direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
Plan: Buitengebied Aalten, 't Villeken 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00012-OH01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden met de op de plankaart aangegeven bestemming "Agrarisch met waarden - Landschapswaarden" zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige landschapselementen, zoals bosjes
    houtwallen en poelen, met inachtneming van de landschapswaarden;
  • c. watergangen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. extensieve (dag)recreatie;

met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, toegangs- en ontsluitingswegen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken

Binnen het agrarisch bouwperceel zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan:

  • a. bedrijfsgebouwen (niet zijnde een bedrijfswoning) met:
    • 1. een hoogte van maximaal 12 m;
    • 2. een maximaal oppervlakte van 2.200 m²;
    • 3. een dakhelling van minimaal 20o en maximaal 60o dan wel de bestaande kleinere of grotere dakhelling;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Bouwwerken, geen gebouw zijnde, moeten voldoen aan de volgende maximale bepalingen:

  • a. binnen het agrarisch bouwperceel:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen 2m;
    • 2. vlaggenmasten en antennes 10m;
    • 3. hooibergen en voedersilo's 15m;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 8m;
    • 5. teeltondersteunende voorzieningen 2,5m;
    • 6. teeltondersteunende voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt 4,5m
  • b. buiten het agrarisch bouwperceel
    • 1. erf- en terreinafscheidingen 1,25m;
    • 2. vlaggenmasten en antennes 10m;
    • 3. hooibergen en voedersilo's 0m;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 1m;
    • 5. teeltondersteunende voorzieningen 2,5m;
    • 6. teeltondersteunende voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt 4,5m

met dien verstande dat sleufsilo's en mestopslagplaatsen niet buiten het agrarisch bouwperceel zijn toegestaan, tenzij zulks op basis van deze regels nadrukkelijk is toegestaan.

3.3 Aanlegvergunning
3.3.1 Begrenzing

Het is verboden een bodemingreep uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen voor bodemingrepen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,50 m;

3.3.2 Verlenen van de aanlegvergunning

De aanlegvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 3.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal danwel dat de verstoring ervan redelijk is in relatie tot het belang van de te verrichten werken en het archeologische belang daarbij voldoende is gewaarborgd;

3.3.3 Onderbouwing van de aanvraag

Om de aanvraag voor een aanlegvergunning goed te kunnen beoordelen kan het noodzakelijk zijn dat een rapport wordt overgelegd waarin de archeologische waarde van de gronden die blijkens de aanvraag worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

3.3.4 Verbinding van voorschriften

Aan de aanlegvergunning kunnen in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
  • c. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.