direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: Bedrijventerrein Het Broek, uitbreiding Cattier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00049-OH01

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. bedrijfswoningen;
  • c. detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen;
  • d. onzelfstandige kantoren;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. paden en toegangswegen ten behoeve van het ontsluiten van bedrijven vanaf de in de bestemming "verkeer" begrepen wegen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen als tuinen en erven, en conform de in 3.1.2opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a Toegestane bedrijven

Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bedrijven toegestaan voorzover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de als bijlage opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, alsmede vergelijkbare bedrijven door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning conform het bepaalde in 3.4.1;

b Kaveloppervlakte

De maximaal toegestane kaveloppervlakte van een bedrijf binnen deze bestemming bedraagt 5.000 m²;

c Parkeren

Op eigen terrein dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • b. voor zover een aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, mag het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven;
  • c. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 4,0 m;
  • d. indien bedrijfsgebouwen niet aaneen worden gebouwd moet de onderlinge afstand tenminste 4,0 m bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte toegestaan.
3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte mag maximaal 3,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 9,0 m bedragen;
  • c. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • d. een bedrijfswoning is uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" toegestaan;
  • e. de voorgevel van de bedrijfswoning is uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "gevellijn" toegestaan, danwel maximaal 3,0 m achter het aanduidingsvlak.
3.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Bij een bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd en uitsluitend achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning;
  • b. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 75 m²;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,0 m bedragen;
  • d. de afstand van een bijgebouw tot de bedrijfswoning mag niet meer dan 10,0 m bedragen.
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,0 m, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 1,0 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4,0 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Nadere detaillering verboden gebruik: detailhandel

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1 wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van:

  • a. detailhandel, als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen.
3.3.2 Nadere detaillering verboden gebruik: geluidzoneringsplichtige inrichtingen

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1, worden in ieder geval begrepen: geluidzoneringsplichtige inrichtingen, zijnde inrichtingen waarbij in een bestemmingsplan, op basis van de Wet geluidhinder en krachtens deze wet vastgestelde voorschriften, rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld.

3.3.3 Nadere detaillering verboden gebruik: bevi-inrichtingen

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1, worden in ieder geval begrepen: bevi-inrichtingen, zijnde inrichtingen die vallen binnen het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

3.3.4 Nadere detaillering verboden gebruik: opslag in open lucht

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1, wordt in ieder geval begrepen:

  • a. een gebruik van de gronden, gelegen vóór de voorgevel van het bedrijfsgebouw en/of buiten het bouwvlak, voor opslag van materialen en goederen in de open lucht.
3.3.5 Nadere detaillering verboden gebruik: zelfstandige kantoren

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1, wordt in ieder geval begrepen een gebruik van de gronden ten behoeve van een zelfstandig kantoor.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Omgevingsvergunning Staat van bedrijfsactiviteiten.

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder a voor het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.