direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Kern Aalten 2011, wijziging Spinnerij 15
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.WP00031-VG01

Toelichting

De toelichting dient een duidelijk beeld van het wijzigingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten te geven. Met name een goede afstemming tussen de toelichting en de beide juridische onderdelen van het wijzigingsplan is van groot belang. De plantoelichting geeft een toelichting op het wijzigingsplan, maar maakt geen deel uit van het wijzigingsplan.

Deze plantoelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 De huidige situatie

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving 

Hoofdstuk 4 Beleidskader

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

Hoofdstuk 6 Juridisch bestuurlijke aspecten

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Hoofdstuk 8 Inspraak

Hoofdstuk 1 Inleiding

Achterhoek Antennebouw Aalten B.V. heeft een verzoek ingediend om hun bestaande mast aan de Spinnerij 15 te Aalten, te vervangen voor een nieuwe mast. De nieuwe mast krijgt een hoogte van 49,5 meter.

Om de mast mogelijk te maken wordt eerst een (bestemmings)wijzigingsprocedure opgestart op basis van artikel 50.3 van bestemmingsplan Kern Aalten 2011 en van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid van artikel 49.2 om af te wijken van de geldende hoogte van 10%.

Hoofdstuk 2 De huidige situatie

Het plangebied ligt nabij de rand van het relatief jonge bedrijventerrein De Weverij in Aalten, op het buitenterrein van Achterhoek Antennebouw aan de Spinnerij 15 in Aalten. In het plangebied staat op dit moment een mast van circa 30 meter hoog die gedemonteerd wordt, om ruimte te maken voor de nieuwe mast.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0197.WP00031-VG01_0001.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0197.WP00031-VG01_0002.png"

Op basis van het geldende bestemmingsplan Kern Aalten 2011 ligt het plangebied in een bouwvlak van de bestemming Bedrijventerrein. Hier geldt een bebouwingspercentage van 80% en er mogen gebouwen worden opgericht met een hoogte van maximaal 15 meter.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

Het doel van is om uiteindelijk een antennemast te realiseren van 49,5 meter hoog.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.WP00031-VG01_0003.png"

Deze hoogte is nodig om de mast (radio node) aan zowel de voedende als aan de uitgaande kant, door middel van directe zichtverbindingen, goed te kunnen verbinden met de rest van het netwerk.

Uit analyse blijkt dat er een 'gat' in de dekking van het 4G-netwerk van Tele2 in de regio Aalten-Winterswijk-Eibergen wordt verholpen. In de mast zullen hiervoor initieel circa 7 schotels geplaatst worden (minimale doorsnede van 60 cm) om hiermee het groeiende dataverkeer te kunnen verwerken. De bestaande 4G antennes in het verzorgingsgebied kunnen hierdoor optimaler ontsloten worden. Dataverkeer wordt sneller verwerkt en de capaciteit wordt vergroot. Internetverbindingen komen makkelijker tot stand en vallen minder snel weg of schakelen minder snel over op een ander (Duits) netwerk.

De Stichting Lokale Omroep Aalten Dinxperlo heeft met AAA voor een periode van 10 jaar een contract gesloten om gebruik te mogen maken van de mast. De huurprijs is een fractie van wat te doen gebruikelijk is. Met deze mast is het bereik in het hele verzorgingsgebied - en het voortbestaan - van Aladna FM voor een lange termijn gewaarborgd.

Hoofdstuk 4 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt het relevante beleid ten aanzien van de ruimtelijke structuur en de functionele structuur opgenomen.

4.1 Nationaal Antennebeleid

Er is een toenemende maatschappelijke behoefte aan netwerken voor draadloze communicatie in Nederland. Het kabinetsbeleid is erop gericht draadloze communicatie te stimuleren, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat er voldoende plekken voor antenne-installaties zijn. Nederland kan echter niet onbeperkt gevuld worden met nieuwe antennes. Er moet ook rekening worden gehouden met het leefmilieu, de volksgezondheid en de veiligheid. Daarom is het Nationaal Antennebeleid opgesteld.

Het doel van het Nationaal Antennebeleid is het binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid stimuleren en faciliteren van voldoende ruimte voor antenneopstelpunten.

Het Nationaal Antennebeleid is gericht op drie beleidsthema’s:

  • het aanpassen van relevante wet- en regelgeving;
  • het meer in evenwicht brengen van de vraag naar en het aanbod van opstelpunten;
  • de communicatie en informatieverspreiding.

Om er voor te zorgen dat netwerken voor mobiele communicatie snel gebouwd kunnen worden, heeft de rijksoverheid er in het Nationaal Antennebeleid voor gekozen een groot gedeelte van de antenne-installaties omgevingsvergunningsvrij te maken.

4.1.1 Ruimtelijk beslag

Het beleid met betrekking tot het ruimtelijk beslag van antenne-installaties (de locaties waar antennes (kunnen) worden neergezet) is gericht op twee doelen. Aan de ene kant de beperking van de behoefte aan opstelpunten door bijvoorbeeld het bevorderen van site-sharing (het delen van elkaars antennemasten). Aan de andere kant het genereren van zo veel mogelijk geschikte opstelpunten door het beschikbaar stellen van rijksobjecten voor plaatsing van antenne-installaties.

4.1.2 Verantwoordelijkheid overheden

De verantwoordelijkheden van de diverse overheden zijn ook in het Nationaal Antennebeleid vastgelegd. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) is verantwoordelijk voor de beoordeling en normstelling met betrekking tot de effecten van elektromagnetische velden.

Het ministerie van Economische Zaken (EZ) maakt de aanleg van netwerken voor mobiele communicatie mogelijk. Daarnaast houdt Agentschap Telecom, als agentschap van het ministerie EZ, toezicht op de veiligheidsaspecten van gebruikte apparatuur voor mobiele netwerken. Het agentschap geeft daarbij ook de benodigde vergunningen uit voor het gebruik van frequenties die nodig zijn voor de draadloze en mobiele toepassingen. Het Antennebureau, het informatie- en voorlichtingsbureau van de overheid over antennes, is onderdeel van Agentschap Telecom.

De gemeente is bij omgevingsvergunningplichtige antennes verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening en bouwkundige procedures conform de Wabo en het Bouwbesluit.

4.2 Gemeentelijk antennebeleid

4.2.1 Hoofdkaders van het antennebeleid

Op 8 juli 2008 stelde de gemeenteraad de hoofdkaders vast van het gemeentelijk antennebeleid. Deze hoofdkaders worden hieronder opgesomd.

1. De mogelijkheden van site-sharing moeten zijn uitgeput, of aantoonbaar technisch niet mogelijk zijn, voordat medewerking aan het realiseren van nieuwe antenne-opstelpunten op een nieuwe locatie wordt overwogen. Aanbieders moeten zoveel mogelijk gezamenlijk gebruik maken van bestaande opstelpunten, alvorens zelf een mast op te richten. Dit ter voorkoming van onnodige horizonvervuiling en landschapsaantasting. Als gemeente kan worden ingespeeld op de sitesharing. Door een antennemast met voldoende hoogte toe te laten, kunnen technische mogelijkheden worden verruimd;

2. Plaatsing van een nieuw opstelpunt bij voorkeur op gemeentelijke grond en/of gemeentelijke gebouwen. Door gebruik te maken van gemeentelijke gronden en/of gemeentelijke gebouwen kan de gemeente de realisatie van een goed, dekkend netwerk faciliteren. Bovendien kan de doorlooptijd voor de plaatsing van nieuwe antennes op deze manier worden verkort.

3. Plaatsing van een nieuw opstelpunt bij voorkeur op bestaande hoge bouwwerken niet zijnde een woning of woongebouw of een als "rijksmonument", "gemeentelijk monument" of "karakteristiek bouwwerk" aangeduid bouwwerk. Wanneer er een antennemast aanwezig is, maar deze niet hoog of sterk genoeg is, dient deze vervangen te worden door een mast die dat wel kan.

4. In woonwijken wordt geen medewerking verleend aan nieuwe antenne-opstelpunten. Van operators wordt verwacht dat zij zoeken naar mogelijkheden voor locaties onder andere op of aan de randen van industriegebieden Er moet in het landelijk gebied gezocht worden naar een locatie aan de rand van een open ruimte of in bebost gebied. In het groenblauwe raamwerk worden geen nieuwe masten meer opgericht, slechts in zeer bijzondere situaties kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken.

5. Er moet meer aandacht zijn voor gebieden met een slechte mobiele dekking. Op dit moment is er sprake van een slecht bereik in De Heurne en in IJzerlo. Ook nabij de Duitse grens is er vaak sprake van een zwak Nederlands netwerk en een sterk Duits netwerk waardoor er vaak hoge kosten worden gemaakt. Deze problemen moeten onder de aandacht van de verschillende providers worden gebracht en gehouden;

6. Er dient terughoudend te worden omgegaan met de plaatsing van antenne-installaties bij of aan monumenten of in bestemmingsplannen aangegeven karakteristieke objecten. Bij rijksmonumenten wordt in beginsel het advies van de rijksdienst voor monumentenzorg opgevolgd. Bij gemeentelijke monumenten of karakteristieke objecten wordt in beginsel het advies van de Monumentencommissie opgevolgd. Het totaalbeeld van (rijks)beschermde stads- en dorpsgezichten mag niet worden aangetast.

4.2.2 Beleidstoets

Er zijn in het te dekken gebied geen geschikte mogelijkheden voor site-sharing, of plaatsing op hoge, niet-monumentale gebouwen. De mast aan de Spinnerij geeft daarentegen juist mogelijkheden voor site-sharing.

De mast ligt niet op gemeentegrond. In het onderhavige geval wordt het opstelpunt gefaciliteerd door AAA, wat verder geen invloed heeft op de doorlooptijd.

Op de gewenste plek aan de Spinnerij 15 is reeds een antennemast aanwezig. Deze mast heeft op dit moment slechts een hoogte van circa 30 meter. Deze aangevraagde mast wordt vervangen door de onderhavige mast.

De locatie van de mast ligt niet in een woonwijk of in het groenblauwe raamwerk, maar op een bedrijventerrein, aan de rand van een (redelijk) open gebied.

In de toekomst zullen steeds meer mensen gebruik gaan maken van bellen via internet (VOIP). Voorbeelden hiervan zijn Skype en het bellen via WhatsApp. Door de verbetering van het 4G-netwerk van Tele2 zal het bellen via VOIP voor de gebruikers van deze provider betrouwbaarder worden, zo ook in gebieden met een slechte dekking, zoals in De Heurne en IJzerlo.

Tot slot wordt de onderhavige antennemast niet geplaatst bij of aan monumenten of in bestemmingsplannen aangegeven karakteristieke objecten.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

Een antenne heeft geen noemenswaardige invloed op aspecten als bodem, geluid, luchtkwaliteit, ecologie, externe veiligheid, water, archeologie en verkeer. Hier onder wordt ingegaan op de eventuele gezondheidsrisico's.

5.1 Gezondheidsrisico's

Uit wetenschappelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten van antennes is naar voren gekomen dat bij hoge veldsterktes het lichaam op kan warmen. Om onnodige opwarming te voorkomen, zijn blootstellingslimieten opgesteld. Deze limieten geven de maximale waarden aan waar een persoon aan mag worden blootgesteld.


De blootstellinglimieten zijn vastgesteld door ICNIRP, de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP). Deze commissie bestaat uit een groep onafhankelijke wetenschappers. ICNIRP heeft internationale richtlijnen vastgesteld voor de blootstelling van de mens aan elektromagnetische velden in het frequentiegebied van 0 Hz tot 300 GHz. Binnen dit gebied vallen ook de frequenties voor mobiele telecommunicatie (100 kHz tot 300 GHz). In 1999 heeft de Raad van de Europese Unie de richtlijnen van ICNIRP aanbevolen aan haar lidstaten. Nederland hanteert de richtlijnen van ICNIRP.

Blootstellingslimieten (referentieniveaus)

Frequentie Algemeen publiek Werknemers

10-400 MHz 28 V/m 61 V/m

700 MHz 36 V/m 79 V/m

800 MHz 39 V/m 85 V/m

900 MHz 41 V/m 90 V/m

1800 MHz 58 V/m 127 V/m

2000 MHz en hoger 61 V/m 137 V/m

5.1.1 Toetsing

In de antennemast worden schotelantennes aangebracht en een radioantenne (Aladna FM).

Schotelantennes

De schotelantennes hebben een gebundelde straalverbinding naar de volgende schotel (op vele km's afstand). De blootstelling van deze verbindingen is daardoor in de regio Aalten 0 V/m.

Radioantenne
De frequentie is 107.2 MHz. De antenne heeft een uitgezonden vermogen van 100 Watt en de veldsterkte wordt berekend op 30 meter vanaf deze antenne-installatie. 30 meter is de hoogte waarop de antenne is opgehangen, dichterbij kan je er, onder normale omstandigheden, niet komen.

Wanneer de afstand tot de antenne, de frequentie waarop wordt uitgezonden en het uitgezonden vermogen van een antenne-installatie bekend is, kan de elektrische veldsterkte berekend worden door de volgende formule:

E= ?(1,64×30×P-erp)/afstand

E = veldsterkte

P-erp = uitgezonden vermogen

E= ?(1,64×30×100)/30= 2,3 V/m is nog verder onder het blootstellingslimiet van 28 V/m.

De realisatie van de nieuwe mast heeft geen onevenredige gezondheidsrisico's tot gevolg.

Hoofdstuk 6 Juridisch bestuurlijke aspecten

De regels zijn in beginsel overgenomen uit het geldende bestemmingsplan Kern Aalten 2011. De hoofdfunctie is de bestemming bedrijventerrein. Voor het plangebied van dit wijzigingsplan wordt een mogelijkheid gegeven voor het realiseren van een antennemast van 45 meter. De afwijkingsmogelijkheid uit artikel 49.2 wordt in dit wijzigingsplan overgenomen.

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

De gronden zijn in het bezit van de initiatiefnemer. Voor de realisering van de beoogde activiteiten zijn aan de bestaande infrastructuur geen aanpassingen noodzakelijk. Op grond van artikel 6.12 van de Wro wordt ten behoeve van dit plan geen exploitatieplan opgesteld. Tussen de belanghebbenden en de gemeente is een planschadeovereenkomst gesloten.

Hoofdstuk 8 Inspraak

Het ontwerpplan is conform de Wet ruimtelijke ordening zes weken ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingediend.