Plan: | Bestemmingsplan Parc Spelderholt |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1062-onh1 |
Hoofdstuk 1 van de regels geeft de inleidende regels. Het betreft de begripsregels, waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd (artikel 1) en de wijze van meten en berekenen (artikel 2).
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Hierin worden per bestemming regels gegeven voor gebruik en bebouwing van de grond. Conform SVBP 2008 zijn de artikel geplaatst in alfabetische volgorde. Deze bestemmingsregelingen worden hierna besproken.
Gemengd - Landgoed
De bestemming "Gemengd - Landgoed" is opgenomen waar voorheen de bestemming "onderzoeksinstituut voor pluimvee" gold. Deze keuze is bepaald aan de hand van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) die het aantal te gebruiken bestemmingen limiteert en geen separate bestemming "Landgoed" kent. Daarbij wordt met deze keuze aangesloten bij het naastgelegen bestemmingsplan voor de ontwikkelingen van Riant. De bestemming ziet uitsluitend toe op het gebruik van de gronden en de bescherming van de ter plaatse aanwezige waarden. Daarnaast is een regeling voor de reeds aanwezige monumentale woning opgenomen. Daarbij is tevens medegebruik ten behoeve van de manege toegestaan, namelijk in de vorm van recreatief medegebruik en evenementen.
Maatschappelijk
De bestemming "Maatschappelijk" regelt de bestemming van de maatschappelijk instelling stichting Parc Spelderholt. De doelstellingen en werkzaamheden van deze stichting zijn in voorgaande hoofdstukken uitputtend beschreven. Gegeven de dagopleiding in een congreshotel is door middel van een aanduiding "verblijfsrecreatie" tevens het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van hotels, pensions en congres-oorden toegevoegd. Hierbij is de toevoeging gedaan dat deze activiteiten uitsluitend betrekking mogen hebben op een maatschappelijk gerelateerde organisatie. Parc Spelderholt heeft in haar statuten opgenomen dat het zodanig commercieƫl exploiteren van de panden dat winst wordt gemaakt niet is toegstaan.
Met betrekking tot de nieuw te realiseren studentenhuisvesting is, onder andere, de bestemmingsomschrijving "zorgwoningen" opgenomen. Deze maakt dat bij bewoning altijd een component van zorg of begeleiding aanwezig dient te zijn. Zelfstandige bewoning van de eenheden in een regulier gezinsverband zonder zorg of begeleiding is niet toegestaan. Ook omvat de nieuw te realiseren huisvesting enkele algemene ruimten ten behoeve van onderwijs en opleiding. Ten aanzien van de voorgenomen realisatie van de sportvoorziening geldt dat deze uitsluitend mag worden gebruikt door studenten en bezoekers van Parc Spelderholt. Het separaat verhuren van de sporthal ten behoeve van sportverenigingen uit Beekbergen en omstreken is, vanwege de verkeersaantrekkende werking hiervan, dan ook niet toegestaan.
Qua bebouwingsregels is gekozen voor het per bouwvlak aangeven van goot- en nokhoogtes.
In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 6 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 6.1 van dit artikel staat onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen is toegestaan waar ook bovengronds gebouwd mag worden. Lid 6.2 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten goothoogte.
In artikel 7 staan de algemene gebruiksregels. Naast het verbod om grond en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming bevat dit artikel ook regelingen voor beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van woningen. Bij recht is het gebruik van (een deel van) woning en bijgebouwen ten behoeve van beroepsuitoefening aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroepsmatige gebruik blijft overheersen. Door middel van een ontheffing is ook het gebruik voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis mogelijk. Ook hier gelden beperkingen om het woonkarakter te behouden. Alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de in bijlage 1 bij de regels (Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis) zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" als categorie 1-bedrijven zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden. In artikel 10 staan de procedureregels die bij ontheffing en wijziging in acht genomen moeten worden. Artikel 11 tenslotte geeft een regeling voor verwijzingen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten zeer bekende regels die geen nadere bespreking behoeven.
Hoofdstuk 4 bevat tot slot de strafbepaling, het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.