Plan: | Kloosterdijk 18 Aalten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.OV00018-VG01 |
Voor de locatie Kloosterdijk 18 te Aalten is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verplaatsen/bouwen van een werktuigenberging en de bouw van een opslagschuur.
Het gaat in dit geval om de bouw van bedrijfsgebouwen, die zijn geprojecteerd binnen het agrarisch bouwvlak van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015', vastgesteld bij raadsbesluit van 19 april 2016 (respectievelijk 21 maart 2017 herstelbesluit als bedoeld in artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht). Het bouwvlak is in dit bestemmingsplan aangeduid als 'intensieve veehouderij'.
Bij uitspraak van 14 september 2016 heeft de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de plandelen met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en de plandelen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ontwikkelingslocatie intensieve veehouderij' bij wijze van voorlopige voorziening geschorst.
Een uitzondering is gemaakt voor het plandeel met de bestemming 'Agrarisch' en de aanduidingen 'intensieve veehouderij' en 'specifieke vorm van agrarisch - ontwikkelingslocatie intensieve veehouderij' ter plaatse van het perceel Gendringseweg 9 te Aalten. Met het herstelbesluit wordt de voorlopige voorziening niet opgeheven.
Op deze procedure is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent dat het ontwerp-besluit van de omgevingsvergunning ter inzage wordt gelegd en dat gedurende een termijn van zes weken zienswijzen kunnen worden ingediend. Als voorwaarde geldt dat het project niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening.
Het gemeentebestuur heeft besloten medewerking te verlenen, onder voorwaarde dat er moet worden voldaan aan het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft deze randvoorwaarden op 19 september 2017 in een zgn. Verklaring van geen bedenkingen vastgelegd.
Deze aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden. De intensieve veehouderij wordt ter plaatse beëindigd; het bedrijf wordt als een grondgebonden agrarisch bedrijf voortgezet.
Op 19 december 2018 hebben Provinciale Staten van Gelderland ingestemd met de nieuwe Omgevingsvisie Gaaf Gelderland.
In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland.
De omgevingsvisie faciliteert de land- en tuinbouw en biedt individuele ondernemers ontwikkelingsruimte om economisch concurrerend en duurzaam te produceren, bijvoorbeeld op het gebied van vergroting van agrarische bouwpercelen.
Deze ontwikkelingen moeten volgens de omgevingsvisie duurzaam vorm krijgen. Bedrijven die voldoen aan maatschappelijke eisen op het vlak van dier- en volksgezondheid, milieu, dierwelzijn en ruimtelijke kwaliteit kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak en verdienen ruimte. De mogelijkheden voor ontwikkelingen van individuele bedrijven worden vooral bepaald door de ligging van het bedrijf en de aanwezige kwaliteiten en opgaven in dat gebied.
Het perceel is gelegen in het landelijk gebied ten noord westen de kern Bredevoort, in het buurtschap 't Klooster, in een overwegend agrarische omgeving. De cultuurgrond wordt gebruikt door de agrarische bedrijven als gras- en bouwland.
Conclusie: het bedrijf voldoet aan de eisen die de omgevingsvisie stelt aan de voorgenomen bedrijfswijziging van dit agrarisch bedrijf. Het project is gelet op voorgaande in overeenstemming met de omgevingsvisie.
In de Omgevingsverordening Gelderland (hierna: de omgevingsverordening) vindt de juridische verankering plaats van de omgevingsvisie. De omgevingsverordening bevat planologische regels van de provincie Gelderland waarmee bestemmingsplannen in overeenstemming moeten zijn.
Omdat een projectafwijkingsbesluit in de omgevingsverordening gelijkgesteld wordt met een bestemmingsplan, zijn de regels ook op onderhavig project van toepassing.
In afdeling 2.4 van de provinciale verordening zijn de bepalingen omtrent de uitbreiding van een veehouderij opgenomen.
Het gaat in dit geval niet om een uitbreiding/wijziging van een agrarisch bouwperceel voor een veehouderij, maar om wijziging van de aard van het agrarisch bedrijf. De intensieve veehouderij wordt ter plaatse beëindigd en maakt plaats voor een grondgebonden agrarisch bedrijf (akkerbouw). Op deze locatie worden niet meer op een bedrijfsmatige wijze dieren gehouden. De varkensstallen op deze locatie zijn inmiddels gesloopt.
Het perceel is gelegen in Nationaal Landschap. De omvang van de bedrijfsbebouwing wordt ter plaatse aanmerkelijk verminderd en het agrarisch bouwperceel wordt daarop aangepast. Hieruit volgt dat de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap niet worden aangetast. De bebouwing wordt immers geclusterd bij de aanwezige bedrijfswoning. Dit is een logische bebouwingsopzet, die in dit gebied gebruikelijk is.
Conclusie: het bedrijf voldoet aan de provinciale omgevingsverordening Gelderland.
Naar het oordeel van het gemeentebestuur zijn alle ruimtelijke aspecten voldoende uitgewerkt.
De aanvraag met bijbehorende stukken is opgenomen in de bijlagen.
Verwezen wordt naar de volgende bijlagen:
Bouwtekening_werktuigenberging
Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is voor deze omgevingsvergunning (artikel 2.12. eerste lid a, onder 3) artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van overeenkomstige toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1 Bro dient bij de voorbereiding van een plan overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het tweede lid van artikel 3.1.1 Bro is aangegeven dat in bepaalde gevallen van het vooroverleg kan worden afgezien.
De ontwikkeling op deze lokatie wordt in dit geval als een lokaal belang gezien. Indien een dergelijke ontwikkeling aan de orde is, heeft de provincie aangegeven geen vooroverleg te willen voeren.
Het waterschap Rijn en IJssel heeft belang bij een goede behandeling van het afval- en hemelwater. Dit is in dit plan gewaarborgd. Het hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd. Vooroverleg in het kader van artikel 3.1.1. Bro is dan ook niet noodzakelijk.
Beide diensten kunnen overigens nog wel reageren op het ontwerpplan.
In het kader van het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015' is het gewijzigde agrarisch bouwperceel ten behoeve van de verdere ontwikkeling van dit bedrijf aan de inspraak onderworpen.
Het plan heeft in de periode van 15 september tot en met 31 oktober 2014 ter inzage gelegen.
Er zijn op dit punt/ten aanzien van deze locatie geen specifieke inspraakreacties ingekomen.
Het ontwerp-besluit heeft met de bijbehorende bijlagen met ingang van donderdag 7 februari 2019 gedurende een termijn van zes weken (dus tot en met woensdag 20 maart 2019) ter visie gelegen.
De terinzagelegging is bekend gemaakt in de Staatscourant, het plaatselijk huis-aan-huis-blad en de gemeentelijke website van dinsdag 5 februari 2019.
Er zijn binnen deze termijn geen zienswijzen ingekomen.
Burgemeester en wethouders hebben 28 maart 2019 op besloten de omgevingsvergunning voor te verlenen.
Deze beschikking is als bijlage Besluit omgevingsvergunning 28 maart 2019 opgenomen.