Plan: | De Voorwaarts |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1035-onh1 |
Het Streekplan Gelderland 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005) is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Naast het het beleid dat geldt voor de gehele provincie, wordt in het streekplan dan ook uitvoerig ingegaan op het regiospecifieke beleid.
Generiek beleid
Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'. Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Bundeling in Gelderland heeft met name de volgende doelen:
- handhaving/versterking van de economische en culturele functie van de steden;
- behoud/versterking van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen;
- optimale benutting van infrastructuur, kansen voor openbaar vervoer en fietsgebruik.
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:
een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;
Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat de gemeenten -samenwerkend in regio's- voorzien in een aanbod aan woningen dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma. Het aanbod aan woningen en woonmilieus moet beter aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen. Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit.
De sociaal-culturele infrastructuur is een bepalende factor voor de kwaliteit van de samenleving. Uitgangspunt is om bij ruimtelijke inrichtingsplannen ook voorzieningen te realiseren die nodig zijn om een goede sociaal-culturele infrastructuur in stand te houden of op te bouwen. Functies moeten zo worden gesitueerd ten opzichte van aanwezige voorzieningen dat deze bereikbaar zijn en er voldoende draagvlak voor blijft bestaan.
Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Het water in de stad wordt met het omringend watersysteem als één geheel beschouwd. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel worden voorkomen.
Het gebied waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft maakt onderdeel uit van het rode raamwerk. De ontwikkelingen die dit plan mogelijk maakt, te weten een internationaal sportcentrum, en grootschalige detailhandel, sluiten aan bij de doelstellingen die in het streekplan zijn vastgelegd.
Regiospecifiek beleid: de Stedendriehoek
Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren is het streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Voor de regio Stedendriehoek refereert het streekplan dan ook sterk aan de structuurvisie Ruimtelijk
structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek.
Voor het versterken van het regionaal stedelijk netwerk Stedendriehoek is bundeling het leidend principe. Dit houdt in dat het regionale programma voor wonen, werken en voorzieningen zoveel mogelijk gebundeld moet worden gerealiseerd binnen het stedelijk netwerk. Het overgrote deel van de woningbouwopgave ligt in de steden Apeldoorn, Zutphen en Deventer. Het regionale programma voor wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld aan knooppunten van infrastructuur worden gerealiseerd in het bundelingsgebied van de Stedendriehoek. De verstedelijkingsopgave is zowel gericht op inbreiden binnen de steden als uitbreiden buiten de steden.
De regio Stedendriehoek kiest voor verdere herstructurering en intensivering van bestaand stedelijk gebied: 45% van de nieuw te bouwen woningen wordt gerealiseerd door herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied.
Het provinciale locatiebeleid voor de detailhandel is opgenomen in paragraaf 2.2. van de structuurvisie. Het beleid is er op gericht grootschalige winkelvoorzieningen te accommoderen op binnenstedelijke en randstedelijke (perifere) locaties. Voor grootschalige detailhandel op perifere locaties gelden aanvullende beleidseisen.
Een (nieuw) cluster voor grootschalige detailhandelvoorzieningen kan alleen worden geconcentreerd in stedelijke netwerken nabij centra en knooppunten met een bovenregionale functie. Een dergelijke functie dient qua functie complementair te zijn aan de bestaande winkelgebieden. Daarnaast mag de ontwikkeling van de grootschalige detailhandel geen duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandelstructuur tot gevolg hebben. In de structuurvisie is bepaald dat per stedelijk netwerk binnen het bundelingsgebied de mogelijkheid wordt geboden een dergelijk cluster van grootschalige detaillhandel te vestigen. De betreffende regio's kunnen deze aanwijzen in overleg met de afzonderlijke gemeenten.
Het bestemmingsplan De Voorwaarts past binnen de genoemde eisen voor clusters van grootschalige detailhandelvoorzieningen. De locatie is gelegen binnen het stedelijk netwerk “Stedendriehoek” en nabij een knooppunt met een bovenregionale functie zoals vastgelegd op de “Beleidskaart ruimtelijke structuur”.
Ruimtelijke Verordening Gelderland
Op 15 december 2010 is de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld door Provinciale Staten. De Verordening vormt een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid door de provincie. Dit betekent dat de Verordening geen beleidswijzigingen bevat.
In de Ruimtelijke Verordening is echter niet voorzien in een definitiebepaling van het begrip “binnenstedelijk”. Daardoor is niet vast te stellen of het plangebied binnen het begrip binnenstedelijk kan worden geschaad. Voor zover het plangebied aan te merken is als perifere locatie zoals bedoeld in de Ruimtelijke Verordening, wordt geconstateerd dat het bestemmingsplan niet voorziet in vestiging van zogenaamde volumineuze goederen als bedoeld in artikel 5, lid 2 van de Ruimtelijke Verordening. Wanneer het plangebied niet is aan te merken als binnenstedelijk gelegen, is het bestemmingsplan dan ook in strijd met artikel 5 van de Verordening.
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben, gelet op het ongewijzigde beleid voor grootschalige detailhandel en de onduidelijkheid in de Ruimtelijke Verordening besloten om artikel 5 van de Verordening buiten toepassing te laten.