direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Bestemmingsplan Vrijenbergweg 60 en 62 Loenen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1076-onh1

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, waaronder begrepen begeleid wonen;
  • b. dependances, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dependance';
  • c. beroepsuitoefening aan huis;
  • d. niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • e. tuin en/of erf;
  • f. nevenactiviteiten in de vorm van hobbymatig agrarisch gebruik (minder dan 20 NGE), Bed&Breakfast, recreatief rustpunt en/of kleinschalig kamperen bestaande uit ten hoogste 25 standplaatsen uitsluitend ten behoeve van kampeermiddelen en uitsluitend in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. voor zover aangeduid gelden tevens de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3;

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 8 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 6.4 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte /inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Hoofdgebouwen   700 m3   4 m     - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld
- per bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' is één hoofdgebouw toegestaan
- per hoofdgebouw is één woning toegestaan
- de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m
- voor het splitsen van de woning in twee wooneenheden geldt het in artikel 8 lid 8.3 bepaalde
- het in artikel 9 lid Strijdig gebruik bebouwde grond onder f bepaalde is van overeenkomstige toepassing  
Bijgebouwen en overkappingen   75 m² per hoofdgebouw (6.4.1a)   3 m   5 m   - voor het bepalen van de oppervlakte worden alle op het perceel aanwezige gebouwen, niet zijnde het hoofdgebouw, meegeteld
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht (6.4.1b)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan  
Dependances   65 m2   3 m   5 m   - de totale oppervlakte aan bijgebouwen, overkappingen en dependances mag niet meer dan 75 m2 bedragen
- een dependance heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen
 
       
- erf- en terreinafscheidingen       2 m   - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (6.4.1c)  
- zwembaden   75 m² per hoofdgebouw
 
  0,50 m    
- paardenbakken       2 m   - per hoofdgebouw mag 1 paardenbak worden aangelegd, ten minste 5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde hiervan
- de afstand van een paardenbak tot (bedrijfs)woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter
 
- overig       2 m   - uitsluitend in samenhang met het afwijken van de gebruiksregels als bedoeld in lid 6.6.1 onder a z ijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een tennisbaan toegestaan tot een hoogte van ten hoogste 5 m  
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 12 opgenomen procedureregels van toepassing.

6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 6.2 bepaalde:

  • a. teneinde de maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw, uitsluitend ten dienste van het hobbymatig agrarisch gebruik en uitsluitend indien de betreffende grond ligt binnen een bestemmingsvlak met de bestemming Wonenof Agrarisch, uit te breiden met:
    • 1. ten hoogste 50 m² indien direct aansluitend bij het hoofdgebouw ten minste 1 hectare grond hoort;
    • 2. ten hoogste 100 m² indien direct aansluitend bij het hoofdgebouw ten minste 2 hectare grond hoort;
    • 3. ten hoogste 150 m² indien direct aansluitend bij het hoofdgebouw ten minste 3 hectare grond hoort;
    • 4. ten hoogste 200 m² indien direct aansluitend bij het hoofdgebouw ten minste 4 hectare grond hoort;
  • b. voor het bouwen van bij het hoofdgebouw behorende bijgebouwen en overkappingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
  • c. voor het ten behoeve van de privacy bouwen van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevelrooilijn bij hoofdgebouwen tot een bouwhoogte van 2 m, indien dit met het oog op de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is.
6.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels van artikel 9 gelden de volgende specifieke regels.

  • a. De aanleg van en het gebruik van gronden als tennisbaan met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet toegestaan.
  • b. De vloeroppervlakte ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van Bed&Breakfast en/of recreatief rustpunt bedraagt niet meer dan 75 m2, met dien verstande dat voorzieningen ten behoeve van Bed&Breakfast uitsluitend in het hoofdgebouw zijn toegestaan en buitenopslag ten behoeve van de nevenactiviteiten niet is toegestaan. Bij kleinschalig kamperen dient een afstand van ten minste 200 meter tussen de kampeerterreinen te worden aangehouden.
  • c. Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2 per kavel;
    • 2. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu;
    • 3. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
    • 4. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
    • 5. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
    • 6. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
    • 7. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 6.5 bepaalde:

  • a. voor de aanleg van en het gebruik van gronden als tennisbaan, mits:
    • 1. de tennisbaan wordt aangelegd achter het hoofdgebouw;
    • 2. de tennisbaan niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;
    • 3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de tennisbaan, zoals ballenvangers, niet meer dan 5 meter bedraagt;
6.6.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.