direct naar inhoud van 4.2 Milieu
Plan: Oude Almeloseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP11019-0004

4.2 Milieu

4.2.1 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) en de Wet milieubeheer moet bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening worden gehouden met de geluidsproductie van wegverkeer, industrie en spoorwegen. Het bouwplan ligt in de zone van de Ceintuurbaan, de Wipstrikkerallee, de Kuyerhuislaan en de spoorlijn (trajectnummer 090) Zwolle -Meppel. Het bouwplan bevindt zich buiten de geluidszone van het industrieterrein Marslanden.

Omdat dit bestemmingsplan voorziet in de bouw van een nieuwe geluidsgevoelige functie, is akoestisch onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek is de belasting vanwege het wegverkeers- en spoorweglawaai doorgerekend. Dit onderzoek is als bijlage bij de toelichting gevoegd.

Wegverkeerslawaai

Relevante zoneplichtige wegen nabij het plangebied zijn: de Ceintuurbaan, de Wipstrikkerallee en de Kuyerhuislaan.

De maximale geluidsbelasting varieert, ten gevolge van de Ceintuurbaan tussen 64 dB en 65 dB inclusief aftrek artikel 110 g Wgh. Deze geluidsbelasting heeft betrekking op waarneempunt 1 en waarneempunt 2 (hoogte 7,5 meter: 2e verdieping). Daarmee wordt zowel de voorkeursgrenswaarde als de maximale ontheffingswaarde overschreden. Op de overige waarneempunten bedraagt de maximale geluidsbelasting ten gevolge van de Ceintuurbaan 62 dB inclusief aftrek artikel 110 g Wgh; de voorkeursgrenswaarde waarde van 48 dB wordt overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidsbelasting ten gevolge van Wipstrikkerallee en de Kuyerhuislaan bedraagt maximaal 39 dB inclusief aftrek artikel 110 g Wgh. Daarmee wordt zowel de voorkeursgrenswaarde als de maximale ontheffingswaarde niet overschreden.

Spoorweglawaai

In de nabijheid van het plangebied loopt een gedeelte van de spoorlijn Zwolle-Meppel. Uitgangspunt bij de vaststelling van het bestemmingsplan is, dat overal in het plangebied wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor spoorweglawaai. Uit het akoestisch onderzoek naar railverkeerslawaai blijkt dat de maximale geluidbelasting als het gevolg van railverkeer maximaal 58 dB is. Er kan niet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. De maximale ontheffingswaarde van 68 dB wordt niet overschreden. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek.

Industrielawaai

In de omgeving van het plangebied is het gezoneerde industrieterrein “Marslanden” gelegen. Dit is een bedrijventerrein waar inrichtingen zijn toegestaan die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken (zoals bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder). Gelet hierop is rond dit bedrijventerrein een zogenaamde toetsingszone (50 dB(A)) vastgesteld.

Het bestemmingsplan houdt rekening met gezoneerde industrieterrein Marslanden. De locatie waar de realisatie van een woning wordt mogelijk gemaakt ligt buiten het gesaneerde contour van Marslanden.

Conclusie

Uit de resultaten blijkt dat zowel de voorkeursgrenswaarde als maximale ontheffingswaarde vanwege de Ceintuurbaan (zie figuur 4.1) op waarneempunt 1 en waarneempunt 2, waarneemhoogte 7,5 meter, 2e verdieping wordt overschreden. Op de overige punten wordt vanwege de Ceintuurbaan de voorkeurswaarde overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden.

De geluidsbelasting ten gevolge van Wipstrikerallee en de Kuyerhuislaan bedraagt maximaal 39 dB inclusief aftrek artikel 110 g Wgh. Daarmee wordt zowel de voorkeursgrenswaarde als de maximale ontheffingswaarde niet overschreden.

Vanwege de spoorlijn Zwolle-Meppel bedraagt de maximale geluidsbelasting 58 dB; de voorkeursgrens-waarde wordt overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden.

Voor dit plan wordt de grenswaarde in het kader van gemeentelijk gebiedsgericht milieubeleid, ten gevolge van wegverkeerslawaai overschreden. Vanwege railverkeerslawaai is dit niet het geval.

De realisatie van het bouwplan is mogelijk als een ontheffing voor een hogere waarde wordt verleend, onder de voorwaarde dat op de tweede verdieping (3e bouwlaag) geen geluidsgevoelige vertrekken worden gesitueerd (zie figuur 4.1 waarneempunt 1 en 2, hoogte 7,5 meter).

Bij de afweging van de ontheffing moet rekening worden gehouden met de geluidsnormen die in het gemeentelijk gebiedsgericht milieubeleid vastgesteld zijn. De grenswaarde uit het gebiedsgericht milieubeleid voor wegverkeerslawaai wordt overschreden. Binnen dit beleidskader is er ruimte om onder voorwaarden af te wijken.

Daarnaast dient de aanvrager door middel van een bouwfysisch onderzoek aan te tonen dat met in achtneming van de berekende gevelbelastingen aan het binnenniveau in de geluidsgevoelige ruimten van de woning (33 dB) wordt voldaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0002.jpg"

figuur 4.1 meetpunten akoestisch onderzoek

4.2.2 Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteitsonderzoek is niet nodig. Het plan voldoet aan de criteria van NIBM en draagt derhalve niet bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse.

4.2.3 Bodemkwaliteit

In het gemeentelijk bodeminformatiesysteem is niets bekend over een bodemverontreiniging ter plekke. Bodemkwaliteit is dus geen belemmering voor de functie wonen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0003.jpg"

figuur 4.2 Bodemkwaliteit Oude Almeloseweg

4.2.4 Externe veiligheid

De planlocatie valt niet binnen de invloedssfeer van een transportroute voor gevaarlijke stoffen. De locatie valt niet binnen de invloedssfeer van de Hessenpoort, spoorwegen of hoge druk aardgastransportleidingen.

4.2.5 Waterbeheer

Water

Binnen het plangebied ligt een beschermingszone van een hoofdwatergang SW.20 van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang(en) moet te allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschermingszone van deze watergangen zoals in de Keur van het Waterschap Groot Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergangen gelden de binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. Ten behoeve van het beheer en onderhoud geldt langs de watergang (vanaf de insteek) een obstakelvrije zone van 5 meter.

Overstromingsrisicoparagraaf

Quickscan

Het plangebied (zie figuur 4.2) is gelegen in dijkring 53, Salland. Deze dijkring wordt omsloten door de Vecht aan de noordzijde, de IJssel aan de westzijde en het Zwarte Water aan de noordwestzijde. Omdat het bestemmingsplan ruimte biedt aan de ontwikkeling van niet incidentele overstromingsgevoelige functies en omdat het plangebied gelegen is in dijkring 53 is een overstromingsrisicoparagraaf verplicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0004.jpg"

figuur 4.2 Oude Almeloseweg perceel naast nummer 26

Risico-inventarisatie

Voor de keringen van dijkring 53 is de overschrijdingkans genormeerd op 1/1.250e per jaar. Op basis van de provinciale risicokaart wordt de maximale waterdiepte tijdens een overstroming geschat tussen de 0,8 en 2,0 meter. De mogelijke waterdiepte kan daarmee worden aangeduid als ondiep (figuur 4.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0005.jpg"

figuur 4.3 Maximale waterdiepte tijdens een overstroming

Het plangebied ligt op circa 2,7 km van de Vecht en grenst direct aan het Almelose kanaal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0006.jpg"

figuur 4.4 Actueel Hoogtebestand Nederland

De tijd tot het plangebied onder water loopt als de vechtdijk doorbreekt (aankomsttijd), wordt voor een dijkdoorbraak nabij Berkum geschat binnen 6 tot 24 uur (zie figuur 4.5). Het plangebied bevindt zich daarmee in de zone “niet snel en ondiep”. Als de IJsseldijk nabij Olst doorbreekt dan bedraagt de tijd tot het plangebied onder water loopt circa 1 tot 2 dagen (zie figuur 4.6).

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0007.jpg"

figuur 4.5 dijkdoorbraak Olst

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP11019-0004_0008.jpg"

figuur 4.6 dijkdoorbraak Berkum (Zwolle)

Maatregelen

Bij nieuwe ontwikkelingen binnen de dijkringen is het gewenst dat tijdig wordt nagedacht over voorzieningen dan wel maatregelen die kunnen worden getroffen waarbij eventuele risico's en nadelige effecten van een overstroming kunnen worden beperkt. Het betreft ook een stuk bewustwording dat bouwen in risicovolle gebieden bepaalde risico's met zich meebrengt en dat hier adequaat mee omgesprongen dient te worden. Bij de ontwikkeling van het plangebied dient rekening te worden gehouden met mogelijke overstroming(en).

Voor onderhavige ontwikkeling kan worden gedacht aan navolgende voorzieningen/ maatregelen:

  • aanvullend ophogen (voor zover mogelijk) van het plangebied;
  • voldoende hoog aanbrengen vloerpeil, eventueel verhoogde drempels;
  • aansluiting plangebied op dichtstbijzijnde weg zodat bereikbaarheid gewaarborgd blijft;
  • zodanig inrichten gebouw zodat bij eventuele overstromingen schade zoveel mogelijk wordt beperkt (bijv. materiaalgebruik, minder gevoelige ruimten begane grond);
  • opstellen van evacuatie plan.