direct naar inhoud van 2.2 Regionaal beleid
Plan: Het Witte Veen 14 Beekbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1139-vas1

2.2 Regionaal beleid

In het Streekplan Gelderland 2005 is ruimte gegeven aan regio's om te komen met een eigen regionale beleidsinvulling voor functieverandering en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid. De regio Stedendriehoek heeft gebruik gemaakt van deze geboden mogelijkheid om een regionale regeling te maken voor functieverandering.

Regionale uitwerking Beleidskader functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen

Met de regionale uitwerking van het beleid d.d. 15 juli 2008 is het provinciale streekplanbeleid door een aantal gemeenten in de regio verder uitgewerkt.

Functieverandering biedt, door het toestaan van nieuwe economische dragers, belangrijke kansen voor het verbeteren van de economische vitaliteit en leefbaarheid van het landelijk gebied. En vooral ook voor het verbeteren van de kwaliteit van het landschap.

Functieverandering zorgt per saldo voor minder steen door het slopen van overbodige stallen en schuren en voor een aantrekkelijke vormgeving en (groene) inpassing van nieuwe functies ter plaatse van die stallen en schuren. In het regionale beleidskader is uitgewerkt onder welke voorwaarden wonen en werken in of ter plaatse van vrijkomende gebouwen mogelijk is, met het oog op winst voor economie, leefbaarheid en landschap.

De gemeenten Apeldoorn, Brummen, Lochem, Voorst en Zutphen wijken met dit beleidskader op de volgende punten af van het streekplan:

  • 1. Het regionale beleidskader biedt de mogelijkheid voor het bouwen van één of meer vrijstaande woningen naast de mogelijkheid van meerdere wooneenheden in één woongebouw. In alle gevallen van functieverandering moet de omgevingskwaliteit er per saldo op vooruit gaan.
  • 2. Het regionale beleidskader biedt de mogelijkheid tot nieuwbouw voor functieverandering naar werken en de combinatie wonen/werken. Dit kan in gevallen waarin sloop en nieuwbouw noodzakelijk zijn om bedrijfstechnische en bedrijfseconomische redenen en in gevallen waarin nieuwbouw beter is voor de ruimtelijke kwaliteit door het slopen van bestaande verpauperde bebouwing.
  • 3. Binnen de mogelijkheden van het streekplan (maximaal 50% hergebruik voor wonen) maken de gemeenten met het regionale beleidskader maatwerk mogelijk. Maatwerk dat recht doet aan de landschappelijke en functionele verschillen tussen gebiedsdelen binnen de regio. In een groot deel van het gebied is minder dan 50% hergebruik mogelijk. In een beperkt deel van het gebied is hergebruik (voor wonen) tot 50% mogelijk.

Het perceel Het Witte Veen 14 in Beekbergen ligt in de zone waar werken is toegestaan tot 750 m² van de oorspronkelijke bebouwing. In deze zone gelden voor het perceel Het Witte Veen 14 in Beekbergen de volgende regels:

  • 1. De algemene voorwaarden voor functieverandering (hoofdstuk 3 van de regeling).
  • 2. De gemeenten zullen van geval tot geval op basis van maatwerk bepalen wat wel en niet mogelijk is. Kwalitatieve koppeling aan het woningbouwprogramma zal plaatsvinden bij meer dan drie nieuwe woningen per locatie. Bij drie woningen of minder is de invulling aan de afzonderlijke gemeenten.
  • 3. De gemeenten staan naast woongebouwen ook vrijstaande woningen toe.
  • 4. De gemeenten gaan er van uit dat bij veel vrijkomende gebouwen slopen en nieuwbouw voor wonen meer voor de hand ligt dan verbouwen. Veel agrarische stallen zijn niet geschikt om te verbouwen tot woning. Het niet toestaan van sloop en nieuwbouw zal leiden tot minder winst voor de omgevingskwaliteit. Dit omdat dan minder functieverandering zal plaatsvinden en omdat hergebruik van bestaande gebouwen voor wonen vaak minder zal bijdragen aan verbetering van de omgevingskwaliteit dan het toestaan van nieuwbouw.

Omdat er op dit moment circa 350 m², exclusief de woning, aan bebouwing aanwezig is hoeft er geen sloop plaats te vinden. Een bestaand gebouw van circa 260 m² zal in gebruik worden genomen als lasbedrijf.

Ten slotte wordt voldaan aan alle algemene voorwaarden die gelden voor functieverandering naar werken:

  • A. De algemene voorwaarden in hoofdstuk 3 (degene die van toepassing zijn worden hier benoemd).

ad A:

  • Functieverandering is alleen van toepassing op fysiek bestaande, legale vrijgekomen (en ook vrijkomende) gebouwen die gelegen zijn in het buitengebied: alle bebouwing is met vergunning gerealiseerd en betreft voormalige agrarische bebouwing.
  • De regeling voor functieverandering geldt niet alleen voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (met een agrarische bestemming) maar ook voor eerder vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen waarvan de bestemming reeds is omgezet in bijvoorbeeld een woonbestemming: dit is van toepassing op de planlocatie.
  • Overtollige bebouwing wordt gesloopt met uitzondering van monumentale en karakteristieke gebouwen: er wordt voldaan aan deze voorwaarde. Alle bebouwing wordt (her)gebruikt.
  • Mestsilo’s, kuilplaten en erfverharding tellen niet mee als vrijkomende bebouwing. Het slopen van deze constructies is vereist vanwege de gewenste inpassing van de nieuwe situatie in de omgeving: er wordt voldaan aan deze voorwaarde, alleen bebouwing is meegenomen in de berekening.
  • De functieverandering van gebouwen wordt geëffectueerd door bestemmingswijziging van het gehele voormalige perceel en verkleining van het bouwvlak: de al gewijzigde bestemming (het is al wonen) blijft gehandhaafd en wordt op maat aangepast voor de vestiging van het bedrijf.
  • Met functieverandering van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied wordt de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet belemmerd. Functieverandering van vrijgekomen gebouwen mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling; mocht dit zich voordoen dan is het veroorzakersbeginsel (zie §1.4.2.2) van toepassing: er wordt voldaan aan deze voorwaarde, andere bedrijvigheid wordt niet belemmerd en de infrastructuur is van voldoende capaciteit zodat daardoor geen knelpunten ontstaan.
  • Met beeldkwaliteitsplannen wordt door de gemeenten de verschijningsvorm van de functieveranderingen afgestemd op de omgeving: dit gebeurd via een erfinrichtingsplan.
  • In alle gevallen dient functieverandering gepaard te gaan met -naast sloop- een vorm van verevening: een bijdrage aan de kwaliteit van de omgeving. Deze bijdrage zal zoveel mogelijk gericht moeten zijn op erftransformaties, zoveel mogelijk verevenen op de kavel zelf dus. Indien dit niet mogelijk of nodig blijkt, vindt verevening plaats in de vorm van een financiële bijdrage of een kwaliteitsverbetering in de omgeving: één en ander zal privaatrechterlijk worden afgesproken met de aanvrager.
  • Buitenopslag van goederen en stalling buiten zijn niet toegestaan: er is een opslagruimte beschikbaar die voor het bedrijf gebruikt wordt. Dit zit aan het gebouw vast.
  • Parkeren, laden en lossen dienen plaats te vinden binnen het nieuwe bestemmingsvlak: dit wordt binnen het bestemmingsvlak opgelost.

  • B. Met uitzondering van de landbouwontwikkelingsgebieden is hergebruik van vrijkomende gebouwen voor werken toegestaan tot 500 m² vloeroppervlakte per locatie (overeenkomstig het streekplan) of tot 750 m² per locatie afhankelijk van de zones zoals weergegeven in figuur 6.1. De zone waarin werken is toegestaan tot 750 komt overeen met de zone waarin wonen is toegestaan tot 50% van de oppervlakte vrijkomende of vrijgekomen bebouwing. De niet her te gebruiken bebouwing dient te worden gesloopt. In de zone tot 500 m2 werken dient minimaal 50% van de vrijgekomen bebouwing te worden gesloopt. Dit geldt niet voor de zone tot 750 m2 werken. In beide zones geldt dat niet her te gebruiken bebouwing dient te worden gesloopt. In het geval van nieuwbouw voor een werkfunctie tot 750 m2 mag nooit meer teruggebouwd worden dan er vrijkomt. Uit het besluit van Gedeputeerde Staten volgt: In die delen van de oranje zone die samenvallen met het groen blauwe raamwerk, het waardevol landschap, de groene wig Vaassen-Apeldoorn en de ecologische poort Loenen- Beekbergen (zoals die zijn weergegeven in het streekplan), is geen sprake van een generieke verruiming tot 750 m2. In die gevallen zal in de vorm van maatwerk omgegaan worden met functieveranderingsvoorstellen met een omvang van 500 m2 tot 750 m2, mits voorzien van een goede onderbouwing. Alle niet her te gebruiken bebouwing dient te worden gesloopt. Dit mag echter minder dan 50% van de vrijgekomen bebouwing zijn. Er mag echter nooit meer worden teruggebouwd dan er vrijkomt.

ad B:

  • Het betreft functieverandering naar werken, waarbij een oppervlakte van 260 m2 wordt ingezet voor de vestiging van het bedrijf. Er wordt aan de voorwaarde voldaan.

  • C. Bij werken geldt géén ondergrens voor de hoeveelheid vrijkomende bebouwing.

ad C:

  • Er is, exclusief de bestaande woning, circa 350 m² aan bebouwing aanwezig.

  • D. Alleen bedrijvigheid van de milieucategorieën 1 tot en met 3 is toegestaan, categorie 3 voorzover de bedrijvigheid qua milieubelasting vergelijkbaar is met categorie 1en 2. Genoemde categorieën bedrijvigheid zijn alleen toegestaan voor zover ze op de betreffende locatie passend zijn binnen de algemene voorwaarden in hoofdstuk 3. Dit betekent dat genoemde categorieën bedrijvigheid niet per definitie zijn toegestaan. Verder kan het mogelijk zijn dat andere categorieën bedrijvigheid op grond van de algemene voorwaarden op sommige locaties toch inpasbaar zijn. Bijlage 4 bevat een overzicht van bedrijvigheid naar milieucategorie. De individuele gemeenten kunnen, bijvoorbeeld in het bestemmingsplan, nader bepalen welke bedrijvigheid wel of niet is toegestaan per deelgebied.

ad D:

  • Er wordt voldaan aan deze voorwaarde, het type bedrijf is passend.

  • E. In het groenblauwe raamwerk van het streekplan Gelderland staat functieverandering naar gebiedsgebonden werkfuncties (bijvoorbeeld natuurbeheer en extensieve recreatie) voorop.

ad E:

  • door geen nieuwbouw te plegen maar een bestaand gebouw als vestigingsplaats van het bedrijf te kiezen is er geen negatief effect op het groenblauwe raamwerk.

  • F. Bij combinaties van wonen en werken krijgt de woning altijd de bestemming bedrijfswoning.

ad F:

  • Er is een maatbestemming opgenomen om het bedrijf en de bedrijfswoning te bestemmen.