Plan: | Kruisweg 28 Beekbergen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1068-onh1 |
Hoofdstuk 1 van de regels geeft de inleidende regels. Het betreft de begripsregels, waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd (artikel 1), en de wijze van meten en berekenen (artikel 2).
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Hierin worden voor de bestemming regels gegeven voor gebruik en bebouwing van de grond. Deze bestemmingsregeling wordt hierna besproken.
Agrarisch
Ten behoeve van de uitbreiding van de bebouwingsmogelijkheden van het bedrijf Gemjo B.V. moet worden voorzien in een waterberging in de aangrenzende agrarische bestemming. Hiervoor is door de provincie al een ontgrondingenvergunning verleend. De waterberging is als functie-aanduiding "waterberging" binnen de bestemming Agrarisch opgenomen.
Bedrijf
De bestemming "Bedrijf" (B) is opgenomen op het noordelijke gedeelte van het perceel Kruisweg 28 en omvat exact de vigerende bestemming "Niet-agrarische bedrijven", met de aanduiding "Gdh", welke behoort bij het geldende bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid'.
Voor het voorliggende plan is gekozen voor één niet-agrarische bestemming, die zowel het bedrijfsmatige karakter van de aanwezige bedrijvigheid beperkt als de landschappelijke en natuurkundige waarden van het gebied recht doet. Met name dit laatste heeft ertoe geleid dat er buiten het bouwvlak zeer beperkte opslag mogelijk is is tot een maximum van 250 m² (=5 % van het bestemmingsvlak) en een hoogte van maximaal 4 meter.
Qua bebouwingsmogelijkheden is de standaard van de gemeente Apeldoorn gehanteerd, zij het met een specifiek voor deze bestemming opgenomen regeling. Zo is het ter plaatse mogelijk één of meer bedrijfsgebouwen te realiseren, tot een totale oppervlakte van 3.000 meter², overigens binnen de hoogtevoorschriften die ook al gelden in het vigerende bestemmingsplan (goothoogte 6 meter, bouw- of nokhoogte 8,5 meter).
Binnen de 3.000 m² bedrijfsbebouwing (exclusief de bedrijfswoning) is handel en bewerking van rubber mogelijk alsmede handel in ambulante goederen tot 1.200 m². Om te bepalen wat onder detailhandel in ambulante handel wordt verstaan is een begripsbepaling opgenomen.
Tevens blijft - evenals in het geldende bestemmingsplan - de mogelijkheid bestaan om buiten de genoemde 3.000 meter² één bedrijfswoning op te richten (inhoud hoofdgebouw maximaal 700 meter³, goothoogte 4 meter, afstand tot andere bebouwing maximaal 10 meter.
De nieuwbouw van de hal en de beperkt toegestane buitenopslag dient landschappelijk te worden ingepast aan de hand van een inrichtings- en beplantingsplan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de uitspraak Maasdriel (van 1 juni 2011, 201008528/R2) uitgesproken dat een dergelijk verplichting in de regels van het bestemmingsplan dient te worden vastgelegd. Daarom is de landschappelijke inpassing aan de hand van het inrichting(- en beplanting)splan als voorwaarde opgenomen in de bouw- en gebruiksregels. Het inrichtingsplan is als bijlage 2 bij de regels opgenomen.
Groen
Ten behoeve van de landschappelijke afscherming c.q. inpassing van het bedrijf is een bestemming Groen langs de noord- en oostrand van het bedrijf opgenomen. Binnen deze strook mogen geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 9 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 9.1 van dit artikel staat onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen is toegestaan waar ook bovengronds gebouwd mag worden. Lid 9.2 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten goothoogte.
In artikel 11 staan de algemene gebruiksregels. Naast het verbod om grond en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming bevat dit artikel ook regelingen voor beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van de bedrijfswoning. Bij recht is het gebruik van (een deel van) die woning en bijgebouwen ten behoeve van beroepsuitoefening aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroepsmatige gebruik blijft overheersen. Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken is ook het gebruik voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis mogelijk. Ook hier gelden beperkingen om het woonkarakter te behouden. Alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de in bijlage 1 bij de regels (Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis) zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" als categorie 1-bedrijven zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden. In artikel 14 staan de procedureregels die bij ontheffing en wijziging in acht genomen moeten worden. Artikel 15 tenslotte geeft een regeling voor verwijzingen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten zeer bekende regels die geen nadere bespreking behoeven.
Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.