Plan: | Kruisweg 28 Beekbergen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1068-onh1 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. bedrijfsactiviteiten van ten hoogste categorie 2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfstypen en;
2. het volgende bedrijf, ter plaatse van de aanduiding:
aanduiding | Bedrijf | SBI-code | Straatnaam | Huisnummer |
specifieke vorm van bedrijf- rubberhandel |
- Bewerking en handel in rubbermatten; - bestaande detailhandel in ambulante goederen, alsmede in agrarische werkkleding- en schoeisel tot max 1.200 m² . - houtbewerking- handel (waaronder een kleine ambachtelijke zagerij) max 50 m² |
4676/ 2513 47 16101 |
Kruisweg, Beekbergen | 28 |
Naast de algemene bouwregels en de algemene aanduidingsregels van artikel 8 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte/ inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
- Gebouwen en overkappingen
|
3.000 m², waarvan max: - 1.200 m² t.b.v. detailhandel in ambulante goederen - houtbewerk-ing/zagerij -hooimijt/ge- bouw: bestaand. |
-6 m - hooimijt/gebouw: bestaand |
8,5 m - hooimijt/gebouw: bestaand |
- als voorwaarde voor het realiseren van nieuwe bebouwing geldt dat de bebouwing landschappelijk (binnen de bestemming Groen) dient te worden ingepast en in stand dient te worden gehouden overeenkomstig het inrichtingsplan dat als bijlage 2 bij deze regels is opgenomen - voor het bepalen van de oppervlakte worden de bedrijfswoning met bijgebouwen niet meegeteld - de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m - de bestaande hooimijt/gebouw is tevens buiten het bouwvlak toegestaan; |
- Bedrijfswoning | 700 m3 | 4 m | - is tevens toegestaan buiten het bouwvlak;
- voor het bepalen van de inhoud wordt een inpandige garage en/of berging meegeteld; - er is één bedrijfswoning toegestaan; - de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m en tot de openbare weg ten minste 5 m; - voor het splitsen van de bedrijfswoning in twee wooneenheden geldt het in artikel 8 lid 8.3 bepaalde; |
|
- Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning | 75 m2 | 3 m | 5 m | - zijn tevens toegestaan buiten het bouwvlak;
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden opgericht (4.4.1a) |
- Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen |
- tuinmeubilair:3m - voor de uitoefening van het bedrijf noodzakelijke bouwwerken: 10 m - overig 2 m |
|||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (4.4.1b)
|
||
- antenne-installaties
|
15 m | |||
- overig |
6 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwingbinnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als bedrijfsterrein, tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt, met dien verstande dat gebruik als opslagterrein alleen is toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1onder a1 bepaalde teneinde de vestiging van bedrijfstypen toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, dan wel voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende aanduidingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, met dien verstande dat de belasting van het (leef)milieu en het landschap in de omgeving alsmede de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig mogen toenemen en de belangen van de omliggende functies ook anderszins niet onevenredig mogen worden geschaad;
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.