direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Stadsdeel Zuid-Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1001-vas1

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    • 1. bedrijfsactiviteiten van categorie 1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfstypen;
    • 2. bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfstypen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
    • 3. een elektriciteitsdistributiebedrijf met transformatorvermogen < 200 MVA (SBI-code 35C3), ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf';
    • 4. een kermisexploitatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kermisexploitatiebedrijf';
    • 5. een verhuisbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verhuisbedrijf';
    • 6. een glasbewerkingsbedrijf (SBI-code 231), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - glasbewerkingsbedrijf';
    • 7. een autoreparatiebedrijf (SBI-code 452), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reparatie van auto's';
    • 8. stalling van de autovoorraad ten dienste van het nabijgelegen bedrijf in verkoop en reparatie van auto's, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling autovoorraad';
    • 9. handel in en reparatie van auto's (SBI-code 45.11), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel en reparatie in auto's', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - stalling autovoorraad' de grond uitsluitend mag worden gebruikt als toegangsweg en het stallen van auto's niet is toegestaan;
    • 10. een autoruitenreparatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoruitenreparatiebedrijf';
    • 11. een aannemersbedrijf met werkplaats en bedrijfsoppervlak < 1.000 m2 (SBI-code 41, 42, 43/3), ter plaatse van de aanduiding 'specfieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';
    • 12. een groothandel in groenten en fruit (SBI-code 46217, 4631), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in groente en fruit';
    • 13. een bedrijf in het vervaardigen van kleding (SBI-code 141), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardigen van kleding';
    • 14. bedrijf in grondwerk, verhuur en transport, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondwerk, verhuur en transport';
    • 15. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, daaronder begrepen lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
    • 16. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, niet zijnde lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
    • 17. beroepsuitoefening aan huis;
    • 18. nutsvoorzieningen;
    • 19. openbare parkeerplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
    • 20. tuin en/of erf.
  • b. De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn niet bestemd voor:
    • 1. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
    • 2. risicovolle inrichtingen;
    • 3. detailhandelsbedrijven, met uitzondering van:
      • I. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen;
      • II. detailhandelsbedrijven die zich uitsluitend toeleggen op postorderactiviteiten en/of verkoop via Internet.

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 24 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 3.3 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van overkappingen bij bedrijfswoningen en woonwagens   - bouwvlak, met inachtneming van het bebouwingsperce ntage ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'
- 600 m³ per bedrijfswoning
- 400 m3 per woonwagen  
de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   - ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag de oppervlakte aan gebouwen niet meer bedragen dan de aldaar aangegeven waarde
- ter plaatse van de aanduiding 'overkapping' is uitsluitend een overkapping ten behoeve van het verkooppunt motorbrandstoffen toegestaan  
Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen en woonwagens   50 m²   bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning c.q. woonwagen of het verlengde daarvan worden opgericht (3.3a)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installati e s: 15 m
voor de uitoefening van het bedrijf noodzakelijke bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 10 m
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 3.2 bepaalde dat bijgebouwen bij de bedrijfswoning of woonwagen niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning c.q. woonwagen of het verlengde daarvan mogen worden gebouwd, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt niet onaanvaardbaar is;
  • b. van het in lid 3.1 en lid 3.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 3.5 is afgeweken van de gebruiksregels.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Gebruik niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als bedrijfsterrein, tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt, met dien verstande dat gebruik als opslagterrein vóór de naar de wegzijde gekeerde bouwgrens niet is toegestaan. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit.

3.4.2 Regels voor verkooppunt motorbrandstoffen

Voor een verkooppunt motorbrandstoffen gelden de volgende regels:

  • a. bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' mag worden gebruikt als technische ruimte, zoals werkplaatsen, en als servicegebouw, waaronder in ieder geval begrepen winkel, magazijn en sanitaire ruimten, zulks ten dienste van het verkooppunt motorbrandstoffen;
  • b. in het onder a genoemde servicegebouw zijn geen afzonderlijke ruimten voor detailhandeltoegestaan;
  • c. al dan niet zelfstandige horecaruimten in de zin van café/bar, restaurant, snackbar, et cetera zijn niet toegestaan. Buffetverkoop en verkoop uit automatiek zijn, als onderdeel van de detailhandelsactiviteiten, wel toegestaan;
  • d. bij beëindiging van het verkooppunt motorbrandstoffen dienen de hiervoor genoemde detailhandelsactiviteiten eveneens te worden beëindigd.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 onder a bepaalde teneinde de vestiging van bedrijfstypen toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, dan wel voorkomen in een hogere categorie dan in het betreffende aanduidingsvlak is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.

3.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.