direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding
Plan: Binnenstad Zuid-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1110-vas1

1.1 Aanleiding

Het plangebied Binnenstad Zuid-Oost ligt, zoals de naam al aangeeft, in het zuidoosten van de binnenstad van Apeldoorn (zie figuur 1). Het plangebied wordt aan de noordoostzijde begrensd door het kanaal, aan de zuidzijde door de spoorlijn Deventer – Amersfoort en aan de west- en noordzijde door de Hoofdstraat, Kalverstraat, Molenstraat-Centrum en Havenweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1110-vas1_0001.png"  
figuur 1 Ligging plangebied  

Het gebied Binnenstad Zuid-Oost is een zeer gevarieerd gebied, zowel qua bebouwing als qua functies. Woon- en werkfuncties komen naast elkaar voor, wat ook duidelijk herkenbaar is in de aard van de bebouwing. Ook is er een mix van oudere en nieuwere bebouwing. Het plangebied omvat drie deelgebieden, te weten de Noordelijke Stationsomgeving (rood omkaderd in figuur 2), Stadskade (blauw omkaderd in figuur 2) en Veldhuis (geel omkaderd in figuur 2). Noordelijke Stationsomgeving is een herontwikkelingsgebied dat de afgelopen jaren reeds een metamorfose heeft ondergaan, maar deze herontwikkeling is nog niet volledig voltooid. De deelgebieden Stadskade en Veldhuis zijn onderdeel van het herontwikkelingsgebied Kanaaloevers. Deelgebied Stadskade is al volledig herontwikkeld; in Veldhuis is herontwikkeling in de toekomst nog mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1110-vas1_0002.png"  
Figuur 2 Deelgebieden plangebied  

Voor Veldhuis geldt een zeer gedateerd bestemmingsplan uit 1938 met erg ruime bouw- en gebruiksmogelijkheden. Deze ruime mogelijkheden hebben ertoe geleid dat er zich verschillende milieubelastende functies heel dicht bij milieugevoelige functies gevestigd hebben, dichter wellicht dan vanuit de huidige milieuzoneringssystematiek wenselijk geacht zou worden. Herontwikkeling naar woningbouw van een deel van Veldhuis, zoals eerder was gepland, is om meerdere redenen op korte en zelfs ook middellange termijn niet mogelijk. De gemeente is op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wel verplicht om het geldende bestemmingsplan te actualiseren. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het overnemen van het geldende recht. Mogelijke nieuwe ontwikkelingen zijn in dit bestemmingsplan niet opgenomen omdat zij nog onvoldoende concreet zijn en niet is aangetoond dat zij uitvoerbaar zijn. Daarvoor zijn met name van belang de milieuhygiënische uitvoerbaarheid (onderzoek moet hebben aangetoond dat de ontwikkelingen milieuhygiënisch inpasbaar zijn of inpasbaar kunnen worden gemaakt) en de economische uitvoerbaarheid. Ook moet het gemeentelijk kostenverhaal verzekerd zijn; uitgangspunt is dat er geen exploitatieplan voor het plangebied vastgesteld zal worden.