direct naar inhoud van 5.3 Natuurwaarden
Plan: Bestemmingsplan Hoog Buurloseweg naast 54
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1081-onh1

5.3 Natuurwaarden

5.3.1 Algemeen

Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie.

Soortbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 van de wet kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 vastgestelde AmvB gelden enkele ontheffingen van het verbod. Het systeem werkt als volgt:

  • algemene soorten
    Voor de (met name genoemde) algemene soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod.
  • overige soorten
    Voor de overige (met name genoemde) soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen (goedgekeurde) gedragscode is, is voor die soorten een ontheffing nodig; de ontheffingsaanvraag wordt voor deze soorten getoetst aan het criterium 'doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort'.
  • soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/bijlage 1 AmvB
    Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van de AmvB artikel 75 is voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie criteria:
    • 1. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang (daaronder valt de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling); en
    • 2. er is geen alternatief; en
    • 3. doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.

Vogels vormen een aparte groep: activiteiten die verstorend zijn gedurende de broedperiode van voorkomende broedvogels zijn niet toegestaan; een ontheffingsmogelijkheid ontbreekt dan ook. Daarnaast is voor aantasting van vaste verblijfplaatsen van vogels (nesten die jaarlijks terugkerend worden bezocht) buiten de broedperiode een ontheffingsprocedure van belang.

Gebiedsbescherming

Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Aangezien het plangebied niet ligt in een gebied waarvoor zo'n gebiedsbescherming geldt en ook niet in de invloedssfeer van zo'n gebied, wordt daarop niet verder ingegaan.

5.3.2 Onderzoeksresultaten

Onderzoek naar flora en fauna en beoordeling aan de Natuurbeschermingswet 1998 heeft plaatsgevonden. In het rapport van ecologisch onderzoek - en adviesbureau AD.ECO van september 2009 (in bijlagen opgenomen) wordt het volgende geconstateerd:

Gebiedsbescherming

In de omgeving van de planlocatie ligt het natura 2000 gebied Veluwe. Dit ligt hemelsbreed minder dan een halve kilometer weg, maar wordt van het plangebied gescheiden door een provinciale weg en een gebiedje met woonbebouwing. Hierdoor is er geen sprake van een relatie met het natura 2000 gebied Veluwe en is er ook geen externe werking te verwachten. Daarom is het niet nodig voor dit plan een ontheffing van de Natuurbeschermingswet aan te vragen.

Soortsbescherming

Binnen het plangebied zijn geen beschermde plantensoorten aanwezig. De plannen bedreigen de in het gebied voorkomende insecten, amfibieƫn en zoogdieren niet. Er komen geen reptielen of vissen voor. Nader onderzoek naar vleermuizen is niet nodig.

Werkzaamheden in het terrein betekent tijdelijke verandering van het leefgebied van de voorkomende vogelsoorten. Dit zal geen relevante gevolgen hebben voor het voortbestaan van de vogelsoorten of- populaties. De werkzaamheden mogen alleen in het broedseizoen worden begonnen (periode 15 maart tot 15 juli) als is aangetoond dat er geen vogels broeden.