| Plan: | Smitskamp 39-41 Aalten |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | omgevingsvergunning |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.OV00007-VG01 |
Er zijn omgevingsvergunningen aangevraagd voor de bouw van twee haflvrijstaande woningen aan Smitskamp 39-41 in Aalten. Deze aanvragen zijn in strijd met het bestemmingsplan Kern Aalten 2011 vanwege het overschrijden van de maximale goothoogte.
Ruimtelijke onderbouwing
De afwijking ten opzichte van het geldende bestemmingsplan is gering, er is sprake van een overschrijding van 1,20 meter ten opzichte van de maximale goothoogte. De ruimtelijke onderbouwing richt zich daarom uitsluitend op dit aspect. Voor het overige zijn de bouwplannen in overeenstemming met het bestemmingsplan.
De Smitskamp geeft een gevarieerd beeld aan bebouwing. Aan de zijde van de Keizersbeek bestaat de bebouwing overwegend uit één bouwlaag met kap. Aan de noordzijde van de straat staan meerdere woningen bestaande uit twee bouwlagen met kap. De voorgestelde bouwmassa past in het straatbeeld en is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.
De bouwkavels maken onderdeel uit van het woningbouwplan “De Kamp, fase 3”. Op grond van het geldende bestemmingsplan Kern Aalten 2011 kunnen binnen dit plan nog maximaal zes woningen worden gebouwd: vijf aan de Smitskamp en één aan de Keizersweg.
In de (concept)Woningbouwplanning 2016 hebben wij deze bouwlocatie in de categorie oranje ingedeeld, wat betekent dat we gaan overleggen met de exploitant over mogelijke planaanpassingen.
Dit overleg heeft erin geresulteerd dat er nog maximaal vier woningen aan de Smitskamp worden gebouwd. Dit sluit aan bij hetgeen namens de eigenaar is ingebracht tijdens de RTG Ruimte op 4 oktober 2016.
De bouwkavel aan de Keizerweg is verkocht aan aangrenzende bewoners waarmee zij hun tuin/erf vergroten. De bouwmogelijkheid voor een woning vervalt. Met de nieuwe exploitant van de kavels aan de Smitskamp zijn afspraken gemaakt die worden bekrachtigd in een realisatieovereenkomst. Het bestemmingsplan wordt aangepast op de nieuwe situatie waarbij de bouwmogelijkheid voor twee woningen vervalt. Vooruitlopend op dit bestemmingsplan wordt meegewerkt aan dit bouwplan door middel van deze omgevingsvergunning.
Verklaring van geen bedenkingen
Op deze procedure is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Awb van toepassing. Dat betekent dat een ontwerp-omgevingsvergunning inclusief ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ter inzage is gelegd en dat gedurende een termijn van zes weken zienswijzen kunnen worden ingediend. De gemeenteraad is bevoegd tot het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen.
De gemeenteraad heeft bij besluit van 21 februari 2017 een (ontwerp)verklaring van geen bedenkingen voor dit project afgegeven. Deze verklaring is in de bijlage Verklaring van
geen bedenkingen opgenomen. Deze ontwerpverklaring kan tevens worden aangemerkt als een 'definitieve' verklaring van geen bedenkingen omdat er geen zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerpverklaring van geen bedenkingen.
Het plan heeft in het kader van een goede ruimtelijke ordening geen grote impact op de omgeving, het is daarom niet nodig om dit plan aan de inspraak te onderwerpen.
In artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is voor deze omgevingsvergunning (artikel 2.12. eerste lid a, onder 3) overeenkomstig artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1 Bro dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan of projectbestluit overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het tweede lid van artikel 3.1.1 Bro is aangegeven dat in bepaalde gevallen van het vooroverleg kan worden afgezien.
De ontwikkeling op deze lokatie wordt in dit geval als een lokaal belang gezien. Wanneer een dergelijke ontwikkeling aan de orde is, heeft de provincie aangegeven geen vooroverleg te willen voeren.
Het waterschap Rijn en IJssel heeft belang bij een goede behandeling van het afval- en hemelwater. Dit is in dit plan gewaarborgd. Het hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd. Vooroverleg in het kader van artikel 3.1.1. Bro is dan ook niet noodzakelijk.