Plan: | TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22o, Hasselterdijk 51b en 53 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.TAMh22o-0002 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie 'Hasselterdijk 51b en 53' en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22o) van het omgevingsplan van de gemeente Zwolle. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, lid 2 Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22o van het omgevingsplan van de gemeente Zwolle. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22o.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22o' gelezen worden.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk 22o.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk 22o gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
het omgevingsplan van de gemeente Zwolle;
TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22o 'Hasselterdijk 51b en 53';
2.2.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van de functie, het gebied en/of de locatie;
2.2.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft;
2.2.5 adviescommissie voor omgevingskwaliteit Zwolle
de adviescommissie overeenkomstig de Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle;
2.2.6 archeologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het belang voor de archeologie en de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
2.2.7 bebouwing
één of meer gebouwen, bijbehorende bouwwerken en/of andere bouwwerken;
2.2.8 beroep aan huis
een beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
2.2.9 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
2.2.10 eengezinshuis
een gebouw, dat één woning omvat;
2.2.11 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en een gezamenlijke huishouding voeren;
2.2.12 inwoning
twee huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen en (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;
2.2.13 landschapswaarden
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
2.2.14 normaal onderhoud
werkzaamheden die regelmatig nodig zijn voor een goed beheer van de gronden en/of bouwwerken;
2.2.15 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw of bijbehorend bouwwerk zijnde;
2.2.16 ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit gevormd door de evenwichtige samenhang tussen (openbare) ruimte en gebouwde elementen;
2.2.17 stedenbouwkundig beeld
het beeld dat wordt opgeroepen door het samengaan van gebouwde elementen, beplantingselementen en onbebouwde ruimten;
2.2.18 straatpeil
2.2.19 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waarbij inwoning is toegestaan;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen als bedoeld in 3.9;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of, bij het ontbreken van één of meerdere gevelvlakken, de buitenwerkse maar, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor wonen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, dan wel tussen het maaiveld bij het ontbreken van een begane grondvloer, de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of, bij het ontbreken van één of meer gevelvlakken, de buitenwerkse maat, en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
1.de overschrijding van de aanduidingsgrens niet meer dan 1,30 meter bedraagt;
2. een erker niet breder is dan 3/5 deel van de betreffende gevel, en gericht naar het openbaar toegankelijk gebied en maximaal één bouwlaag betreft;
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - functie Agrarisch' zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - specifieke functieregels - gewasbeschermingsmiddelen toepassen' zijn de volgende activiteiten verboden:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - functie Natuur' zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - functie Wonen - Eengezinshuizen' zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone – specifieke functieregels – maximum aantal woningen' gelden de volgende specifieke regels:
Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk gelden, in aanvulling op artikel 22.29, de volgende beoordelingsregels:
a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regels over bovengronds bouwen - overige bouwwerken' zijn overige bouwwerken toegestaan.
b. De bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, niet genoemd onder sub b, mag niet meer dan 10 meter bedragen.
In afwijking van de beoordelingsregels voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken in dit hoofdstuk 22o, kan een omgevingsvergunning worden verleend, uitsluitend voor zover het een afwijking betreft van:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - thema natuur en landschap - bescherming kernwaarden Nationaal Landschap IJsseldelta' is het verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 10, lid 1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden welke:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden van de gronden. Voorts zijn de regels gesteld ter behoud, herstel en de ontwikkeling van de kernkwaliteiten behorende bij het Nationaal Landschap IJsseldelta:
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - thema erfgoed - gebieden met archeologische (verwachtings)waarde' gelden de regels uit dit artikel bij:
voor zover, door die activiteit(en), de bodem op een grotere diepte dan 0,5 meter en over een grotere oppervlakte dan 100 m² zal kunnen worden verstoord.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het behoud van cultureel erfgoed, met inbegrip van bekende of aantoonbaar te verwachten archeologische monumenten.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 11, lid 1 worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Aan een omgevingsvergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het bereiken van een voldoende kwaliteit van het uiterlijk van bouwwerken.
De aanvraagvereisten, zoals aangegeven in artikel 22.35 onder i, zijn van overeenkomstige toepassing op dit hoofdstuk bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een bouwwerk, welke beoordeeld wordt volgens de criteria van bijlage 1 'Beeldkwaliteit bouwwerken'.
Een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken, wordt voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie voor omgevingskwaliteit Zwolle.
Aan een omgevingsvergunning kunnen in het belang van het bereiken en in stand houden van een voldoende kwaliteit van het uiterlijk van bouwwerken.voorschriften worden verbonden.
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - thema mobiliteit - regels over parkeren' gelden de regels uit dit artikel bij:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het beschermen van de omgevingskwaliteit en het voorkomen of beperken van parkeerhinder.
Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bouwwerken en/of een omgevingsplanactiviteit afwijken gebruiksactiviteit, zoals aangegeven in artikel 13, lid 1, wordt de omgevingsvergunning alleen verleend onder de voorwaarde dat:
Bij een omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13, lid 3, sub a:
Bij de toepassing van deze afwijking wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de “Regeling Parkeernormen Zwolle” (23 juli 2024). Indien deze regeling wordt gewijzigd moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 13, lid 1, worden, aanvullend op de aanvraagvereisten zoals opgenomen in afdeling 22.2 artikel 22.35, de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Aan een omgevingsvergunning kunnen in het belang van het voorkomen of beperken van aantasting van de omgevingskwaliteit en het voorkomen of beperken van parkeerhinder voorschriften worden verbonden die ertoe strekken dat de toe te passen maatregelen, waarmee aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 13, lid 3 wordt voldaan, worden uitgevoerd en in stand worden gehouden.
In het gebied met de aanduiding 'overige zone - thema mobiliteit - regels overladen en lossen' gelden de regels uit dit artikel bij:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het beschermen van de omgevingskwaliteit en het voorkomen of beperken van hinder ten gevolge van laden en lossen.
Indien de functie van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen moet, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit en/of een omgevingsvergunning voor een activiteit afwijken gebruik, zoals aangegeven in artikel 14, lid 1, zijn verzekerd, dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen. Daarbij moet worden voldaan worden aan het bepaalde in de “Regeling Parkeernormen Zwolle” (23 juli 2024). Indien deze regeling wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Bij een omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14, lid 3:
Bij de toepassing van deze afwijking wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de “Regeling Parkeernormen Zwolle” (23 juli 2024). Indien deze regeling wordt gewijzigd moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Aan een omgevingsvergunning kunnen in het belang van het voorkomen of beperken van aantasting van de omgevingskwaliteit en het voorkomen of beperken van hinder tengevolge van laden en lossen voorschriften worden verbonden die ertoe strekken dat de toe te passen maatregelen, waarmee aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 14, lid 3, wordt voldaan, worden uitgevoerd en in stand worden gehouden.
In het gebied met de aanduiding 'Overige zone - Voorwaardelijke verplichting Hasselterdijk 51b en 53' mogen de gronden alleen worden gebruikt voor de toegelaten activiteiten onder de volgende voorwaarden:
a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het vorige lid voor andere maatregelen dan voorgeschreven in bijlage 2 ''Erfinrichting'', onder voorwaarde dat daarmee de met het plan beoogde kwaliteitsimpuls en landschappelijke kwaliteit wordt bereikt.
In het gebied aangeduid als 'Overige zone - Instandhoudingsverplichting - Hasselterdijk 51b en 53' moeten de gronden ter plaatse van deze aanduiding, in stand worden gehouden overeenkomstig de in de bij deze regels behorende bijlage 2 'Ruimtelijk kwaliteitsplan' voorgeschreven maatregelen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22o'.