Plan: | Voorsterpoort Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP11001-0005 |
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn tien instanties verzocht op het voorontwerp - bestemmingsplan "Voorsterpoort- Oost" te reageren. In deze paragraaf wordt per instantie een samenvatting gegeven van de gemaakte opmerkingen. Vervolgens wordt de reactie van de gemeente daarop weergegeven.
Samenvatting reactie
In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, projectbesluiten en structuurvisies richting gemeenten.
Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.
Reactie gemeente
Van de reactie wordt kennisgenomen.
Samenvatting reactie
Toelichting
In kaart 7 beperkingen van paragraaf 4.3 van de toelichting ontbreekt de, als 'Leiding - Riool', bestemde riolering. Er wordt verzocht deze voor de volledigheid aan de figuur toe te voegen.
Reactie gemeente
De figuur zal worden aangepast.
Samenvatting reactie
Verbeelding
Met betrekking tot de verbeelding wordt de volgende opmerking gemaakt:
Reactie gemeente
De verbeelding zal worden aangepast.
Het advies is beperkt tot de zaken die betrekking hebben op dan wel gerelateerd zijn aan (externe) veiligheid. Dit advies is afgestemd met de lokale brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en politie IJsselland.
Samenvatting reactie
Prioriteitswegen
Binnen de gemeente Zwolle is beleid vastgesteld met betrekking tot prioriteitswegen. Dit beleid levert een bijdrage aan het borgen van een goede bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Er wordt geadviseerd om dit beleid op te nemen in het bestemmingsplan.
Reactie gemeente
Prioriteitwegen zijn wegen die wegen die door de hulpverleningsdiensten primair gebruikt worden om tijdig (binnen de gestelde zorgnormen) op de plaats van een incident te kunnen zijn.
Hoofdroutes zijn:
Op deze wegen kan tenminste 50 km/u gereden worden. De snelheid van de hulpverleningsdiensten bij calamiteiten en hulpverleningen is zo mogelijk tot 20 km/u hoger dan de snelheid van het overige verkeer. Voor de hulpverleningsdiensten moet er ruimte zijn om zowel het verkeer op dezelfde baan als het tegemoetkomende verkeer te passeren.
Vervolgroutes zijn:
De Zwartewaterallee behoort tot de categorie hoofdroute, de Rieteweg en de Katerdijk behoren beide tot de categorie vervolgroute.
Op deze wegen binnen de gemeente mogen voor de hulpverleningsdiensten geen negatieve snelheidsremmers worden toegepast. Op deze hoofdwegen en doorgaande wegen kan tenminste 50 km/u gereden worden. De hulpverleningsdiensten moeten zonder verlies van tijd door snelheidsremmers van en naar de plaats van het incident kunnen. Uitgangspunt hierbij is het behalen van de gestelde zorgnorm.
De wegen in het bestemmingsplan zijn zodanig bestemd dat zij aan het bovengestelde voldoen. De functie voor de hulpdiensten blijft dus gehandhaafd.
In de toelichting zal dit beleid met betrekking tot prioriteitswegen worden opgenomen in hoofdstuk 3.4.
Samenvatting reactie
Uitsluiten kwetsbare functies
Het plangebied valt grotendeels binnen het gebiedstype stroomzone zoals bedoeld in het gemeentelijk gebiedsgericht beleidskader externe veiligheid. Hierbij worden een aantal zones aangehouden. Dit beleid stelt dat in een strook van 250 meter langs een stroomzone het bouwen van kwetsbare objecten niet zonder meer mogelijk Is. Hiermee blijft het echter wel mogelijk dat in de gebruiksfase alsnog kwetsbare functies ontstaan als nevenfunctie van een toegestane hoofdfunctie. Denk bijvoorbeeld aan een kinderdagverblijf als nevenfunctie van een kantoorgebouw. Er wordt geadviseerd om het bestemmingsplan zo aan te passen dat ook in de gebruiksfase kwetsbare functies zijn uitgesloten in de strook van 250 meter langs de stroomzone (A28)
Reactie gemeente
Het ruimtelijk extern veiligheidsbeleid is vastgelegd in het door de gemeenteraad in (“gebiedsgericht kader externe veiligheid” (2009)). Voorsterpoort Oost ligt in het gebiedstype Stroomzone (zwaar). Dit gebiedstype kent 4 zones waarbij de zone van 30 – 250 meter voor Voorsterpoort Oost het meest relevant is.
Het beleid stelt dat een BLEVE (afkorting van: Boling Liquid Expanding Vapour Explosin of in het Nederlands: Kokende Vloeistof Gasexpansie Explosie ) het meest maatgevend is.
Voor de functies stelt het beleid dat:
“functies met een hoge mate van zelfredzaamheid en/of lage personendichtheid en/of lage kwetsbaarheid (gebiedstypen: kantoren en voorzieningen, bedrijventerrein licht en zwaar) bevorderd zouden moeten worden.”
“functies met een hoge personendichtheid en een laag zelfredzaamheidniveau, o.a. grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, basisscholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijf, gevangenis dienen uitgesloten/beperkt te worden”
Om uitvoering te geven aan het gemeentelijk beleid zullen we dit als volgt opnemen in het bestemmingsplan:
In de zone van 0 tot 250 meter (gerekend vanaf de as van A28) worden functies binnen de bestemming Maatschappelijk voor niet zelfredzame en verminderd zelfredzame personen uitgesloten.
In het bestemmingsplan wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor functies voor kinderen jonger dan 4 jaar. Deze afwijking is alleen mogelijk in de zone tussen 150 en 250 meter vanaf de as van de A28.
De voorwaarden waaronder deze afwijking mag plaatsvinden worden altijd in overleg met de hulpdiensten bepaald.
In het advies wordt het onderscheid gemaakt tussen kwetsbare en zeer kwetsbare bestemmingen. In het Bevi wordt dit onderscheid echter niet gemaakt. Het Bevi kent alleen de categorieën beperkt kwetsbaar en kwetsbaar. Zeer kwetsbaar komt niet voor en is ook nergens beschreven. Dit maakt opname in het bestemmingsplan moeilijk omdat helderheid en objectiviteit ontbreekt.
Daarom wordt dit onderscheid niet gemaakt, maar wordt er uit gegaan van het begrip zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid geeft aan in welke mate mensen in het effectgebied in staat zijn zich op eigen kracht in veiligheid te brengen.
Dit begrip kent de volgende categorieën:
De laatste twee begrippen zullen worden opgenomen in Artikel 1 Begrippen van de regels van het bestemmingsplan.
Samenvatting reactie
Verantwoordingsplicht
In het plan wordt nauwelijks invulling gegeven aan de verantwoordingsplicht. Alleen voor de buisleidingen wordt aangegeven dat de gemeente aanvullende maatregelen om het groepsrisico te beperken niet noodzakelijk acht. Er zijn echter meerdere risico's die gelden voor dit plangebied. Hierbij valt te denken aan de risico's veroorzaakt door het vervoer gevaarlijke stoffen over de A28. Artikel 13 van het Bevi geeft aan dat voor de vaststelling van een bestemmingsplan volgens artikel 3.1, eerste tot en met derde lid van de Wet ruimtelijke ordening het groepsrisico altijd moet worden verantwoord. Dat geldt ook als er sprake Is van een conserverend bestemmingsplan. Er wordt geadviseerd om voor alle voor het plan geldende risico's een verantwoording op te stellen.
De verantwoording van het groepsrisico kan niet alleen in bestemmingsplannen worden geregeld. In bestemmingsplannen kunnen alleen ruimtelijke aspecten worden geregeld. Artikel 13 van het Bevi gaat verder en stelt dat het groepsrisico moet worden verantwoord. Er moet samen worden gewerkt met ondermeer de afdeling milieu, de beleidsmedewerker openbare veiligheid, de hulpdiensten (Incl. de veiligheidsregio) en eventueel bouw- en woningtoezicht. Er wordt geadviseerd om de verantwoording van het groepsrisico samen met de daarvoor verantwoordelijke afdelingen op te stellen. De toelichting bij het bestemmingsplan geeft ruimte voor de verantwoording van het groepsrisico waarbij ook andere dan ruimtelijke aspecten aan de orde mogen komen. Bij de verantwoording van het groepsrisico gaat het om het geheel van maatregelen die niet tos van elkaar kunnen worden gezien.
Reactie gemeente
De verantwoordingsplicht is in dit verband alleen van toepassing op het groepsrisico.
Naar onze mening is voldoende invulling gegeven aan de verantwoording van het groepsrisico. Door middel van een berekening naar het groepsrisico van de hogedrukaardgasleiding en door het bestuderen van de resultaten van eerdere onderzoeken betreffende de A28 en de risicovolle bedrijven is inzicht verkregen in de hoogte van het groepsrisico in het plangebied.
Deze informatie is aanleiding geweest functies voor verminderd en niet zelfredzame groepen uit te sluiten. De bereikbaarheid voor hulpdiensten en de ontvluchtingmogelijkheden zullen bij de eventuele plannen worden geoptimaliseerd.
Samenvatting reactie
Risico- en crisiscommunicatie
De mate waarin mensen in de omgeving zelfredzaam zijn beïnvloedt het slachtofferbeeld bij een eventueel incident. Over het algemeen geldt dat de zelfredzaamheid van mensen vergroot kan worden door hen vooraf in te lichten over de risico's die zij lopen en wat zij moeten doen als een dergelijk incident zich voordoet (risicocommunicatie). Op het moment dat een calamiteit zich daadwerkelijk voordoet en aanwezige personen geïnformeerd moeten worden treedt de crisiscommunicatie in werking. In het bestemmingsplan is hierover geen informatie opgenomen. Er wordt geadviseerd invulling te geven aan risico- en crisiscommunicatie.
Reactie gemeente
De wijze waarop aanwezigen zowel voor als tijdens een calamiteit worden geïnformeerd wijkt niet af van de werkwijze die de hulpdiensten in haar protocollen hanteert en worden beschreven in het gemeentelijk rampenplan. Het plangebied ligt bovendien binnen het bereik van een WAS-sirene.
Samenvatting reactie
Bovenplanse maatregelen
De A28 vormt voor dit plangebied een belangrijke risicobron. Dit geldt echter niet alleen voor dit plangebied: gezien de ligging en de mogelijke scenario's die kunnen optreden als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen is de A28 voor grote delen van Zwolle een risicobron. Er wordt geadviseerd ook om te overwegen maatregelen te nemen bij de A28 die niet alleen gunstig zijn voor dit bestemmingsplan maar ook voordelen hebben voor andere gebieden langs de A28. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het zorgen voor voldoende bluswater op de A28 zodat de effecten van een eventueel incident beperkt kunnen worden.
Reactie gemeente
In het uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2011-2012 is het project “bovenplanse maatregelen benoemd”. In 2012 zal dit project worden uitgevoerd. Dit kan mogelijk leiden tot maatregelen ten bate van Voorsterpoort-Oost. Omdat het onderzoek nog niet is afgerond is de uitkomst dus nog onzeker.
Samenvatting reactie
Risicokaart
Uit een korte inventarisatie is gebleken dat niet alle kwetsbare objecten in het plangebied zijn opgenomen op de risicokaart. Het actueel houden van de risicokaart is een gemeentelijke taak. Er wordt geadviseerd om de risicokaart te actualiseren.
Reactie gemeente
De door u geconstateerde omissies zijn doorgegeven aan de functionaris die verantwoordelijk is voor het actueel houden van de risicokaart, onderdeel ISOR.
Samenvatting reactie
DOAS
Als bijlage bij het bestemmingsplan is een rapport van SAVE over berekeningen met betrekking tot de hoge druk aardgasleiding toegevoegd. In dit rapport wordt gesproken over DOAS (De Oude Ambachtsschool) wat in het plangebied zou liggen. Volgens de informatie van de risicokaart ligt DOAS niet binnen dit plangebied. Er wordt verzocht indien nodig de tekst aan (laten) te passen.
Reactie gemeente
In het rapport van SAVE is opgenomen welke functies zich bevinden in het plangebied Voorsterpoort –Oost. De voormalige technische school aan de Blaloweg 3 is tijdelijk in gebruik als kunstenaarscollectief. Dit collectief is bekend onder de naam DOAS. (de oude ambachtsschool)
Samenvatting reactie
Verbeelding
Op de verbeelding is de in het plangebied gelegen aardgastransportleidingen N-570-20 en N-570-23 inclusief de belemmeringen strook opgenomen.
Ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van het afsluiterschema, dient de belemmeringenstrook ter hoogte van het afsluiterschema 4 meter ter weerzijde van het schema te zijn. Doel hiervan is te voorkomen dat er te dicht gebouwd wordt op allerlei ondergrondse omloopleidingen van het afsluiterschema.
Er wordt verzocht om de belemmeringenstrook ten behoeve van de afsluiterlocatie S-9829 te verruimen.
Reactie gemeente
De verbeelding zal worden aangepast.
Samenvatting reactie
Regels
Ontbreken voorrangsbepaling
In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (of Bevb) is bepaald dat een bestemmingsplan de ligging van de leiding en de daarbij behorende belemmeringenstrook weergeeft. Een adequaat artikel "Leiding - Gas" maakt hier onderdeel van uit. Er wordt verzocht om het artikel "Leiding - Gas" zodanig aan te passen dat de dubbelbestemming "Leiding - Gas" bij het geheel of gedeeltelijk samenvallen met een andere dubbelbestemming voorrang krijgt.
Reactie gemeente
Ter plaatse van de gasleiding ligt ook gedeeltelijk de dubbelbestemming “Leiding - Water”. Deze dubbelbestemming omvat het in het plangebied gelegen ondergrondse net van hoofdtransportleidingen voor de drinkwatervoorziening van Vitens. Deze leidingen transporteren drinkwater van de productielocatie naar centrale punten in de verderop gelegen voorzieningsgebieden
Zowel deze dubbelbestemming als de dubbelbestemming “Leiding - Gas” beschermen verschillende belangen. Indien deze belangen strijdig zijn, dienen de Gasunie en Vitens onderling tot overeenstemming te komen. De gemeente gaat hiervoor geen voorrangsregeling opnemen.
Samenvatting reactie
Artikel 26 Algemene wijzigingsregels
In bovengenoemd artikel is de mogelijkheid opgenomen om de situering van wegen en groenvoorzieningen te wijzigen. Er wordt verzocht om in een geval dat deze wijzigingen zijn geprojecteerd binnen de belemmeringenstrook van onze leidingen, ons bedrijf hiervan in kennis te stellen.
Reactie gemeente
Een dubbelbestemming wordt opgenomen in een bestemmingsplan wanneer er sprake is van twee functies die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Het opnemen van een dubbelbestemming zorgt met het oog op een specifiek belang voor bescherming van het betreffende gebied. Indien er met toepassing van artikel 26 van de regels wegen of groenvoorziening worden gewijzigd ter plaatse van de dubbelbestemming “Leiding - Gas'”, zijn de regels van Artikel 16 “Leiding - Gas” ook van toepassing. In artikel 16.4 van de regels is bepaald dat een gebruik dat geen rekening houdt met de goede werking van de ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding en de risico's die ermee verbonden zijn, in strijd is met de bestemming. Daarnaast is in artikel 16.5 opgenomen dat voor onder andere het aanbrengen of verwijderen van bomen of andere beplantingen, welke diep wortelen, waaronder rietbeplanting en het aanbrengen van een gesloten verharding een omgevingsvergunning is vereist. Deze vergunning kan slechts worden verleend, mits vooraf advies is ingewonnen bij de Gasunie. Het is daarom niet nodig om in artikel 26 van de regels op te nemen dat van wijzigingen de Gasunie in kennis moet worden gesteld.