direct naar inhoud van 5.4 Cultuurhistorie
Plan: De Hoeven naast 7 Beekbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1167-vas1

5.4 Cultuurhistorie

5.4.1 Cultuurhistorische waarden

Het plangebied ligt in een gebied dat op de Cultuurhistorische beleidskaart, vastgesteld d.d. 26 februari 2006, is aangemerkt als een gebied met een hoge attentiewaarde. Dit betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen een cultuurhistorische quickscan naar objecten verplicht is. Aanbevolen wordt om de cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en versterken. Uit de quickscan blijkt dat in de nabije omgeving van het plangebied geen waardevolle objecten aanwezig zijn.

5.4.2 Archeologische waarden

De gemeente Apeldoorn beschikt over een gemeentelijke archeologische beleidskaart. Deze archeologische beleidskaart zoals hierna weergegeven, geeft inzicht in welke mate de kans bestaat om archeologische resten in de bodem aan te treffen. Het beleidskaart bestaat uit gebieden met een lage, middelhoge en hoge trefkans. Aan deze trefkans is een vorm van vervolgonderzoek gekoppeld, die bij toekomstige ontwikkelingen wordt vereist. Bij een lage trefkans kan worden volstaan met een archeologische quickscan. Afhankelijk van de resultaten kan een vervolgonderzoek worden aanbevolen. Bij een middelhoge trefkans is een bureauonderzoek verplicht dat kan worden gevolgd door een veldonderzoek. Bij een hoge trefkans is een archeologische onderzoek verplicht, waarbij wordt gestreefd naar het behoud van archeologische waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1167-vas1_0025.png"

Figuur 5.5: uitsnede archeologische beleidskaart

Op grond van de kaart blijkt dat het plangebied zich bevindt in een gebied met een hoge trefkans. Aangezien de bij de ontwikkeling van de planlocatie behorende bodemingrepen groter zijn dan 1000 m2 en dieper gaan dan 50 cm (bebouwde kom), is er een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek onderzoek uitgevoerd.

In de rapportage d.d. 10-11-2011, opgesteld door Transect, en opgenomen in bijlage 4 van de 4, zijn de resultaten van het archeologisch onderzoek weergegeven. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een hoge archeologische verwacht heeft, voor wat betreft vindplaatsen uit het Laat Paleolithicum B (18.000 – 8.800 voor Chr.), Mesolithicum (8.800 – 4.900 voor Chr.), Neolithicum (5.300 – 2.000 voor Chr.), Bronstijd (2.000 – 800 voor Chr.), Ijzertijd (800 – 12 voor Chr.) en Romeinse tijd (12 voor Chr. – 450 na Chr.). Het plangebied heeft een lage archeologische verwachting voor wat betreft vindplaatsen uit de Middeleeuwen (450 – 1500 na Chr.) en Nieuwe tijd (1500 na Chr. – heden).


Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem in het plangebied uit een oud bouwlanddek op pleistocene hellingafzettingen bestaat. In de top van de hellingafzettingen, die op een diepte variërend van 55 cm tot 80 cm onder maaiveld liggen, is nog een restant van een podzol aanwezig. De A-horizont, en gedeeltelijk ook de E-horizont, ontbreken en zullen in de onderkant van de enkeerdgrond zijn opgenomen. Uit boring 4 blijkt dat hier de oorspronkelijke bodem tot 1,4 m onder maaiveld is geroerd.


Behalve een brokje en wat spikkels baksteen c.q. roodbakkend aardewerk in de enkeerdgrond, zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen.

De aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied is met het verkennend booronderzoek niet helemaal uit te sluiten. Dit hangt samen met de archeologische verwachting die onder andere urnenvelden, vlakgraven en ijzertijdnederzettingen omvat. Dergelijke archeologische waarden zijn vanwege de geringe omvang en/of lage vondstdichtheid lastig met booronderzoek op te sporen, dan wel alleen met een zeer intensief booronderzoek. Het uitgevoerde booronderzoek had dan ook voornamelijk als doel om de bodemopbouw en bodemintactheid in kaart te brengen en daarnaast om nederzettingen met grotere vondstdichtheden op te sporen. Verder archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht, het bestemmingsplan kan doorgang door toepassing van een dubbelbestemming die eventuele waarden beschermt. Mocht in de tussentijd het nadere onderzoek zijn uitgevoerd dan kunnen de uitkomsten worden verwerkt in het bestemmingsplan. Een alternatieve mogelijkheid is om te wachten met dit nadere onderzoek en deze te laten uitvoeren in het kader van de omgevingsvergunning.