direct naar inhoud van Artikel 5 Tuin
Plan: Kobus III - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00052-OH01

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven, met de daarbij horende in- en uitritten en paden, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. aan de voorgevel van een woning gebouwde bijbehorende bouwwerken waarbij de naar de weg gekeerde bouwgrens overschreden wordt;
  • b. overkappingen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Aan de voorgevel gebouwde bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in lid 5.2.1 sub a genoemde aangebouwde bijbehorende bouwwerken (erkers) gelden de volgende bepalingen:

  • a. de diepte mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • b. de breedte mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van de woning;
  • c. de bebouwing mag niet hoger zijn dan de bovenkant van de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • d. indien de bestaande diepte, breedte of hoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk meer bedraagt dan toegestaan op grond van sub a t/m c, dan geldt de bestaande diepte, breedte of hoogte als maximum.
5.2.3 Overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 5.2.1 sub b genoemde overkappingen gelden de volgende bepalingen

  • a. overkappingen mogen tot maximaal 1,5 m voor (het verlengde van) de voorgevel worden gebouwd, met dien verstande dat overkappingen aan de voorgevel van het hoofdgebouw niet zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 5.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. het behoud van bomen.