direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1001-vas1

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Bestemmingsomschrijving algemeen

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

9.1.2 Bestemmingsomschrijving specifiek

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' is de voor 'Maatschappelijk' aangewezen grond uitsluitend bestemd voor het parkeren ten behoeve van de naastgelegen maatschappelijke voorziening.

9.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 24 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 9.3 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   bouwvlak, met inachtneming van het bebouwingsperce ntage ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde    
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan   bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de bedrijfswoning is gebouwd (9.3a)
- bij een aan de bedrijfswoning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de bedrijfswoning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de bedrijfswoning worden aangesloten
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installati e s: 15 m
speel- en klimtoestellen: 4 m (9.3b)
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  
9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 9.2 bepaalde dat bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • b. van het in lid 9.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen van speel- en klimtoestellen tot een bouwhoogte van 6 meter, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld en dit voor de omringende woningen geen onevenredige hinder oplevert;
  • c. van het in lid 9.1 en lid 9.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 9.5 is afgeweken van de gebruiksregels.
9.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van bedrijfswoningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2per kavel;
  • b. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
  • d. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
  • e. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
  • f. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
  • g. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 9.1 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen of de Lijst van toegelaten vormen van cultuur en ontspanning, dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde Lijsten, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.

9.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.