| Plan: | Wijthmenerplas |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP13010-0006 |
De Wijthmenerplas is een belangrijk dagrecreatieterrein voor Zwolle en omgeving. Het gebied straalt een rust uit, heeft een natuurlijk karakter en ligt toch dicht bij de stad. Daarnaast is het toegankelijk voor iedereen. Jaarlijks komen er circa 280.000 bezoekers uit Zwolle en omgeving.
Sinds 2007 mogen er bij de Wijthmenerplas drie maal per jaar grootschalige en vijf maal per jaar kleinschalige evenementen gehouden worden, gebaseerd op het evenementenbeleid zoals dat in juni 2012 is vastgesteld door de gemeenteraad.
In 2013 is voor 3 grootschalige evenementen omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2 van de Wabo. Deze evenementen pasten in het vastgestelde evenementenbeleid.
Het evenementenbeleid is in 2015 geëvalueerd. Dit heeft, onder andere, geleid tot aangepaste geluidsnormen voor de locatie bij de Wijthmenerplas. Deze normen worden toegelicht en onderbouwd in paragraaf 4.2.1.
Voorts zijn er verschillende ondernemers geweest die kenbaar hebben gemaakt ontwikkelingen te willen starten op en nabij de Wijthmenerplas. Het gaat om commerciële vrijetijdsvoorzieningen. Ook wel leisure genoemd. Hiervoor is een visie en toetsingskader vastgesteld door de raad. Deze ruimtelijk relevante zaken uit deze visie zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.
Het doel van dit bestemmingsplan is het juridisch planologisch verankeren van het evenementenbeleid en de visie en toetsingskader Dagrecreatieterrein Wijthmenerplas.
De Wijthmenerplas ligt ten oosten van Zwolle en wordt primair ontsloten door de Zalnéweg. Ten zuidwesten van de Wijthmenerplas sluit de Zalnéweg aan op het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg (N35) - Oldeneelallee - Zalnéweg.
In onderstaande afbeelding is de locatie globaal aangegeven.
Afbeelding 2: globale ligging evenemententerrein (bron: google-maps)
Voor het plangebied geldt momenteel de Beheersverordening Buitengebied - Herfte, Wijthmen, vastgesteld op 1 juli 2013.
De Wijthmenerplas is een recreatieplas in het buurtschap Wijthmen. De plas wordt gebruikt om te zwemmen, zonnen, surfen, duiken, vissen en wandelen. De locatie is gelegen aan de Zalnéweg en betreft een recreatiegebied met een recreatieplas voor intensieve recreatie. De Wijthmenerplas ligt ten oosten van Zwolle en wordt primair ontsloten door de Zalnéweg. Ten zuidwesten van de Wijthmenerplas sluit de Zalnéweg aan op het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg (N35) - Oldeneelallee - Zalnéweg.
De Wijtmenerplas is een belangrijk dagrecreatieterrein voor Zwolle en omgeving. Het gebied ligt dicht bij de stad en is openbaar toegankelijk. Jaarlijks komen er circa 280.000 bezoekers uit Zwolle en omgeving.
De omgeving van Wijthmen is archeologisch zeer waardevol. Als in de prehistorie waren hoger gelegen gebieden bewoond. De bodem van het recreatieterrein is zeer verstoord toen de zandwinplas is gegraven. De Erfgenamenweg en gedeelten langs de Heinoseweg zijn echter archeologisch nog steeds waardevol.
In het plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardevolle structuren en/of gebouwen aanwezig.
Bereikbaarheid
De Wijthmenerplas ligt ten oosten van Zwolle en wordt primair ontsloten door de Zalnéweg. Ten zuidwesten van de Wijthmenerplas sluit de Zalnéweg aan op het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg (N35) - Oldeneelallee - Zalnéweg. Met uitzondering van de Zalnéweg, zijn alle wegen bij dit kruispunt aangewezen als gebiedsontsluitingsweg type A met een maximum snelheid van 70 km/uur. De verkeersafwikkeling op het kruispunt wordt gewaarborgd met een Verkeersregelinstallatie (VRI).
De Oldeneelallee en Ceintuurbaan maken onderdeel uit van de buitenring van Zwolle en vormen een verbinding tussen respectievelijk de IJsselallee en de A28 / Zwartewaterallee. De N35 gaat buiten de bebouwde kom over in een regionale stroomweg en vormt een verbinding tussen Zwolle en Almelo. In het najaar van 2012 is de reconstructie van de Ceintuurbaan opgeleverd. Sindsdien is de weg tussen de A28 en de Dr. Van Heesweg voorzien van 2*3 rijstroken. Ook zijn er bij de kruispunten extra opstelstroken aangebracht, zijn er fietstunnels gerealiseerd en is het door een 'groene golf' mogelijk om zonder te stoppen de hele Ceintuurbaan af te rijden. Daarnaast is in 2010 een groot deel van de IJsselallee verbreed. De weg is tussen afrit 18 (Zwolle-Zuid) en het kruispunt Hanzeallee – Burgemeester van Walsumlaan uitgebreid van 2 x 2 naar 2 x 3 rijstroken. Ook het kruispunt zelf heeft een aantal extra rijstroken gekregen. Tot slot zijn de verkeerslichten zodanig ingesteld dat het verkeer bij een juiste snelheid kan profiteren van een groene golf.
Het parkeerterrein van de Wijthmenerplas wordt ontsloten door de Zalnéweg. De Zalnéweg is aangewezen als een erftoegangsweg met een maximale snelheid van 60 km/uur. Langs de Zalnéweg ligt een vrijliggend fietspad die ter hoogte van de recreatieplas aansluit op de fietspaden Veldwijkpad en Zalnepad.
Het Veldwijkpad loopt in zuidoostelijke richting en takt aan op het Hoekserfpad. Dit fietspad sluit ten oosten van de recreatieplas aan op de Valkenbergweg, welke is aangewezen als erftoegangsweg met een snelheidsregime van 60 km/uur. Ook het Zalnépad sluit ten noordwesten van de Wijthmenerplas aan op de Valkenbergweg. Voor fietsers en voetgangers is het dus mogelijk om een rondje om de plas te maken.
Parkeren
Ten westen van de Wijthmenerplas is een parkeerterrein aanwezig met een capaciteit van zo'n 1350 plekken. Het parkeerterrein is toegankelijk via een slagboom met betaalautomaat. Bezoekers dienen vooraf te betalen.
Vanwege verkeershinder en overlast voor omwonenden zijn de afgelopen jaren parkeerverboden ingesteld op de wegen rondom de recreatieplas.
Situatie tijdens evenementen
Bereikbaarheid
Als het festivalterrein deels op het bestaande parkeerterrein ligt, wordt het parkeren voor bezoekers tijdens het evenement op een andere locatie opgelost. Hiervoor kan de organisatie een weiland ten zuiden van de Wijthmenerplas huren. Dit weiland is te bereiken via de parallelweg van de Heinoseweg. De ingang van het parkeerterrein ligt op zo'n 200 meter afstand van het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg – Oldeneelallee – Zalneweg. Het tijdelijk parkeerterrein is aangeduid op de verbeelding.
Auto
Op het evenemententerrein worden maximaal 20.000 bezoekers verwacht bij het grootste evenement. Daarvan komen er naar verwachting 6000 zelfstandig met de auto en 1600 met een taxi of worden bij het terrein afgezet (Kiss & Ride) Bij een gemiddelde voertuigbezettingsgraad van 3,12 personen per auto, betekent dit dat er maximaal 1923 auto's bij het terrein willen parkeren. Daarnaast worden er ook nog 640 taxi's en / of auto's t.b.v. Kiss & Ride verwacht. Deze laatste groep blijft niet achter op het terrein. Op basis van ervaringcijfers gaat het om de volgende bezoekersaantallen die per uur:
| Instroom | % | Auto's | Taxi & K+R | Totaal voertuigen |
| 10:00 – 11:00 uur | 2% | 38 | 13 | 51 |
| 11:00 – 12:00 uur | 5% | 96 | 32 | 128 |
| 12:00 – 13:00 uur | 10% | 192 | 64 | 256 |
| 13:00 – 14:00 uur | 25% | 481 | 160 | 641 |
| 14:00 – 15:00 uur | 29% | 558 | 186 | 743 |
| 15:00 – 16:00 uur | 18% | 346 | 115 | 461 |
| 16:00 – 17:00 uur | 6% | 115 | 38 | 154 |
| 17:00 – 18:00 uur | 3% | 58 | 19 | 77 |
| > 18:00 uur | 2% | 38 | 13 | 51 |
| Totaal | 100% | 1923 | 640 | 2563 |
In bovenstaande tabel is te zien dat op het drukste moment, bovenop de reguliere verkeersstroom, 743 voertuigen vanaf het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg – Oldeneelallee – Zalneweg richting het evenemententerrein rijden. De toevoerende wegen en het kruispunt Ceintuurbaan – Heinoseweg – Oldeneelallee – Zalneweg, beschikken over voldoende capaciteit om een snelle en veilige verkeersafwikkeling te waarborgen
Voor de uitstroom van het evenement geldt dat er grotere pieken zijn ten aanzien van het aantal voertuigen dat het festivalterrein wil verlaten. Dit is weergegeven in de onderstaande tabel.
| Uitstroom | % | Auto's | Taxi & K+R | Totaal voertuigen |
| < 21:00 uur | 4% | 77 | 26 | 103 |
| 21:00 – 22:00 uur | 7% | 135 | 45 | 179 |
| 22:00 – 23:00 uur | 23% | 442 | 147 | 590 |
| 23:00 – 00:00 uur | 56% | 1077 | 358 | 1435 |
| 00:00 – 01:00 uur | 10% | 192 | 64 | 256 |
| Totaal | 100% | 1923 | 640 | 2563 |
In bovenstaande tabel is te zien dat op het drukste moment, 1435 voertuigen via de Zalneweg richting de Ceintuurbaan, Heinoseweg of Oldeneelallee willen rijden. Ten behoeve van het uitgaande verkeer liggen er op de Zalneweg twee opstelstroken: een opstelstrook voor verkeer dat rechtsaf richting de Ceintuurbaan wil rijden en een gecombineerde opstelstrook voor verkeer in de richting van de Heinoseweg (linksaf) en / of Oldenallee (rechtdoor).
Normaliter is de groentijd voor verkeer komende vanaf de Zalnéweg relatief kort. Met deze programmering wordt getracht om sluipverkeer over de parallelweg van de Heinoseweg te beperken. Wanneer het bij de Wijthmenerplas druk is, wordt echter automatisch een apart programma in de VRI ingeschakeld. Als dit programma is ingeschakeld wordt de groentijd voor verkeer vanaf de Zalnéweg verlengd. Tegelijkertijd is rond dit tijdstip het verkeersaanbod vanuit andere richtingen beperkt. De lussen in het wegdek registreren dan dat hier weinig verkeer rijdt waardoor deze richtingen automatisch kortere groentijden krijgen. Verkeer vanuit de Zalnéweg komt daardoor “vaak aan de beurt”. Hiermee is een snelle en veilige verkeersafwikkeling gewaarborgd. Indien er desondanks toch problemen ontstaan, beschikt Traffic Support B.V. - het bedrijf dat de coördinatie voert over het verkeersmanagement - over een sleutel van de regelkast van de VRI. Zij kunnen de verkeerslichten dan handmatig regelen.
Bussen
12% van de bezoekers komt naar verwachting met een pendelbus. Het gaat om 2400 mensen die vanaf station Zwolle CS per bus naar het festivalterrein gebracht worden. Qua instroom gaat het om maximaal vier pendelbussen per uur; bij de uitstroom gaat het om maximaal acht bussen per uur. Ten opzichte van het aantal personenauto's gaat het om marginale aantallen. In die context wordt verondersteld dat het aantal bussen van marginale invloed is op de verkeersafwikkeling op de openbare weg.
De route voor de pendelbussen is de gehele dag hetzelfde. Op de heenweg loopt de route vanaf station Zwolle CS over de IJsselallee en de Oldeneelallee via de N35 naar Wythem. Vanaf daar loopt de route over de parallelweg van de N35 (Heinoseweg) naar het evenemententerrein.
Langzaam verkeer
Zo'n 9000 bezoekers komen lopend of met de (brom)fiets. Afgesproken is dat alle fietspaden rondom de Wijthmenerplas tijdens het evenement bereikbaar blijven. Aangezien de recreatieplas en de omliggende infrastructuur uitstekend zijn toegerust op langzaam verkeer is de bereikbaarheid voor deze doelgroep tijdens het evenement geen enkel probleem.
Hulpdiensten
Hulpdiensten beschikken over een route die alleen beschikbaar is voor CREW, organisatie en hulpdiensten. Deze route is met oranje weergegeven in afbeelding 4.
Parkeren
Het weiland aan de parallelweg van de Heinoseweg biedt plaats aan 2400 personenauto's. Daarnaast is er een strook aanwezig voor K+R. In totaal wordt verwacht dat er maximaal 1923 autoparkeerplaatsen benodigd zijn voor het grootste evenement. Dit betekent dat er voldoende parkeercapaciteit aanwezig is. Voor fietsparkeren kan de wielerbaan worden ingericht als fietsparkeerplaats.
Het houden van evenementen past in het ruimtelijke beleid van de gemeente. In het Structuurplan 2020 (16 juni 2008) staat dat er bij de Wijthmenerplas plek is voor dagrecreatie, horeca en een verblijfsrecreatieve voorziening.
Op 21 mei 2012 heeft de gemeenteraad de nota evenementenbeleid 'Zwolle heeft het allemaal' vastgesteld. Het beleid is er mede op gericht dat de diverse evenementenlocaties binnen de gemeente moeten fungeren als geschikt decor voor de evenementen die op die locaties plaatsvinden. Dit betekent dat een locatie moet aansluiten op het karakter van het evenement en daaraan een meerwaarde moet geven. Bij de beoordeling of een locatie een geschikt decor voor een bepaald evenement is, wordt gekeken naar de risico's op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de eventuele gevolgen voor het verkeer.
Het publieksprofiel (bijvoorbeeld aantal en type bezoekers), het ruimtelijk profiel (bijvoorbeeld locatie evenement, toegankelijkheid aan- en afvoerwegen) en het activiteitenprofiel (bijvoorbeeld soort evenement, duur evenement ) zijn hier heel belangrijk. Het bovenstaande leidt er toe dat voor bijvoorbeeld (grootschalige) evenementen in de sfeer van dancefeesten, harde rockmuziek en andersoortige grootschalige muziekfestijnen geldt dat locaties als park de Wezenlanden de Wijthmenerplas een geschikte locatie is.
De regulering met betrekking tot evenementen is vastgelegd in de Beleidsregel evenementen in de open lucht 2012. Deze beleidsregel geeft een nadere invulling aan de Algemene Plaatselijke Verordening Zwolle. Dit is de wettelijke basis voor behandeling voor het aanvragen van een evenementenvergunning. Een evenementenvergunning dient door de organisatie van een evenement te worden aangevraagd.
De beleidsregel stelt regels met betrekking tot het aantal evenementen, de spreiding, evenementenlocaties, eindtijden, de geluidsbelasting, procedurele aspecten en openbare orde en veiligheid.
Locaties waar grootschalige evenementen op basis van het gemeentelijk beleid kunnen worden gehouden zijn, onder andere, de Grote Markt, het Grote Kerkplein, de Melkmarkt en het Rodetorenplein in de binnenstad, en in het buitengebied de locatie op en nabij de Wijthmenerplas. Voor de locatie op of nabij de Wijthmenerplas geldt dat maximaal drie grootschalige evenementen per jaar en vrijf overige evenementen zijn toegestaan. Evenementen op of nabij de Wijthmenerplas mogen niet plaatsvinden gedurende de zomervakantie voor het voortgezet onderwijs in de regio Noord.
Het evenementenbeleid is in 2015 geëvalueerd. Dit heeft, onder andere, geleid tot aangepaste geluidsnormen voor de locatie bij de Wijthmenerplas. Deze normen worden toegelicht en onderbouwd in paragraaf 4.2.1.
Op 3 september 2012 heeft de gemeenteraad de “Ontwikkelingsvisie Wijthmenerplas”, vastgesteld, die de ontwikkeling van commerciële vrijetijdsvoorzieningen ter versterking van de regionale functie van Zwolle mogelijk maakt en een toetsingskader vormt om initiatieven op en nabij het dagrecreatieterrein te kunnen beoordelen. Daarbij vormt het vastgestelde gemeentelijke (evenementen)beleid een randvoorwaarde voor de ontwikkelingen bij het dagrecreatieterrein De Wijthmenerplas.
De Nota Belvedere uit 1999 was het kader voor een verdergaande integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Hoofddoelstelling van de Nota is de cultuurhistorische identiteit als volwaardig uitgangspunt richtinggevend te maken voor de inrichting van de ruimte. Het credo daarbij is 'behoud door ontwikkeling'. Daarmee wordt bedoeld dat de aanwezige cultuurhistorische waarden een bron vormen van inspiratie voor vernieuwing en verandering. Het behoud en het benutten van het cultureel erfgoed voegt kwaliteit toe aan de ruimtelijke inrichting.
In november 2009 stemde de Tweede Kamer in met de beleidsbrief modernisering monumentenzorg (MoMo). Het behoud en de bescherming van monumenten blijft een belangrijk doel, maar er vindt een verbreding plaats naar de omgeving. Overal in steden, dorpen en landschappen zijn plaatsen van herinnering, plaatsen met een bijzondere cultuurhistorische betekenis. Goede ruimtelijke ordening betekent dat alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte in de besluitvorming worden betrokken. Daarom is de eerste pijler van MoMo gericht op cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Om meer vorm en inhoud te geven aan de borging van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening zullen gemeenten bij het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden die in een bestemmingsplan worden verankerd.
Het Zwolse beleid zoals verwoord in de vastgestelde beleidsnota voor het Zwols monumenten- en archeologiebeleid (Dynamiek van Oud & Nieuw, 2000) is gericht op de instandhouding van historisch waardevolle objecten, complexen, openbare ruimte en stedenbouwkundige en landschappelijke structuren.
Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Monumentenwet 1988 en de Erfgoedverordening Zwolle 2010 is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning een beschermd (rijks- of gemeentelijk) monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigingen. Tevens is het verboden een beschermd monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op aspecten die beperkingen met zich meebrengen bij het toekennen van bestemmingen.
In de gemeente Zwolle vinden veel evenementen plaats. Die worden door de bewoners en door de gemeente belangrijk bevonden. De gemeente wil dan ook evenementen faciliteren. Tegelijkertijd is de bescherming van de omgeving een belangrijk aandachtspunt.
Rondom de Wijthmenerplas worden verschillende (grootschalige) evenementen georganiseerd. De Wijthmenerplas wordt ook door de bewoners van Zwolle gewaardeerd als recreatiegebied. De evenementen worden vooral aan de westkant van de Wijthmenerplas georganiseerd, waar ook parkeerplaatsen aanwezig zijn.
De omgeving kan gekenschetst worden als een relatief dun bevolkt gebied met verspreid liggende woningen en boerderijen. Enkele woningen bevinden zicht langs de Heinoseweg, andere aan de overkant van de Wijthmenerplas. In het gebiedsgerichte geluidsbeleid van de gemeente Zwolle wordt het gebied aangeduid als dorpslandelijk. Voor dit gebiedstype heeft de gemeente geen ambities geformuleerd.
Voor continu aanwezige bronnen (wegverkeer, “industrie en bedrijven” en railverkeer) gelden de voorkeursgrenswaarden en de maximale ontheffingswaarden uit de Wet geluidhinder. Evenementen mogen echter maximaal acht keer per jaar plaatsvinden bij de Wijthmenerplas (drie grootschalige en vijf overige evenementen), waarmee het wettelijk kader voor continue bronnen niet van toepassing wordt geacht.
De rust in de omgeving wordt door de bewoners gewaardeerd. Aan de andere kant is de locatie aan de Wijthmenerplas geschikt voor organisatie van kleine en grootschalige evenementen. Kleine evenementen aan de Wijthmenerplas veroorzaken geen overlast voor de omwonenden en de omgeving. Het zijn vooral de grootschalige evenementen die de afgelopen jaren hebben geleid tot klachten van omwonenden. Voor deze omwonenden kunnen evenementen overlast betekenen vanwege geluidhinder en overlast van het komen en gaan van bezoekers van het evenement. Dit terwijl de bewoners een leefbaar woonklimaat willen hebben.
De gemeente vindt het belangrijk om een goede balans te vinden tussen de verschillende evenementen en de kwaliteit van de leefomgeving. Gelet op het bovenstaande heeft Zwolle ervoor gekozen beleid te ontwikkelen voor het houden van evenementen: “Zwolle heeft het allemaal! (Nota evenementenbeleid). Uit oogpunt van duidelijkheid en bescherming van de omgeving worden alle evenementen volgens de beleidsregel beoordeeld. Dit in combinatie met toezicht en handhaving. In het beleid zijn de geluidsnormen voor evenementen bepaald. Op basis van akoestisch onderzoek is specifiek voor de Wijthmenerplas bepaald welke geluidsnormen acceptabel en toepasbaar zijn voor het plangebied. In de paragraaf "Akoestisch onderzoek Wijthmenerplas" worden de resultaten van het onderzoek samengevat.
Hinderaspecten van evenementengeluid
Of geluid van een evenement als hinderlijk wordt ervaren, hangt af van diverse factoren. Grofweg wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen:
Om geluidhinder te voorkomen, te beperken of te verzachten, wil de gemeente Zwolle rekening houden met de bovengenoemde twee groepen van factoren. Wordt een van beide buiten beschouwing gelaten, dan wordt een deel van de problematiek veronachtzaamd; de hinder die wordt ervaren bestaat uit een aantal factoren met een onderlinge samenhang.
De factoren van geluidhinder worden hieronder kort opgesomd en toegelicht. De eerste vijf factoren worden als het meest belangrijk beschouwd.
Akoestische factoren
Sociaalpsychologische factoren
1. De maatschappelijke aanvaardbaarheid. Festiviteiten die een sterk maatschappelijk karakter hebben (carnaval, kermis en buurtfeesten), dragen bij aan de cohesie van een dorp of een wijk; een minder prettige bijkomstigheid als hoge geluidsniveaus worden hierbij eerder als acceptabel beschouwd.
2. De voorspelbaarheid. Onverwachte of onregelmatige blootstelling aan geluid leidt tot meer hinder dan in een situatie waarin het optreden van geluid voorspelbaar is.
3. Gevoel van beheersbaarheid (perceived control). Als er geen gevoel van beheersbaarheid is, dan ontstaat er ook steeds meer prikkeling en stress. Onder beheersbaarheid wordt ondermeer verstaan:
Sociaalpsychologische factoren van iets minder belang
Sturingsmogelijkheden en -filosofie
De gemeente Zwolle heeft een aantal mogelijkheden om de ervaren hinder te beïnvloeden. Daarvan wil Zwolle gebruikmaken. Onderstaand zijn de keuzes die de gemeente maakt opgesomd en verder toegelicht.
De gemeente wil de hinder beperken door:
Acceptabele geluidsniveaus
Bij het bepalen van de geluidsnormen is het belangrijk dat ze realistisch, maar ook acceptabel zijn. Realistisch betekent dit, dat het evenement volgens het plan van de organisator moet kunnen plaatsvinden. Maatschappelijk acceptabel wil zeggen dat, indien voldaan wordt aan de geluidsnormen, op voorhand geen buitensporige geluidsoverlast te verwachten is.
Maatschappelijke acceptatie is moeilijk objectief te bepalen en is afhankelijk van veel (vaak niet-akoestische factoren), zoals typering van het leefmilieu in het gebied waar het evenement plaatsvindt, mate van inbreuk op het leefmilieu van de omwonenden, frequentie van evenementen, tijdsduur en tijdstip, bekendheid met de activiteiten of hoeveelheid publiek.
De gemeente is vrij om aan een evenementenvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de voorschriften te verbinden die het - op basis van een belangenafweging - noodzakelijk acht. Aanvullend op de algemene normstelling van 50 dB(A) als etmaalwaarde ter plaatse van gevels van woningen, wordt in de Wet geluidhinder gesteld dat, door geluid dat van buiten een woning komt, het geluidsniveau in geluidsgevoelige ruimten niet hoger mag zijn dan 35 dB(A)-etmaalwaarde.
In tegenstelling tot de generieke regelgeving van Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer bestaan er geen wettelijke geluidsnormen voor evenementen.
Evenementen hebben doorgaans een heel plaatselijk karakter en het is ook niet altijd nodig, zelfs voor luidruchtige evenementen, om een geluidsnorm te stellen.
Voor evenementen is de algemene normstelling van de Wet geluidhinder binnen de woning niet bruikbaar en onnodig streng. Het gaat immers om uitzonderingssituaties en niet om een “dagelijkse” geluidsbelasting. Daarbij is een waarde binnen woningen ook moeilijk handhaafbaar. Een maximaal toelaatbare waarde buiten woningen is eenvoudiger te controleren.
Richtlijnen voor acceptabele geluidsniveaus
Nota "Evenementen met een luidruchtig karakter"
De publicatie van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg "Evenementen met een luidruchtig karakter" (augustus 1996) wordt landelijk als richtlijn gezien (Nota Limburg). In die nota wordt als uitgangspunt gehanteerd dat in de woning, bij gesloten ramen en deuren, een normaal gesprek mogelijk moet zijn. De nota evenementen richt zich op het waarborgen van de spraakverstaanbaarheid binnenshuis in de dag- en avondperiode en het vermijden van slaapverstoring in de nachtperiode. Het geluidsniveau in een woning overdag varieert van 25 tot 35 dB(A). Indien het geluidsniveau in de woning stijgt tot boven 40 dB(A), heeft dat tot gevolg dat de bewoners luider moeten gaan praten om verstaanbaar te zijn. Dat wordt als zeer hinderlijk ervaren. Een geluidsniveau van 50 dB(A) (stoorgeluid) leidt ertoe dat de bewoners dubbel zo hard moeten praten om verstaanbaar te zijn. Dat wordt beoordeeld als een ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer .Hier zou volgens de Nota Limburg de grens moeten liggen van wat in redelijkheid van een omwonende kan worden gevraagd. Daarboven is volgens de Nota sprake van onduldbare hinder. Om de grens van onduldbare hinder niet te overschrijden, moet -rekening houdend met een gevelisolatie van 20 à 25 dB(A)- volgens de Nota worden uitgegaan van een maximaal equivalent geluidsniveau op de gevel van woningen overdag en 's avonds van 70 à 75 dB(A) en 's nachts van 65 à 70 dB(A) en binnen in de woningen van 50 dB(A) respectievelijk 45 dB(A), met dien verstande dat voor dagen waarop een vrije dag volgt, het tijdstip waarop de normstelling voor de nachtperiode ingaat, met 1 of 2 uur kan worden verschoven naar 24:00 of 01:00 uur.
Uit deze overwegingen volgen de maximale gevelbelastingen als aangegeven in onderstaande tabel. Daarbij wordt uitgegaan van achtergrondniveau in de woningen van 35 dB(A) etmaalwaarde en een gemiddelde gevelisolatie van 20 a 25 dB(A). Via deze benadering leidt dit tot maximaal toelaatbare gevelbelastingen zoals in onderstaande tabel zijn opgenomen.
Maximale geluidsniveaus bij evenementen volgens de richtlijn van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg
| etmaalperiode | basisnorm binnenniveau |
maximaal binnenniveau | gevelisolatie (gemiddeld)2 |
maximaal geluidsniveau3 |
| dag (07.00 – 19.00 uur) | 35 dB(A) | 50 dB(A) | 20 - 25 dB(A) | 70 - 75 dB(A) |
| avond (19.00 – 23.00 uur) | 30 dB(A) | 50 dB(A) | 20 - 25 dB(A) | 70 - 75 dB(A) |
| nacht (23.00 – 07.00 uur) | 25 dB(A) | 45 dB(A)1 | 20 - 25 dB(A) | 65 - 70 dB(A) |
ISO-recommendation R-1996
De grondslag voor de Nederlandse wet- en regelgeving omtrent geluidshinder is gegeven in de publicatie ISO-recommendation R-1996. De ISO-recommendation R-1996 is gebaseerd op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar het menselijk gehoor in relatie tot hinderbeleving en het gedrag van de mens bij ervaren geluidshinder. De ISO R-1996 geeft aanbevelingen ten aanzien van normstellingen en geeft meet- en rekenregels. Er wordt echter geen duidelijke grens aangegeven wanneer sprake is van onduldbare hinder. Op basis van de aanbevelingen in de ISO R-1996 kan geconcludeerd worden dat maximaal toegestane equivalente geluidsniveaus op de buitengevel tot 80 dB(A) overdag en 's avonds, toereikend lijken om communicatie te waarborgen binnen in de woning. Geluidsniveaus van 85 dB(A) of hoger op de gevel leveren bij een gevelwering van 25 dB ernstige verstoring van de spraakverstaanbaarheid op.
De Nota Limburg vindt uitgaande van een maximale grenswaarde (gevelbelasting) van 75 dB(A) bij een gevelwering van 25 dB(A) acceptabel. Dezelfde nota merkt een binnenniveau van meer dan 55 dB(A) in een woning en een gevelbelasting van meer dan 80 dB(A) aan als onduldbaar. De Nota Limburg beoordeelt de hinder in zoverre strenger dan de ISO R-1996.
Reken- en meetvoorschrift en meetprotocol
Er wordt gemeten is conform het vigerende Reken- en meetvoorschrift geluid. Handhaving vindt plaats conform het gemeentelijk meetprotocol.
Akoestisch onderzoek Wijthmenerplas
In dit bestemmingsplan is vastgelegd dat ter plaatse van het als zodanig aangeduide evenemententerrein 3 maal jaarlijks een grootschalig evenement mag worden gehouden. De geluidbelasting vanwege deze grootschalige evenementen mag ter plaatse van een gevel van de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige objecten niet meer bedragen dan 75 dB(A) en 90 dB(C).
De gestelde geluidsnorm als dB(C )-waarde is de meest restrictieve en daarmee voor de dance-evenementen op de Wijthmenerplas als maatgevende geluidsnorm. Zoals blijkt uit de analyse van de meetgegevens (DGMR rapportage met kenmerk M.2013.0862.03.R001 d.d. 10 februari 2015) van de afgelopen jaren en de vertaling daarvan in akoestische rekenmodellen , bedraagt het verschil tussen d(B)A en dB(C) in het ter plaatse van woningen hoogst optredende geluidsniveau circa 20 dB. Uit de metingen volgt daarmee dat de geluidsnorm van 90 dB( C) maatgevend is. Deze geluidnorm bepaalt de geluidsruimte die de gemeente Zwolle voor de Wijthmenerplas aanvaardbaar vindt.
De geluidshinder vanwege evenementengeluid wordt vanuit het perspectief van akoestische factoren met name bepaald door de geluidsniveaus aan de buitenzijde van een woning en daarmee samenhangend de geluidsniveaus die binnen in een woning optreden. Daarbij is het wenselijk om tijdens evenementen geluidsniveaus van maximaal 50 dB(A) in de woningen na te streven. Met een bandbreedte tot 60 dB (A). Bij een minimale gevelisolatie van 20 a 25 dB(A) voor de omliggende woningen kan in dat geval een geluidbelasting van 70 a 75 dB(A) met een bandbreedte tot 80 a 85 dB(A) als toelaatbaar worden geacht.
Vanuit de gemeente uitgevoerde geluidsmetingen tijdens Hardshock 2013 , Fusion of Dance 2013 en Wildness 2014 zijn de geluidbelastingen op de omliggende woningen bepaald.. Daaruit volgt dat tijdens de drie onderzochte dance-evenementen de maatgevende woningen geen hogere geluidbelasting ondervonden dan 65 dB(A) en 86 dB(C) (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau;s) (69 dB(A) en 90 dB(C), 5 minuten gemiddelde La,eq-waarden en Lc,eq-waarden).
tabel – Rekenresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in dB(A) en dB(C)
| Punt | Locatie | Maatgevende hoogte [m] | LAr,LT gedurende de dag- en avondperiode | ||
| Hardshock 17-4-2013 |
Fusion of Dance 18-5-2013 | Wildness 17-5-2014 |
|||
| 002 | Heinoseweg 13 | 5.0 | 65 dB(A) | 59 dB(A) | 59 dB(A) |
| 002 | Heinoseweg 13 | 5.0 | 86 dB(C) | 80 dB(C) | 81 dB(C) |
| 005 | Heinoseweg 21 | 5.0 | 65 dB(A) | 61 dB(A) | 64 dB(A) |
| 005 | Heinoseweg 21 | 5.0 | 86 dB(C) | 82 dB(C) | 85 dB(C) |
| 012 | Hoekserflaan 18 | 5.0 | 62 dB(A) | 63 dB(A) | 61 dB(A) |
| 012 | Hoekserflaan 18 | 5.0 | 83 dB(C) | 84 dB(C) | 82 dB(C) |
| zie bijlagen 3, 4 en 5 van DGMR-rapportage M.2013.0862.03.R001 d.d. 10 februari 2015 | |||||
Op basis van de maximaal optredende geluidbelastingen is voor een aantal van de omliggende woningen onderzocht wat de geluidwering is en daarmee samenhangend wat het binnengeluidniveau is. Van de onderzochte woningen met de hoogste binnen niveaus zijn de gevelbelastingen en binnen niveaus in onderstaande tabel weergegeven.
tabel – Rekenresultaten binnenniveau onderzochte woningen
| woning | bouwjaar of laatste verbouwjaar (indicatief) | verblijfsruimte | geluidwering gevel GA [dB] |
maatgevende gevelbelasting |
binnenniveau Lbi [dB(A)] |
| Heinoseweg 15 | 2000 | woonkamer/ keuken | 36 | 62 | 26 |
| slaapkamer 1e verdieping, achter | 21 | 62 | 41 | ||
| slaapkamer 1e verdieping, voor | 22 | 62 | 40 | ||
| Heinoseweg 21 | 2004 | zitkamer | 30 | 65 | 35 |
| woonkamer/ keuken | 33 | 65 | 32 | ||
| slaapkamer west | 35 | 65 | 30 | ||
| slaapkamer oost | 27 | 65 | 38 | ||
| Valkenbergweg 4 | 2005 | slaapkamer 1e verdieping, west | 18 | 56 | 38 |
| slaapkamer 1e verdieping, oost | 15 | 56 | 41 | ||
| Hoekserflaan 18 | 2011 | keuken | 27 | 63 | 35 |
| woonkamer/ eetkamer | 32 | 63 | 30 | ||
| hobbykamer 1.7 | 34 | 63 | 38 |
Uit het onderzoek volgt dat bij geen van de woningen binnenniveaus ten gevolge van de onderzochte drie dance-evenementen hoger zijn dan 50 dB(A). Het hoogst optredende tijdgemiddelde binnenniveau in een geluidsgevoelige ruimte bedraagt 41 dB(A).
Uit het onderzoek blijkt dat de op grond van het bestemmingsplan beschikbaar gestelde geluidsruimte van 90 dB (C) alle geluidgevoelige ruimten kunnen voldoen aan een binnenniveau van 50 dB(A).
Invoering dB(C) waarde
Om betere maatregelen tegen geluidsoverlast (vanwege basgeluiden) te kunnen nemen, is de dB(C) waarde ingevoerd. Dit heeft te maken met het frequentiespectrum van muziekgeluid en de hinderbeleving van lage frequenties. Omdat in de buitenlucht de midden en hoge tonen sneller/beter dempen dan lage (minder dan circa 100 Hz), veroorzaakt “dance” muziek in de omgeving meer hinder door de bassen, dan bands. Door dit effect blijven vooral op wat grotere afstand de bassen hoorbaar over. In veel gemeenten is er ervaring opgedaan met het hanteren en meten van dB(C)-waarden voor de beoordeling van muziekgeluid bij evenementen. De dB(C)-waarde biedt zowel voor de handhaving als voor de mensen van de geluidsinstallatie het voordeel dat de bassen beter kunnen worden beheerst. Door de verschillen in “weging” van beide eenheden ligt voor muziek de dB(C)-waarde getalsmatig hoger dan de bijbehorende dB(A) waarde. Een geluidsniveau van 85 dB(A) met een standaard muziekspectrum komt overeen met circa 99 dB(C). De gemeente Zwolle heeft, na evaluatie van het evenementenbeleid, gekozen om als maximum de waarde van 90 dB(C) voor grootschalige evenementen te hanteren. Daardoor wordt extra bescherming aan de omwonenden wat betreft de meest hinderlijke tonen geboden.
Evenementen mogen uitsluitend plaatsvinden op de locatie zoals die op de verbeelding is opgenomen door middel van de functieaanduiding 'evenemententerrein'.
De bestemmingsplanregels ten aanzien van het gebruik van het evenemententerrein moeten zorgen voor rechtszekerheid. Daarom bevatten de planregels bepalingen met betrekking tot de intensiteit waarmee het evenemententerrein mag worden gebruikt. De gemeente vindt het belangrijk om te zorgen dat het evenemententerrein slechts een beperkt aantal malen per jaar voor evenementen zal worden gebruikt. Daardoor wordt duidelijk gemaakt welke milieugevolgen voor de omgeving kunnen optreden.
In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van maximaal vijf overige evenementen en maximaal drie grootschalige evenementen. De gemeente is niet van plan om jaarlijks meer evenementen toe te staan. In het bestemmingsplan zijn dan ook geen ontheffingsmogelijkheden betreffende hoeveelheid toegestane evenementen opgenomen.
Op basis van gemeentelijk beleid mogen evenementen op of nabij de Wijthmenerplas niet plaats vinden gedurende de zomervakantie voor het voortgezet onderwijs in de regio Noord.
Het behouden van een goede leefomgevingkwaliteit en het beperken van milieuhinder is een aanleiding om de eindtijden van evenementen vast te leggen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen een doordeweekse dag en een evenement in het weekend (vrijdagavond en zaterdagavond). Het gemeentebestuur is van oordeel dat het gebruik van geluidsversterkende apparatuur tijdens evenementen op een doordeweekse avond (zondag tot en met donderdag) in beginsel om 23.00 uur moet worden beëindigd. Uiterlijk om 23.30 dient het evenement afgelopen te zijn en dienen de schenkpunten gesloten te zijn. Voor feesten in het weekend geldt voor het gebruik van geluidsversterkende apparatuur een eindtijd van 00.00 uur. Om 00.30 moet het evenement afgelopen zijn.
De organisator dient te garanderen dat aan de maximale geluidsnormen die door de gemeente zijn vastgesteld wordt voldaan. De organisatie van een grootschalig evenement moet daarom vooraf via een vastgesteld geluidsplan aantonen dat afdoende maatregelen zijn getroffen die de aanvaardbare geluidsniveaus in de omgeving tijdens evenementen garanderen. Dit geluidsplan maakt voor grote evenementen verplicht deel uit van de aanvraag en wordt door de gemeente getoetst. Indien nodig, wordt een vergunning door middel van voorschriften en maatregelen op maat gemaakt.
De gemeente wil vooral bij de grote evenementen proactief handhaven. Bijvoorbeeld door bij de opbouw van een evenement toezicht te houden en overleg te voeren met de organisatoren.
Tijdens de grootschalige evenementen worden standaard door de gemeente metingen uitgevoerd door het gebruik van Sysmex meetsysteem (onbemand en mogelijkheid tot meeluisteren en terugluisteren). Tegelijkertijd zijn gemeentelijke toezichthouders/handhavers op pad om aanvullende geluidsmetingen uit te voeren.
Op basis daarvan wordt het naleven van geluidsnormen gecontroleerd. In geval van overschrijving worden dan ook direct maatregelen getroffen om de geluidsoverlast te beperken.
De organisatie kan ook bij de meetgegevens. Zij monitoren doorlopend of de geluidsvoorschriften niet worden overschreden. Van hen wordt proactief handelen verwacht.
Naast handhaving op het aspect geluid, wordt er ook gehandhaafd op aspecten zoals openbare orde en veiligheid, afval, eindtijden en parkeren.
Conclusie:
De vastgestelde geluidsnormen in combinatie met de in deze paragraaf opgesomde maatregelen en waarborgen leiden tot de conclusie dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat tijdens evenementen.
Naast de genoemde geluidnormen zijn de in deze paragraaf opgesomde pakket van maatregelen ook van belang om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te garanderen tijdens de evenementen.
In het plangebied of de directe omgeving zijn geen risicobronnen gelegen, die een gevaar opleveren voor de functies binnen het bestemmingsplan.
Landschap
Het gebied is een dagrecreatieterrein, in gebruik als recreatieplas, en heeft een inrichting die geschikt is voor het ontvangen van grote groepen mensen. De impact van een evenement op het landschap is tijdelijk, doordat er plaatselijk verhoogde slijtage op zal treden. Deze slijtage (kapotte gazons, vervuiling door zwerfvuil) is goed repareerbaar.
Aandacht moet worden gegeven aan de bomen op het evenemententerrein. Schade aan bomen moet worden voorkomen, omdat deze wanneer die optreedt niet meer is te verhelpen. Bij de opbouw en afbraak van de voorzieningen, en tijdens het festival zelf, moeten de aanwezige bomen worden beschermd zodat geen schade optreedt.
Natuur
Het evenemententerrein van de Wijthmenerplas ligt dermate ver van Natura-2000 gebieden af (meer dan 2,5 km) dat de Natuurbeschermingswet niet relevant is. Hetzelfde geldt voor de gebieden die vallen onder het beschermingsregime van de Ecologische Hoofdstructuur (Nationaal Natuur Netwerk). Ook deze afstand (meer dan 2,5 km) is dermate ver dat dit regime hier niet relevant is. Blijft over het beschermingsregime van de Flora- en faunawet (Ffw).
De Flora- en faunawet beschermt dier- en plantensoorten die in het wild voorkomen. Alles wat schadelijk is voor beschermde soorten, is verboden. Ongeveer 500 van de 36.000 diersoorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van deze wet. De wet kent een aantal verboden, bijvoorbeeld: bepaalde planten mag je niet plukken en dieren mogen niet worden verstoord, verjaagd of gedood. In bepaalde situaties mag dit wel, maar daarvoor is dan een ontheffing of vrijstelling nodig.
Vrijstellingen en ontheffingen
In de Flora- en faunawet zijn verschillende verboden opgenomen. Zo is het bijvoorbeeld verboden om bepaalde planten en bloemen te plukken, beschermde dieren te verontrusten of doden, hun nesten te verstoren. In sommige situaties en onder bepaalde voorwaarden mag dit wel. Er is dan een vrijstelling of ontheffing nodig. Het verschil tussen een vrijstelling en ontheffing luidt als volgt:
Als er geen verboden uit de Flora- en faunawet worden overtreden is er geen vrijstelling of ontheffing nodig.
Beoordeling door de toenmalige Dienst Regelingen
Op 13 maart 2012 heeft de toenmalige Dienst Regelingen te Den Haag (thans de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) een melding van een mogelijke overtreding van de Flora- en Faunawet ontvangen inzake twee evenementen bij de Wijthmenerplas.
De Afdeling Handhaving van de Dienst Regelingen heeft deze zaak geregistreerd en onderzocht. Bij brief van 6 april 2012 van deze afdeling aan de organisator van deze evenementen is aangegeven dat “de evenementen doorgang kunnen vinden als er tenminste de mitigerende maatregelen getroffen worden die in de 'Natuurtoets drie festivals Wijthmenerplas Zwolle' worden genoemd en als er aanvullend een monitoring in het gebied wordt verricht.”
Mitigerende Maatregelen, zoals voorgeschreven door de Dienst Regelingen
a. Hekken
Er moeten hekken geplaatst worden langs bosjes, zodat bezoekers de bosjes niet in kunnen.
b. Verlichting en geluid
Verlichting en geluid dient zo veel mogelijk van bosjes en bekende nesten van de sperwer af gericht te worden om lichtverstoring en verstoring door geluid zo veel mogelijk te voorkomen. Dit dient ook te worden toegepast op aangrenzende bosjes waarin vogels kunnen broeden.
Monitoringsverplichting, zoals voorgeschreven door de Dienst Regelingen
De Dienst heeft een monitoringsverplichting opgelegd, die het volgende inhoudt:
Vuurwerk
In de brief van de Dienst Regelingen 6 april 2012 is voorts aangegeven dat het effect van professioneel vuurwerk wel als verstorend als ingeschat. Daarom heeft de organisator aan de Dienst aangegeven dat wordt afgezien van het gebruik van dit soort vuurwerk. Impliciet betekent dit dat consumenten vuurwerk (conform het Besluit Vuurwerk) niet als verstorend is ingeschat.
Conclusie
De Dienst Regelingen komt in de brief van 6 april 2012 tot de conclusie dat er geen reden is om over te gaan tot bestuurlijk handhavend optreden, indien de voorgestelde mitigerende maatregelen worden uitgevoerd en de monitoring wordt verricht.
Volledigheidshalve is deze brief als bijlage bij de toelichting opgenomen.
Periode vanaf 2012 tot heden
Bij alle evenementen, die hebben plaatsgevonden na de brief van 6 april 2012 zijn de voorgeschreven mitigerende maatregelen getroffen. Tevens is bij elk evenement vanaf 2012 een monitoringsonderzoek uitgevoerd, waarbij telkens is geconcludeerd dat voor tijdens en na de evenementen geen negatieve effecten op broedvogels zijn geconstateerd.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft op 15 april 2015 per e-mail aan de organisator van het Hardshock Festival 2015 laten weten dat er een melding is ontvangen van een mogelijke overtreding van de Flora- en faunawet. Gevraagd werd om aan te geven of er onlangs nog ecologisch onderzoek is gedaan. De organisator heeft de RVO laten weten dat dat inderdaad het geval was. Het betreft een onderzoek van Dillerop Advies van 18 april 2015. Aangezien dit het meest recente monitoringsonderzoek is, is dit rapport als bijlage bij de toelichting opgenomen.
Vervolgens heeft de RVO bij e-mail van 17 april 2015 laten weten dat het ecologisch rapport en de verdere reactie is gelezen en dat het erop lijkt dat er inderdaad alles aan gedaan wordt om een overtreding te voorkomen. Indien alle noodzakelijke maatregelen worden getroffen (ook het plaatsen van een hek om de rietkraag) lijkt handhaving hier niet op zijn plaats. De melding is dan ook afgesloten.
Kortom
Het houden van (grootschalige) evenementen nabij de Wijthmenerplas is niet in strijd met de Flora- en faunawet, mits de door de Dienst Regelingen voorgeschreven mitigerende maatregelen worden getroffen en er monitoringsonderzoeken worden verricht en afgezien wordt van het afsteken van professioneel vuurwerk.
Er is dan ook geen vrijstelling of ontheffing nodig van deze wet.
In het plangebied komen geen kabels, leidingen en straalpaden voor, die voorzien moeten worden van een dubbelbestemming.
In de regels zijn ten behoeve van het houden van evenementen diverse voorschriften opgenomen ten behoeve van de bescherming van de omgeving. Hiervoor wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf 4.2.2.
Voor de gemeente is communicatie rondom evenementen een belangrijk aandachtspunt. Het is van belang om helderheid te verschaffen aan alle betrokkenen over de randvoorwaarden voor de organisatie van evenementen, inclusief afspraken over te volgen procedures, verdeling van verantwoordelijkheden en handhaving.
In het kader van goede communicatie wordt door de gemeente jaarlijks tijdig een evenementenkalender opgesteld, met een optimale spreiding van evenementen over locaties en tijdstippen.
De gemeente beschikt ook over een evenemententelefoon. De omwonenden kunnen naar deze telefoon bellen tijdens een evenement.
Ook duidelijke en tijdige informatievoorziening aan omwonenden en organisatie van evenementen is een aandachtspunt. Het communiceren naar omwonenden en ondernemers is een verantwoordelijkheid van de evenementenorganisatie en wordt in het kader van vergunningverlening besproken.
Een goede evaluatie van evenementen (in samenspraak met de initiatiefnemer/organisator, de gemeenten en hulpdiensten en de omwonenden) is voor de gemeente belangrijk.
De evenementenorganisator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het evenement binnen de gestelde voorwaarden. Bij de toekenning van vergunningen wordt aangenomen dat de aanvrager zelfstandig een evaluatie gaat uitvoeren. Voor grootschalige evenementen worden afspraken betreffende evaluatie gemaakt. De gemeente zorgt ook voor evaluatie van klachten naar aanleiding van evenementen.
Cornform de ontwikkelvisie Wijthmenerplas is 1.000 nettovloeroppervlak (3.000 m² brutovloeroppervlak) aan bebouwing toegestaan ten behoeve van dagrecreatie (leisure), waarvan:
Uitgangspunt is dat de archeologische waarden in stand worden gehouden en waar mogelijk worden versterkt.
In de digitale watertoets wordt er van uitgegaan dat er binnen het plangebied geen sprake is van (grond) wateroverlast, indien niet meer dan 10 extra wooneenheden worden gerealiseerd en de toename van het verharde oppervlak niet meer bedraagt dan 1500 m². Daar is in dit bestemmiingsplan geen sprake van, zodat geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een stedelijke watercorridor.
Het watersysteem binnen het plangebied blijft ongewijzigd waardoor er geen wijzigingen te verwachten zijn in de grondwaterstanden. Ook wordt de veerkracht van het watersysteem niet gewijzigd.
Het Waterschap Groot Salland is geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van http://www.dewatertoets.nI//. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de normale procedure van de watertoets is toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen. Waterschap Groot Salland geeft een positief wateradvies.
Dit bestemmingsplan is gemaakt conform het 'Handboek bestemmingsplannen Zwolle' versie 20. Dit handboek is gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen SVBP2012, zoals vastgelegd in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.
De regels zijn binnen de systematiek van de SVBP2012 aangepast aan de Zwolse situatie en uitgebreid met extra standaardbestemmingen, waaraan in Zwolle behoefte is. De regels van Wijthmenerplas zijn voor zover nodig op hun beurt weer aangepast aan specifieke situaties in het plangebied van het bestemmingsplan Wijthmenerplas.
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels :
De inleidende regels zijn van algemene aard en bestaan uit de volgende regels:
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels :
Toelichting op de regels voor de enkelbestemmingen:
Het gehele plangebied is onderverdeeld in enkelbestemmingen. Dit in tegenstelling tot een bestemming die andere bestemmingen als dubbelbestemming overlapt. De dubbelbestemmingen behoeven niet in het gehele plangebied voor te komen.
Een enkelbestemming kan in het plangebied op één plaats, maar ook op meerdere plaatsen voorkomen. De bij deze bestemmingen behorende regels zijn per bestemming in een apart artikel ondergebracht.
Alle regels die op een bepaalde bestemming van toepassing zijn, worden zoveel mogelijk in de bestemmingsregels zelf geregeld. Op deze wijze wordt bij de digitale versie van het plan bij het aanklikken op adres of bestemmingsvlak zo veel mogelijk informatie gegeven zonder dat er verder doorgeklikt behoeft te worden.
De opbouw van een bestemmingsregel is als volgt:
Per bestemmingsonderdeel wordt hierna een korte toelichting wordt gegeven.
In de bestemmingsomschrijving wordt een nadere omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie wordt als eerste genoemd. Indien van toepassing, worden ook aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid wordt aangegeven door de zin 'met daaraan ondergeschikt'. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie in de bestemming. De bestemmingsomschrijving is niet alleen functioneel maar bevat ook inrichtingsaspecten.
In de bouwregels worden voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bebouwingsregels geregeld.
Bij woningen wordt een onderscheid gemaakt tussen 'hoofdgebouwen', 'bijbehorende bouwwerken' en 'bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak'. Een 'bijbehorend bouwwerk' is een 'uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op het zelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak'. Deze definitie is gelijk aan de definitie in het Besluit omgevingsrecht (Bor).
Voor de andere functies geldt dat er meestal geen sprake is van 'bijbehorende bouwwerken'. Bij deze functies wordt dan alleen gebruik gemaakt van de begrippen 'gebouwen' en 'bouwwerken, geen gebouwen zijnde'.
De maatvoering waaraan een (hoofd)gebouw, bijbehorend bouwwerk c.q. bouwwerk, geen gebouw zijnde, dient te voldoen wordt in deze regel opgenomen. De maximum goothoogte en maximum bouwhoogte worden in meters weergegeven, de dakhelling in graden.
De hoogte van de gebouwen wordt op de kaart aangegeven, indien er geen uniforme hoogteregels voor de gehele bestemming van toepassing zijn. Dit wordt in de verbeelding op papier van het plan gedaan door middel van een symbool in de vorm van een rondje verdeeld in een matrix met 2 of 3 vlakken. Linksboven staat bijvoorbeeld de maximum goothoogte in meters vermeld, rechtsboven de maximum bouwhoogte in meters en onderaan staat zo nodig het maximum bebouwingspercentage aangegeven. Het symbool is gekoppeld aan het bouwvlak, of indien er geen bouwvlak aanwezig is, aan het bestemmingsvlak.
Op grond van artikel 3.6, eerste lid onder d, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan in het bestemmingsplan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen worden gesteld. Het betreft hier nadere eisen ten behoeve van bepaalde doorgaans kwalitatief omschreven criteria, zoals stedenbouwkundig beeld, woonsituatie, en verkeersveiligheid. De nadere eisenregeling biedt de mogelijkheid om in concrete situaties in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning sturend op te treden door het stellen van nadere eisen. De criteria zijn in de bepaling van nadere eisen zelf opgenomen.
De procedure voor het stellen van nadere eisen is in deze bestemmingsregels omschreven in Hoofdstuk 3 Algemene regels .
Op grond van artikel 3.6, eerste lid onder c, van de Wro kan in het bestemmingsplan worden bepaald dat bij een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan kan worden afgeweken. In deze bepaling wordt een opsomming gegeven van de bouwregels waarvan kan worden afgeweken. Een afwijkingsmogelijkheid van de bouwregels wordt alleen opgenomen, indien dit noodzakelijk wordt geacht in verband met het gewenste beleid en het een afwijking of verduidelijking betreft van de algemene afwijkingsregels. De criteria zijn in de afwijkingsregel zelf opgenomen.
De procedure voor het afwijken van de bouwregels is omschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
In artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo wordt aangegeven dat het verboden is zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Ter verduidelijking worden in een aantal bestemmingen in de specifieke gebruiksregels specifieke vormen van gebruik met name uitgesloten. Dit zijn gebruiksvormen, waarvan het op voorhand gewenst is aan te geven dat deze in ieder geval niet zijn toegestaan.
Bij specifieke gebruiksregels wordt in een aantal bestemmingen een daarop gerichte afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Bij zo'n specifieke afwijkingsbevoegdheid zijn ook hier de criteria opgenomen. Ook deze afwijkingsbevoegdheid is gebaseerd op artikel 3.6, eerste lid onder c, van de Wro
De procedure voor het afwijken van de gebruiksregels is omschreven in de Wabo.
Door het opnemen van de eis voor een omgevingsvergunning overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid onder b, van de Wabo, kunnen specifieke inrichtingsactiviteiten aan een omgevingsvergunning worden verbonden. Het betreft het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden. Het bouwen wordt niet aangemerkt als zo'n inrichtingsactiviteit. De eis voor een dergelijke omgevingsvergunning wordt opgenomen om extra bescherming aan een specifieke waarde van de bestemming te bieden, zoals de landschappelijke of cultuurhistorische waarde. De eis voor deze omgevingsvergunning wordt met de criteria voor vergunningverlening in de bestemmingregel opgenomen.
Het gaat hier om een specifieke op een bepaalde bestemming gerichte wijzigingsbevoegdheid als bedoel in artikel 3.6, eerste lid onder a, van de Wro. Hierin wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om de betreffende bestemming op de aangegeven punten te wijzigen.
Op het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid is de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Uov) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Toelichting op de regels voor dubbelbestemmingen:
Een dubbelbestemming wordt opgenomen in een bestemmingsplan wanneer er sprake is van twee functies die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Het opnemen van een dubbelbestemming zorgt met het oog op een specifiek belang voor bescherming van het betreffende gebied.
Het betreft in dit plan Artikel 6 Waarde - Archeologie.
Een dubbel bestemming ligt als het ware over de reguliere (enkel)bestemmingen heen. De bestemmingsomschrijving van de dubbelbestemming geeft aan dat de gronden, naast de andere aan die gronden gegeven (enkel)bestemmingen, mede voor deze dubbelbestemming zijn bestemd.
De opbouw van een dubbelbestemmingregel is dezelfde als die van een (enkel)bestemmingsregel, maar alleen die regels worden ter aanvulling opgenomen die noodzakelijk zijn. De regels in de dubbelbestemming geven de verhouding van de enkelbestemming ten opzicht van de dubbelbestemming aan.
In de algemene regels zijn de volgende regels in onderstaande volgorde opgenomen:
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel;
Artikel 8 Algemene bouwregels;
Artikel 9 Algemene aanduidingsregels geluidzone - industrie;
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels;
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels;
Artikel 12 Algemene procedureregels.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels :
In dit laatste hoofdstuk komen de overgangsregels en de slotbepaling aan de orde.
Hierin worden de in de regels gebruikte begrippen gedefinieerd. Ze zijn alfabetisch gerangschikt met uitzondering van de begrippen plan en bestemmingplan die als eerste zijn genoemd.
Het doel van deze regels is om misverstanden of verschillen in interpretatie te voorkomen. Dit als aanvulling op de gevallen waarbij het woordenboek van Van Dale geen uitsluitsel geeft.
Dit is de handleiding voor de manier van meten van diverse in het plan bepaalde maten.
Hierna wordt - voor zover nog nodig - een toelichting op een aantal artikelen van de bestemmingsregels gegeven:
Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie
De commerciële vrijetijdsvoorzieningen vallen onder het begrip dagrecreatie. Ten behoeve van dit gebruik mag maximaal 1.000 m² gebouwd worden
Evenementen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein". Er zijn, onder andere, voorwaarden opgenomen voor wat betreft het aantal evenementen, de eindtijden van evenementen en de maximale geluidsbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen.
Deze bestemming omvat al het water dat van belang is voor de waterhuishouding van het gebied. Water dat voor de waterhuishouding niet van belang is, is opgenomen in de bestemmingsomschrijving van andere bestemmingen.
Artikel 6 Waarde - Archeologie
Voor deze dubbelbestemming zijn:
De anti-dubbeltelregel moet op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) worden opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een perceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
In dit artikel wordt geregeld dat een bouwplan moet voorzien in voldoende ruimte voor parkeren, laden en lossen.
Wat voldoende is, wordt op basis van het algemene parkeerbeleid van de gemeente Zwolle bepaald tijdens de beoordeling van een bouwplan.
Bij een omgevingsvergunning kan hiervan worden afgeweken, indien anderszins in voldoende ruimte kan worden voorzien. Hierbij kan gedacht worden aan het betalen van een compenserende bijdrage aan de gemeente Zwolle. Ten slotte kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken in bijzondere omstandigheden, onder andere op basis van criteria van het algemene parkeerbeleid.
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
In deze regels is als eerste de op grond van vaste jurisprudentie vereiste algemene afwijking in de vorm van de zogenaamde 'toverformule' opgenomen. Bij een omgevingsvergunning moet van het gebruiksverbod worden afgeweken, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Daarnaast wordt in deze regels de bevoegdheid gegeven om bij een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde in het bestemmingsplan geregelde onderwerpen. Hierbij gaat het om afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Deze regels zijn niet van toepassing, indien en voor zover er specifieke in de bestemming zelf geregelde afwijkingsregels van toepassing zijn.
Ten slotte zijn de criteria voor de toepassing van deze afwijkingsregels hier opgenomen.
Het overgangsrecht is vastgelegd in de vorm zoals in het Bro is voorgeschreven.
Tevens is een hardheidsclausule opgenomen in de vorm van persoonsgebonden overgangsrecht op de wijze zoals door de regering bij de totstandkoming van het Bro werd aanbevolen.
Als laatste wordt de slotregel opgenomen. Deze regel bevat zowel de aanhalingstitel van het plan, de aanhalingstitel van de regels van het plan als de vaststellingregel van het plan.
De bestemmingsregels zijn op een dusdanige wijze geformuleerd, dat de handhaving van het bestemmingsplan voor een ieder duidelijk kan zijn. Dit is met name gelegen in de formulering van de specifieke gebruiksregels, waarin een opsomming is opgenomen van de verschillende manieren van gebruik van gronden en bouwwerken die in ieder geval in strijd zijn met de bestemming.
Dit bestemmingsplan is vervaardigd conform de richtlijnen van het 'Handboek bestemmingsplannen Zwolle' versie 20.
Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van karakter. In verband met het feit dat de gemeente binnen het plangebied geen ontwikkelingen met financiële consequenties initieert, is het niet nodig om bij dit plan een exploitatieplan voegen. Indien nodig wordt met initiatiefnemers van leisure ontwikkelingen een overeenkomst gesloten, waarin afspraken omtrent realisatie en beheer worden vastgelegd.
Er heeft vooroverleg plaatsgevonden met de provincie Overijssel en het waterschap Groot Salland. Beide instanties hebben geen opmerkingen gemaakt.
Er is voor gekozen om geen inspraak te verlenen op het plan. Derden worden hierdoor niet in hun belangen geschaad, omdat wel de mogelijkheid bestaat om een zienswijze kenbaar te maken op het ontwerpbestemmingsplan. Inspraak is bovendien niet wettelijk verplicht. Wel is verschillende manieren informeel overleg gevoerd met diverse betrokken partijen in het plangebied.