Plan: | Wenumseweg 39 Wenum Wiesel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1179-vas1 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Naast de algemene bouwregels van artikel 9 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 3.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte /inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |||
Gebouwen en overkappingen
|
1.450 m² per bouwvlak aan gebouwen en overkappingen | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | - als voorwaarde voor het realiseren van nieuwe bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatiebedrijf' geldt dat de bebouwing landschappelijk (binnen de bestemming 'Natuur') dient te worden ingepast en in stand dient te worden gehouden, overeenkomstig het inrichtingsplan dat als bijlage 2 bij deze regels is opgenomen. - voor het bepalen van de oppervlakte worden bedrijfswoningen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen niet meegerekend - de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m |
|||
Bedrijfswoningen | 700 m3 | 4 m | - | - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld; - per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan; - de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m - voor het splitsen van de bedrijfswoning in twee wooneenheden geldt het in artikel 9 lid 9.3 bepaalde |
|||
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen | 75 m2 | 3 m | 5 m | - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden opgericht (3.4.1a) | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen |
2,5 m | ||||||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (3.4.1b) |
|||||
- antenne-installatie
|
15 m | ||||||
- paardenbakken, stapmolens en lichtmasten t.b.v. paardenbakken | 2 m ( 3.4.1c) | - indien de paardenbak geen onderdeel vormt van het bedrijf als bedoeld in lid 3.1 onder a is er ten hoogste één paardenbak per bedrijfswoning toegestaan - de afstand van een paardenbak tot (bedrijfs)woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter |
|||||
- overige bouwwerken |
6 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bouwvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 10 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.
Agrarische bedrijvigheid is uitsluitend als nevenactiviteit toegestaan, mits dit niet leidt tot een milieuhygiënisch onaanvaardbare situatie.
Het gebruik van gronden voor het stallen van materialen voor zover dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden is toegestaan, mits dit plaats vindt binnen het bouwvlak.
De op grond van lid 3.2 toelaatbare vestiging, uitbreiding en gebruik als bedrijf, zoals een landbouwmechanisatiebedrijf, op het perceel Wenumseweg 39 mag uitsluitend zo worden gebruikt indien de in bijlage 2 genoemde landschappelijke inpassing in de bestemming 'Natuur' (rondom de beekzone van de Papegaaibeek) is uitgevoerd en als zodanig in stand wordt gehouden.
De op grond van lid 3.2 toelaatbare vestiging, uitbreiding en gebruik als bedrijf, zoals een landbouwmechanisatiebedrijf, op het perceel Wenumseweg 39 zodanig gebruiken zonder dat de hiervoor bedoelde landschappelijke inpassing uitgevoerd en aanwezig is, is een strafbaar feit.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 onder a bepaalde teneinde de vestiging van bedrijfstypen toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, dan wel voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende bestemmingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, met dien verstande dat de belasting van het (leef)milieu en het landschap in de omgeving alsmede de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig mogen toenemen en de belangen van de omliggende functies ook anderszins niet onevenredig mogen worden geschaad.
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
De in artikel 15 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn van toepassing.