direct naar inhoud van 2.3 Beleid in relatie tot dit plan
Plan: Buitengebied Aalten, 't Villeken 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00012-OH01

2.3 Beleid in relatie tot dit plan

Provinciaal en regionaal beleid

Het streekplan 2005 is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Het streekplan Gelderland 2005 geeft aan dat dit gebied valt onder 'multifunctioneel platteland'. In het streekplan 2005 wordt nadrukkelijk gewezen op het belang van grondgebonden landbouw bij het in stand houden van het multifunctionele platteland. Tevens wordt ruimte geboden voor bredere ontwikkeling. De melkrundveehouderij wordt aangemerkt als grondgebonden landbouw en is (mede) beeldbepalend voor het gebied. Om de ruimtelijke kwaliteit op peil te houden is het noodzakelijk om voldoende ontwikkelingsruimte te bieden aan grondgebonden landbouw c.q. melkrundveehouderij.

Verder relevant is dat dit gebied is aangemerkt als zogenaamd verwevingsgebied (Reconstructieplan). Voor verwevingsgebied geeft het Streekplan het volgende aan: "De grondgebonden landbouw speelt een belangrijke rol als beheerder van het landelijk gebied. De sector staat onder grote druk en de algemene tendens is dat er veel bedrijven stoppen en een relatief gering aantal overblijft. Zij krijgen ruimte om hun agrarische activiteiten uit te breiden. Bij de groei wordt op grond van wet- en regelgeving in het kader van milieu en dierenwelzijn winst geboekt. De groei wordt door het ruimtelijk beleid gefaciliteerd. Voor een duurzame bedrijfsvoering kan het nodig zijn om de verkaveling aan te passen. Kavelruil is hierbij een goed middel. Wanneer er voor de verbetering van de verkaveling ingrepen nodig zijn, zoals het verplaatsen van houtsingels of sloten, dan is het gewenst dat er in de lijn van de ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie wordt bijgedragen aan het bereiken van samenhang van het landschap, zoals een logischer ecologische dooradering of een kortsluiting in een wandelnetwerk. Neveninkomsten uit andere bron dan voedselproductie kunnen voor een deel van de grondgebonden landbouwbedrijven belangrijk zijn voor vergroting van hun economische levensvatbaarheid. Bijkomend maatschappelijk voordeel is dat de, met de melkveehouderij en andere grondgebonden takken samenhangende, landschappen kunnen worden onderhouden. De provincie wil daarom ook niet-agrarische activiteiten ruimte bieden."

Gemeentelijk beleid

Dit bestemmingsplan wordt gemaakt om, in lijn met bovenstaand beleid, dit bedrijf een goede basis te bieden voor een goede grondgebonden bedrijfsvoering. Het bestaande bouwblok is strak om de bestaande bebouwing gelegd waardoor daar geen ruimte is voor uitbreiding. Dit heeft mede te maken met de landschappelijke waarde van het gebied. Kavelruil is geen reële optie voor de heer Van Eerden omdat dit kavel op zich goed functioneert; alleen het bouwblok is niet voldoende groot voor een benodige uitbreiding. Daarom is de overzijde van de weg in beeld gekomen. Via een landschappelijke inpassing wordt het negatieve effect verzacht. Wandelpaden zijn hier niet goed aan te leggen omdat ze niet functioneel zijn. Waar het provinciale beleid verder in gaat op nevenactiviteiten worden die in dit bestemmingsplan niet overgenomen. Reden daarvoor is dat dit bestemmingsplan alléén toeziet op de uitbreiding van het bouwvlak. Het bouwvlak rondom het reeds bestaande bedrijf wordt niet aangepast. De nevenactiviteiten dienen rondom dat al bestaande bouwperceel plaats te vinden.

Conclusie

Het beoogde plan voor de vergroting van dit agrarische bedrijf past binnen de kaders voor dit gebied. Het landschappelijke effect op de omgeving door een dergelijke stal is duidelijk aanwezig maar gelet op de koers ten dienste van de bestaande agrariërs in dit (verwevings)gebied wordt meegewerkt aan dit project. Het past in het beleid.