direct naar inhoud van 2.1 Bestaande situatie
Plan: Voorsterpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP12011-0004

2.1 Bestaande situatie

In deze paragraaf wordt achtereenvolgens de bestaande situatie beschreven met betrekking tot de archeologische, de ruimtelijke en de functionele structuur.

2.1.1 Archeologische structuur

Inleiding

In 2002 is door de gemeente Zwolle een Archeologische Waarderingskaart Zwolle vervaardigd. Voor de waarderingskaart is gebruik gemaakt van informatie uit het Centraal Archeologisch Archief (CAA) bij de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed in Amersfoort (RCE), informatie van amateur-archeologen, gegevens van de archeologische sectie van de gemeente Zwolle, het kadastrale minuutplan uit 1832, de geomorfologische kaart en waarnemingen in het veld. Dit heeft geresulteerd in een analoge en digitale waarderingskaart. De digitale versie is door de gemeente verwerkt en toegankelijk gemaakt binnen het geografische informatiesysteem Geopoort. In 2002 is vastgelegd dat de kaart dynamisch is. Dit betekent dat de waarde van de gebieden kan veranderen.

Bestemmingsplannen en archeologische waarden

In de Wet voor de archeologische monumentenzorg en het daarop gebaseerde archeologiebeleid binnen de gemeente Zwolle is vastgelegd dat de archeologische waarden in de bestemmingsplannen vastgelegd moeten worden met de erbij horende consequenties.
Bij de vernieuwing van alle bestemmingsplannen wordt per bestemmingsplangebied de archeologische waarderingskaart opgewaardeerd. De jongste inzichten worden er in verwerkt.

Aan de verschillende waarden worden consequenties verbonden. Er zijn 5 waarden: 0%, 10%, 50%, 90% en 100%.

Een 0% gebied is archeologisch leeg. Deze leegte kan gebaseerd zijn op archeologisch onderzoek dan wel op secundaire analyses. Er zijn geen consequenties verbonden aan grondverstorende werkzaamheden in deze gebieden vanuit een archeologisch oogpunt.

Een 10% gebied staat gelijk aan 'onbekend'. We weten hier niets van. Een 'grondverstoorder' kan derhalve niet verantwoordelijk gesteld worden voor onderzoek dat gedaan zou moeten worden om meer inzicht in het gebied te krijgen. Er kan verzocht worden om bij grondverstorende activiteiten de aanvangsdatum te melden bij de archeologische sectie van de gemeente, zodat die in de gelegenheid gesteld wordt om een kijkje bij de werkzaamheden te nemen. Er zijn hier geen financiële consequenties aan verbonden. Stoot de 'verstoorder' onverhoopt toch op archeologisch belangrijke zaken, dan is dat jammer. Zijn bouwwerkzaamheden worden niet vertraagd, tenzij een en ander van landelijk belang is en werkzaamheden stop gezet moeten worden. Maar dan moet de 'verstoorder' volledig schadeloos gesteld worden.

Een 50% gebied heeft vooral betrekking op 'esgronden' en 'dekzandruggen'. Niet alleen op gemeentelijk niveau, maar ook op provinciaal en landelijk niveau is gebleken dat deze plekken een kans van 1 op 2 hebben op de aanwezigheid van prehistorische of vroeg middeleeuwse sporen. De trefkans is dus zeer hoog.
Hier moet de 'verstoorder' toestaan dat er eerst een proefonderzoek plaats vindt op basis waarvan geoordeeld wordt of er een volledig archeologisch onderzoek verricht moet worden. De 'verstoorder' wordt aangeslagen voor alle hiermee gepaard gaande kosten. Een en ander geschiedt volgens de wettelijk voorgeschreven regels conform het Kwaliteitshandboek voor de Nederlandse Archeologie.

Het verschil tussen een 90% en een 100% gebied is gering. Van een 100% gebied is het 100% zeker bekend dat er belangrijke archeologische waarden liggen, omdat het 'gezien' is. Van een 90% gebied is het bijna zeker bekend, omdat bijvoorbeeld het gebied er naast 'gezien' is. Onder 'gezien' wordt verstaan dat er opgegraven is of dat er via de kadastrale kaarten een bouwwerk gelokaliseerd kan worden of dat het tussen of aansluitend aan opgegraven sites ligt.

Voor beide gebieden geldt dat er een volwaardige opgraving verricht zal moeten worden volgens de wettelijk voorgeschreven regels conform het Kwaliteitshandboek voor de Nederlandse Archeologie. De hiermee gepaard gaande kosten komen ten laste van de 'verstoorder'.

Over het algemeen geldt dat onder bodemverstoringen in de binnenstad ingrepen 20 centimeter onder het bestaande maaiveld moeten worden verstaan. De ervaring heeft geleerd dat vaak tot het oorspronkelijk maaiveld is gesloopt, waarna men er een dun laagje zand op heeft gelegd waarop de huidige bestrating ligt.

Voor de buitengebieden gelden andere maatstaven die van geval tot geval bekeken moeten worden. Zo kan bijvoorbeeld langs de Heinoseweg rondom restaurant 'de Mol' het bodemarchief direct onder de graszoden liggen, terwijl in Ittersumerbroek de sporen afgedekt zijn door een kleilaag met daarop overstromingszand, waardoor de sporen wel 80 centimeter onder het maaiveld liggen.
Afhankelijk van de verstorende bodemingrepen zal derhalve van geval tot geval bekeken moeten worden wat er aan archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
Een belangrijke richtlijn is wel de afmeting van de bouwplannen of andere gebieden waarbinnen bodemingrepen plaatsvinden. Deze richtlijn is gesteld op een oppervlak van 100 m² en een ontgravingsdiepte van 0,5 meter.

De archeologische waarderingskaart is geen statische kaart. Het is een dynamische kaart. Dat houdt in dat door in de toekomst verworven kennis aan reeds gewaardeerde gebieden een afwijkende waarde kan worden toegekend. Dat kan betekenen dat er in een 10% gebied (een gebied waarvan we niets afweten) ineens een 100% locatie gelokaliseerd wordt. Anderzijds kan een 50% of 90% gebied of een deel daarvan ineens een 0% gebied worden, bijvoorbeeld doordat de grens van een prehistorische nederzetting er dwars doorheen loopt. Of omdat er diepe sloop of afgraving heeft plaats gevonden waarvan geen documentatie beschikbaar was.
Veranderde inzichten hebben voor een potentiële verstoorder alleen consequenties als dit voorafgaand aan een bouwaanvraag bekend is gemaakt door de archeologische dienst.

Beschrijving 50% gebieden.

083

Waardering: 50%

Dit gebied ligt op een dekzandhoogte en heeft een landelijk karakter. Het wordt doorsneden door de Nilantsweg die overgaat in de Meenteweg. Aan deze weg die parallel loopt aan de IJsseldijk ligt een aantal oude boerderijen.

In het gebied lag verder nog de Beukenallee, omstreeks 1936 nog een kronkelig zandpad omzoomd door beuken. Aan het eind van de Beukenallee lag het landgoed Mariënheuvel. Dit goed heette vroeger Kortenberg. Tegenover het punt waar de Nilantsweg uitkwam op de Beukenallee lag een koepeltje dat op het hoogste punt van het landgoed stond. Het buitenhuis moet rond 1868 in opdracht van de familie Ramaer zijn gebouwd.

084

Waardering: 50 %

Dit gebied ligt ten westen van het Zwolle-IJsselkanaal en vormt als het ware een brug tussen de mogelijke nederzetting uit de Midden Bronstijd (273) aan de Boeierweg en de dekzandrug en rivierduinencomplex van Voorst en Westenholte. Het terrein is tegenwoordig ingericht als industrieterrein en wordt aan de westzijde begrensd door de Klipperweg. Het gebied wordt doorsneden door de Hoekerweg en Botterweg.

Onder het industrieterrein kunnen sporen van nederzettingen uit de Prehistorie tot de Middeleeuwen aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0003.png"

2.1.2 Ruimtelijke structuur

In deze paragraaf wordt de bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied omschreven op het gebied van het verkeer, het groen, het water en de bebouwing.

2.1.2.1 Verkeersstructuur

Voorsterpoort ligt in de oksel van de aansluiting A28/Spoolderplein en is vanaf de Blaloweg met twee aansluitingen (Grote Voort en Russenweg) goed ontsloten. Bovendien heeft het via de Grote Voort- Kamperweg nog een derde secundaire ontsluitingsroute richting de Veerallee en het centrum van de stad. De beide aansluitingen op de Blaloweg zijn met verkeerslichten geregeld en hebben voldoende capaciteit ook tijdens de spitsuren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0004.png"

Het gebied is ingericht volgens de principes van duurzaam veilig. De gebiedsontsluitingswegen (Grote Voort en Russenweg) hebben aparte fietsvoorzieningen en een beperkt aantal parkeerplaatsen langs de rijbaan. Er geldt in het gehele gebied een 50 km/uur regiem.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0005.png"

Het parkeren vindt vrijwel geheel op eigen terrein plaats.

Door het gebied loopt via de Kamperweg-het Kamperpad de hoofdfietsroute Zwolle-centrum/station naar Westenholte/Stadshagen en Kampen. Aan de westzijde heeft het een directe fietsverbinding met de wijk Veerallee en aansluitend het Katerveer.

Speciaal voor de kantoren en bedrijven in het gebied is (stads)buslijn 9 recent gaan rijden. Het gebied wordt bovendien aan de noordoostzijde (Blaloweg/Hasselterweg) bediend door verschillende streekbussen. Aan de oostzijde rijdt momenteel nog het Kamperlijntje langs het gebied maar heeft hier geen halte. De toekomst van deze OV-verbinding is momenteel nog onderwerp van studie door de Provincie Overijssel in samenwerking met de gemeente Zwolle en de gemeente Kampen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0006.png"

2.1.2.2 Groenstructuur

Structuurgroen

Voor de groenstructuur en de natuurwaarden in het gebied is van belang dat, voordat het terrein werd opgehoogd, in het gebied van oorsprong ook zandige delen voorkwamen (de zogenaamde dekzandruggen) waardoor daar nu min of meer een afspiegeling van de oorspronkelijke flora en fauna te vinden is.

Dekzandruggen liggen onder Zwolle hoofdzakelijk in de richting noordwest-zuidoost.

Het structuurgroen van Voorsterpoort bestaat hierdoor voornamelijk uit de in het gebied voorkomende droge zandige bermen, taluds, spoordijken en opgaande beplantingen langs de hoofdverkeersstructuur.

Vanuit het structuurgroen lopen belangrijke ecologische verbindingen in de richting van de binnenstad en naar het buitengebied (langs het Zwarte Water en langs het Kamperlijntje).

Recreatieve verbindingen op stedelijk niveau zijn de route langs Kamperweg en Voorsterweg en langs Buitengasthuisstraat, Gasthuisdijk en Hasselterdijk.

Buurtgroen

Op een bedrijventerrein is het buurtgroen minder belangrijk dan in een woonwijk, vanwege het grotendeels ontbreken van wijkgebonden groenfuncties zoals speelvoorzieningen en trapveldjes.

Het groen langs de A28 neemt qua oppervlakte een aanzienlijk deel van het plangebied in. De delen die direct grenzen aan het structuurgroen versterken deze zeker. Voor de rest is het vrij onzichtbaar en betekenisloos, en heeft het hooguit als buurtgroen en in ecologisch opzicht plaatselijke betekenis.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0007.png"

2.1.2.3 Waterstructuur en riolering

Waterstructuur

In het plangebied ligt een waterpartij die verbonden is middels een duiker met de watergangen in Spoolde afwaterend op de Willemsvaart.

Drooglegging

In plangebied wordt een ontwateringsdiepte van minimaal 0,7 m gehanteerd. Dit is de afstand tussen de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en het maaiveld.

Riolering

Afval- en regenwater

In het plangebied ligt gemengde riolering.

2.1.2.4 Bebouwingsstructuur

Voorsterpoort, van oudsher onderdeel van bedrijventerrein Voorst, ligt ingeklemd tussen het bedrijventerrein Voorst aan de noordzijde, de rijksweg A28 met bijbehorend verkeersplein en stadsring aan de zuidwest zijde, het spoorlijntje richting Kampen aan de noordoostzijde en het open IJssellandschap aan de zuidwestzijde.

Het gebied is onderdeel van de zogenaamde A28-zone. De A28 zone is een zuidwest – noordoost gerichte strook. Deze staat haaks op de zuidoost – noordwest gerichte stedenbouwkundige ondergrond van Zwolle. Die laatste structuur komt voort uit de landschappelijke ondergrond; een patroon van natte dalen en hogere ruggen, parallel aan de IJssel en de Vecht. De doorsnijdingen ervan, zoals bij de A28, zijn infrastructurele ingrepen, welke de oost–west verbindingen met de omgeving vormen. Op de goed ontsloten randen en snijpunten van structuren is een dynamisch gebied ontstaan, met stedelijke betekenis.

De ruimtelijke hoofdstructuur van Voorsterpoort bestaat uit een centrale as (de Grote Voort), die eindigt op de westelijke kop, het Spooldereiland. Het Spooldereiland fungeert als entreepoort van Zwolle en bepaalt in grote mate het stadssilhouet vanaf het westen.

Het gebied ligt ruimtelijk geïsoleerd tussen de bestaande infrastructuur en heeft een sterk formeel karakter. De buitenring (Blaloweg) heeft hier het karakter van een parkway, een breed opgezette route door het groen. De relatie van de bebouwing met de weg is gering. Binnen de A28 zone is er sprake van een voor- en achterkant. De zijde aan de buitenring is de formele voorkant. De gebouwen hebben hier echter nauwelijks toegangen. De zijde aan de interne ontsluitingswegen is rommeliger, drukker en levendiger.

Functioneel wordt het gebied gekenmerkt door de aanwezigheid van grote kantoorgebouwen, een meubelboulevard, één middelbare school, verschillende bedrijfskavels en grote braakliggende terreinen waar de bedrijfsbebouwing is gesloopt

Kenmerkend is de hoofdgroenstructuur rondom het plangebied en de grote groene begeleiding van de rijksweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0008.jpg"

Qua bebouwing is de Voorsterpoort op te delen in verschillende deelgebieden;

  • De kop van Voorsterpoort, gevormd door het Spooldereiland.

Dit gebied is als een eenheid ontwikkelt en huisvest grote en hoge kantoorgebouwen.

De Noordwestelijke kop is nog niet verder ontwikkeld,maar biedt nog wel de fysieke ruimte voor nieuwe kantoortorens. Het parkeren is grotendeels in de bebouwing opgelost en door een combinatie van hoogwaardige architectuur, uitstekende bereikbaarheid en groene daken / openbare ruimte is hier een hoogwaardig werkzone ontstaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0009.png"

  • Omgeving Meubelboulevard.

Dit complex is als een eenheid ontworpen en oriënteert zich alleen op de parkeerplaats aan de voorzijde die is gericht op de zijpoot van de Grote Voort. Het gebouw heeft weinig tot geen relatie met de omgeving en wordt omgeven door een expeditiestraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0010.png"

  • Strook langs de rijksweg A28.

Deze strook heeft van oudsher een bedrijfsbestemming en wordt gekenmerkt door relatief lage bedrijfsbebouwing gebouwd in de lengterichting haaks op de Grote Voort. De voormalig Rova-locatie is de afgelopen jaren gesloopt en het bijbehorende spoorlijntje is opgeheven en opgeruimd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0011.png"

  • Middengebied.

Dit gebied betreft de rest van de Voorsterpoort en ligt met uitzondering van de school en twee bedrijfspanden volledig braak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12011-0004_0012.png"

2.1.3 Functionele structuur

In deze paragraaf wordt de bestaande functionele structuur van het plangebied omschreven op het gebied van de overige maatschappelijke voorzieningen en de economische voorzieningen.

2.1.3.1 Overige maatschappelijke voorzieningen

In het plangebied bevindt zich een middelbare school.

2.1.3.2 Economische voorzieningen

In het plangebied bevinden zich diversen kantoren, waaronder Electrabel en ABN en bedrijven, waaronder Van Wijhe Verf. Daarnaast is de meubelboulevard in het plangebied gevestigd.