Plan: | Jonas 13-23 Wenum Wiesel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1172-vas1 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 8 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte/ inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Woningen | 700 m³ | 4 m, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' | nvt, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' |
Het aantal woningen bedraagt niet meer dan één per bestemmingsvlak tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen' Ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn geen voor bewoning bestemde gebouwen toegestaan Het totale oppervlak aan gebouwen per kavel bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' niet meer dan aangegeven |
Bijgebouwen en overkappingen | 75 m² | 3 m | 5 m |
- met dien verstande dat het totale oppervlak aan gebouwen per kavel ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' niet meer bedraagt dan aangegeven - met dien verstande dat in afwijking hiervan de goothoogte en hoogte van aan de woning gebouwde bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogtematen bijgebouwen' gelijk dienen te zijn aan de goothoogte en hoogte van de betreffende woning - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan worden opgericht (4.4a) - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | ||||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (4.4b) | ||
- zwembaden | 75 m² per woning | 0,5 m | ||
- overig | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bijgebouwen en de oppervlakte per bijgebouw, voor zover dit noodzakelijk is voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2 bepaalde:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt; gebruik van de niet bebouwde grond ten behoeve van bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit.
De vloeroppervlakte ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van Bed&Breakfast en/of recreatief rustpunt bedraagt niet meer dan 75 m2, met dien verstande dat voorzieningen ten behoeve van Bed&Breakfast uitsluitend in de woning zijn toegestaan en buitenopslag ten behoeve van de nevenactiviteiten niet is toegestaan.
Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening (slopen) bepaalde is het ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 4.6.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
De in lid 4.6.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien uit een nadere onderbouwing van de aanvraag blijkt dat handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. De aanvrager dient daartoe bij de aanvraag om de hier bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een deskundigenrapport te overleggen dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.