direct naar inhoud van REGELS
Plan: Herkulosche Esch, herziening 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP23005-0003

REGELS

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Herkulosche Esch, herziening 1 met identificatienummer NL.IMRO.0193.BP23005-0003 van de gemeente Zwolle;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw of bijbehorend bouwwerk zijnde.

Artikel 2 Verwijzing

Behoudens het bepaalde in de andere artikelen van deze regels, zijn op dit plan de regels van het bestemmingsplan Herkulosche Esch met het idn NL.IMRO.0193.BP12017-0004 en de regels van het bestemmingsplan Zwolle, parapluplan parkeren met het idn NL.IMRO.0193.BP16012-0003 van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

De regels van het bestemmingsplan Herkulosche Esch zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 6 januari 2014 met het idn NL.IMRO.0193.BP12017-0004 zijn van toepassing. Zie artikel Bos.

Artikel 4 Natuur

De regels van het bestemmingsplan Herkulosche Esch zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 6 januari 2014 met het idn NL.IMRO.0193.BP12017-0004 zijn van toepassing. Zie artikel Natuur.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • a. opritten, parkeervoorzieningen en paden;

met de daarbij behorende:

  • b. overige bouwwerken.
5.2 Bouwregels

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'openheid' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.

5.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.3 gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, niet genoemd onder a, mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - prieel' een prieel is toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 6 meter;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - duiventil' een duiventil is toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 6 meter.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. een goede milieusituatie;
  • g. de bescherming van de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud;
  • c. het gebruik van gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen.
5.5 Voorwaardelijke verplichting
5.5.1 Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting' mogen gronden en bouwwerken alleen worden gebruikt voor deze bestemming onder de volgende voorwaarde(n):

5.5.2 Afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.5.1 voor andere maatregelen dan voorgeschreven in Bijlage 1 Inrichtingsplan Harculose Esweg 4 en 5, zoals de voorgeschreven maten, soorten, aantallen en situering, onder voorwaarde dat daarmee de met het plan beoogde kwaliteitsimpuls en landschappelijke kwaliteit wordt bereikt.

Artikel 6 Wonen - Landhuis

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in landhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor beroep aan huis;
  • b. een bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - afwijkend gebruik';
  • c. bijbehorende bouwwerken;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. garages en bergingen;
  • e. bijbehorende bouwwerken en kassen ten behoeve van het landgoedbeheer en landgoedonderhoud;
  • f. opritten, parkeervoorzieningen en paden;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen en erven;
  • h. overige bouwwerken.
6.2 Bouwregels

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'openheid' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen per bouwvlak niet meer dan het aangegeven aantal bedragen;
  • c. de inhoud van een hoofdgebouw mag niet minder bedragen dan 1.000 m³ en niet meer bedragen dan 2.300 m³;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mag de goothoogte en bouwhoogte in meters van een hoofdgebouw niet meer dan de aangegeven goothoogte en bouwhoogte bedragen;
  • e. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet minder dan 30º bedragen, tenzij de maximaal toegestane goothoogte gelijk is aan de maximaal toegestane bouwhoogte;
  • f. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet meer dan 50º bedragen.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van:
    • 1. een landhuis, zoals bergingen en garages;
    • 2. het landgoedbeheer en landgoedonderhoud;
    • 3. een landhuis, zoals serres en slaapkamers uitsluitend als aanbouw aan het landhuis;
    • 4. beroep aan huis onder de voorwaarde dat het gedeelte van de woning en bijbehorende bouwwerken dat wordt gebruikt voor beroep aan huis niet meer bedraagt dan 20% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 300 m²;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak en/of op het bijbehorende erf gelegen binnen deze bestemming;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 300 m²;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag:
    • 1. indien aangebouwd niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde in sub d en e geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven.
6.2.3 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.3 gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, niet genoemd onder a, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. een goede milieusituatie;
  • g. de bescherming van de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder a om toe te staan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits daardoor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder d om toe te staan dat de goothoogte en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter;
  • c. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder e om toe te staan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verkleind dan wel dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
  • d. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder f om toe te staan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt vergroot.
6.4.2 Voorwaarden

De in artikel 6.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de parkeergelegenheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de milieusituatie;
  • g. de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen binnen het bouwvlak voor meer woningen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • b. het gebruik van ruimten ten behoeve van een bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - afwijkend gebruik' voor meer dan 75 m²;
  • c. het gebruik van ruimten ten behoeve van een bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - afwijkend gebruik' waarbij een zelfstandige keuken in een door gasten gebruikte kamer of in een zelfstandig gastenverblijf aanwezig is;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als woning en gebruik ten behoeve van andere geluidsgevoelige functies;
  • e. het gebruik van een landhuis voor beroep aan huis, tenzij het gedeelte van de woning met inbegrip van de bijbehorende bouwwerken dat voor beroep aan huis wordt gebruikt, niet groter is dan 20% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 300 m²;
  • f. het gebruik van een eengezinshuis met inbegrip van de bijbehorende bouwwerken en het bijbehorende erf voor de uitoefening van een bedrijf;
  • g. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • i. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud;
  • j. het gebruik van onbebouwde gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen.
6.6 Voorwaardelijke verplichting erfinrichting
6.6.1 Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting' mogen gronden en bouwwerken alleen worden gebruikt voor deze bestemming onder de volgende voorwaarde(n):

6.6.2 Afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.6.1 voor andere maatregelen dan voorgeschreven in Bijlage 1 Inrichtingsplan Harculose Esweg 4 en 5, zoals de voorgeschreven maten, soorten, aantallen en situering, onder voorwaarde dat daarmee de met het plan beoogde kwaliteitsimpuls en landschappelijke kwaliteit wordt bereikt.

Artikel 7 Waarde - Archeologie

De regels van het bestemmingsplan Herkulosche Esch zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 6 januari 2014 met het idn NL.IMRO.0193.BP12017-0004 zijn van toepassing. Zie artikel Waarde - Archeologie.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

8.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan in dit plan of in een wijzigingsplan of uitwerkingsplan afgeweken worden van:

  • a. de bij recht in de regels gegeven aantallen, maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die aantallen, maten, afmetingen en percentages voor zover er geen specifieke afwijkingsmogelijkheid in deze regels van toepassing is;
  • b. de bestemmingsregels om toe te staan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geven;
  • c. de bestemmingsregels om toe te staan dat aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximum bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen om toe te staan dat de bouwhoogte wordt vergroot in het belang van het af te scheiden erf of het af te scheiden perceel;
  • e. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.3 om toe te staan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken ten behoeve van kunstwerken en ten behoeve van zend-, ontvang- of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40,00 meter;
  • f. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.3, niet genoemd onder d en e, om toe te staan dat de bouwhoogte van deze overige bouwwerken wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 meter;
  • g. het bepaalde ten aanzien van de maximum bouwhoogte van gebouwen om toe te staan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen van bouwdelen die niet van ondergeschikte aard zijn, als, liftkokers, trappenhuizen, en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
    • 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 50 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximum bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
  • h. de bestemmingsregels ten behoeve van het innemen of hebben van een standplaats, tenzij:
    • 1. de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;
    • 2. als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.
8.2 Voorwaarden voor het toestaan van afwijkingen

De in artikel 8.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de parkeergelegenheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de milieusituatie;
  • g. de groenstructuur;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Slotregel

Het plan wordt aangehaald als:

bestemmingsplan Herkulosche Esch, herziening 1 .

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Herkulosche Esch, herziening 1 '.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zwolle in de vergadering

van 16 oktober 2023 nummer 20231016-10.

P.H. Snijders, voorzitter, E. Meurs, griffier,