Plan: | Oude Almeloseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP11019-0004 |
Archeologie
In 2000 heeft het college van burgemeester en wethouders opdracht gegeven om een archeologische
waarderingskaart te maken voor het gemeentelijke grondgebied. Met behulp van deze
beleidsadvieskaart, die in september 2003 in gebruik is genomen, kunnen tijdig maatregelen genomen
worden bij planologische procedures. Het is een onontbeerlijk instrument om actief beleid op te baseren,
waardevolle gebieden aan te wijzen en bouwplannen in een vroeg stadium te toetsen.
De archeologische dienst van de gemeente Zwolle heeft de Archeologische Waarderingskaart Zwolle
(AWZ) opgesteld, die fijnmazig van karakter is. De binnenstad is vrij gedifferentieerd gewaardeerd terwijl
het buitengebied qua potentieel vrij nauwkeurig in kaart is gebracht.
Het archeologisch potentieel van de verschillende gebieden is in de volgende percentages uitgedrukt:
Het voorliggende plangebied heeft een verwachtingswaarde van 10%.
Cultuurhistorie
De Nota Belvedere uit 1999 was het kader voor een verdergaande integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Hoofddoelstelling van de Nota is de cultuurhistorische identiteit als volwaardig uitgangspunt richtinggevend te maken voor de inrichting van de ruimte. De credo daarbij is 'behoud door ontwikkeling'. Daarmee wordt bedoeld dat de aanwezige cultuurhistorische waarden een bron vormen van inspiratie voor vernieuwing en verandering. Het behoud en het benutten van het cultureel erfgoed voegt kwaliteit toe aan de ruimtelijke inrichting.
In november 2009 stemde de Tweede Kamer in met de beleidsbrief modernisering monumentenzorg (MoMo). Het behoud en de bescherming van monumenten blijft een belangrijk doel, maar er vindt een verbreding plaats naar de omgeving. Overal in steden, dorpen en landschappen zijn plaatsen van herinnering, plaatsen met een bijzondere cultuurhistorische betekenis. Goede ruimtelijke ordening betekent dat alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte in de besluitvorming worden betrokken. Daarom is de eerste pijler van MoMo gericht op cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Door wijziging van artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit ruimtelijke ordening dienen cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden die in een bestemmingsplan worden verankerd.