorzien van prikkende struiken. Hiermee kan worden voorkomen dat men ongewenst het perceel/ het materiaal zal benaderen. Hiermee kan de noodzaak voor een hek worden voorkomen, dat is zowel landschappelijk beter en daarnaast is de benaderbaarheid van het grasland voor de eigenaar beter. Voor de benaderbaarheid van dit deel van het bloemrijk grasland is het optioneel dat er in de opgaande beplanting wel een opening komt (al dan niet afsluitbaar). Onderhoud van de bosstrook bestaat uitsluitend het eerste jaar uit maaien (met bosmaaier) van gras tussen de aangeplanten struiken.

De aanleg en het beheer van voorgaande zullen worden vastgelegd in een aanvullend privaatrechtelijk contract.