direct naar inhoud van 3.1 Historie
Plan: Wenumseweg 39 Wenum Wiesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1179-vas1

3.1 Historie

De ondergrond van het plangebied en omgeving is gevormd gedurende de ijstijden. In het Saalien stuwde het landijs rivierafzettingen vanuit het IJsseldal op. Zo ontstond de stuwwal van de Veluwe, waarvan in het plangebied een uitloper aanwezig is. Tijdens de daarop volgende ijstijd, het Weichselien, ontstonden brede, ondiepe dalen in west- en oostelijke richting. De stuwwalhelling is hierdoor afgevlakt. Tijdens het laatste deel van het Weichselien werden onder invloed van de wind oost-west gerichte jonge dekzandruggen afgezet (Formatie van Twente). Deze zijn in het plangebied zichtbaar als langgerekte duinen, zoals in het Wieselsche Veld.

In de periode van de 14de tot de 18de eeuw zijn de sprengenbeken en waterbekkens aangelegd. Dit gebeurde ten behoeve van het opwekken van energie door middel van watermolens voor onder andere papierfabrieken en koperpletterijen. In de 19de eeuw raakte waterkracht in onbruik, en werd het schone water vaak door wasserijen gebruikt.

In de 19de eeuw werd de ontsluiting van de stad Apeldoorn uitgebreid. De verbinding over het Wenumse Veld werd rechtgetrokken in de vorm van de Zwolseweg. Het Apeldoorns kanaal en de spoorlijn Apeldoorn-Hattemerbroek werden aangelegd. In de jaren 30 van de 20ste eeuw werd begonnen met de aanleg van een nieuwe Rijksweg, die niet werd voltooid en nu nog beleefbaar is in de vorm van de verkaveling, de taluds en de houtopstanden. Verder is vanuit cultuurhistorisch oogpunt ook de voormalige spoorlijn direct ten westen van het plangebied noemenswaardig.

Het overgrote deel van de woeste heidegebieden is in de loop der tijd ontgonnen en in gebruik genomen als cultuurgrond. Vooral de omgeving van de Zwolseweg is langzamerhand steeds dichter bebouwd met woningen en bedrijfsgebouwen (landelijk woongebied).

De bodemtypologie in het plangebied bestaat uit beekeerdgronden.

De planlocatie is al van oudsher een agrarisch bedrijf geweest, gericht op vee en specifiek hoenders. Naar mate de tijd vorderde is het repareren van agrarische apparaten een steeds belangrijkere bron van werk geworden. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat er op de planlocatie alleen nog het landbouwmechanisatiebedrijf is gevestigd en zodanig bestemd.