direct naar inhoud van 8.1 Uitkomsten overleg
Plan: Kamperpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP10021-0004

8.1 Uitkomsten overleg

n het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is neergelegd dat in de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg gevoerd moet worden met andere gemeenten, waterschappen, diensten van de provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of die belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

In berichtgeving vanuit het voormalige ministerie van VROM is aangegeven dat slechts plannen die aantoonbaar van nationaal belang zijn, aan VROM aangeboden dienen te worden. Daarvan is in casu geen sprake.

Het plan behoort tot een van de categorieen van gevallen waarvan Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel op grond van artikel 3.1.1, tweede lid Bro, hebben beslist dat geen vooroverleg nodig is.

Het plan is daarnaast voorgelegd aan de volgende instanties:

In het navolgende geven wij de reacties weer, zoals die zijn ingekomen. De reacties worden bovendien voorzien van een reactie.

Raad voor Cultureel Erfgoed:

Zoals bekend is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) begin 2012 in werking getreden. Daarmee zijn veranderingen gekomen in de rol van rijksdiensten op gebied van ruimtelijke ordening wat betreft bestemmingsplannen. Het Rijk en dus ook de RCE zal deze in de voorontwerp- en ontwerpfase niet meer toetsen op correcte doorwerking van het rijksbeleid, maar vertrouwt er op dat gemeenten die verantwoordelijkheid nemen. Een reactie van de RCE op standaard kennisgevingen zoals deze, op grond van artikel 3.1.1 Bro alsook die op grond van 3.8.1 Wro, is derhalve niet meer te verwachten. Ik moge u verwijzen naar de brief die het Ministerie van I&M hierover eind 2011 aan alle gemeenten heeft gezonden.

De RCE blijft wel adviseren over erfgoed in ruimtelijke plannen, maar dan op gericht verzoek van de gemeente en in eerdere fase van voorbereidingen voor een bestemmingsplan. In veel gevallen zal echter de generieke informatie toereikend zijn die wordt aangeboden in de Handreiking Erfgoed en Ruimte die op onze website is te vinden.

Vroegtijdig overleg blijft wenselijk wanneer een plan nationale belangen betreft die zijn benoemd in de SVIR en de Visie Erfgoed en Ruimte (VER). Bij de van rijkswege beschermde gezichten kunnen evidente ontwikkelingen die (mogelijk) van invloed zijn op de schaal, structuur en/of stedenbouwkundige kenmerken van het betreffende gezicht, voor een gemeente reden zijn voor overleg met mijn dienst.

Reactie gemeente:
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Waterschap Groot Salland:

Op de Verbeelding zijn de waterkeringen met beschermingszone dubbelbestemd als "waterstaat-waterkering". Dat is juist. Enkele stukken buitendijkse gebied die bij hoog water onbeschermd zijn en bedoeld zijn voor waterberging en/of watertransport moeten naar onze mening eveneens worden dubbelbestemd. In dit geval de (dubbel)bestemming "Waterstaat-waterbergingsgebied". Het betreft gedeelten van het buitendijkse gebied van de noordoostzijde van het plangebied, tussen Katerdijk, Pannekoekendijk en de grens van het bestemmingsplan.


Reactie gemeente:
Naar aanleiding van deze opmerking is nader overleg gevoerd met het Waterschap. Het standpunt van de gemeente was namelijk dat de huidige grenzen van de dubbelbestemming gekoppeld zijn aan de primaire waterkering en aan de klepstuw in Stadsgracht/Zwarte Water. Het Waterschap geeft aan dat het gebied in het Zwarte Water buitendijks gebied blijft en onbeschermd is en dat dit bij hoog water kan overstromen. Omdat hiermee bij de binnenstad echter anders is omgegaan is het rechtvaardigd dat ook in dit plan anders wordt omgegaan met dit gebied. Dat betekent dat de dubbelbestemming niet hoeft te worden doorgevoerd en dat het Waterschap akkoord gaat met het ongewijzigd laten van de plankaart. De gemaakte opmerking wordt dan ook ingetrokken.

Kamer van Koophandel:

Wij kunnen ons vinden in de inhoud van dit plan met uitzondering van het onderdeel detailhandel. In de toelichting 3.12 geeft naar onze mening de omschrijving van het detailhandelsbeleid een gedateerd beeld. Het overbloezen van detailhandelsvoorzieningen over de grachten is in het kader van huidige en toekomstige ontwikkelingen in de detailhandel niet wenselijk. Concentratie van detailhandelsvoorzieningen binnen de grachten is speerpunt. Detailhandelsvoorzieningen buiten grachten dienen aanvullend te zijn op centrumvoorzieningen. Wij verzoeken u de tekst op dit punt aan te passen.


Reactie gemeente:

De toelichting zal worden aangepast naar aanleiding van de vaststelling van de detailhandelsnota, omdat wij met u van mening zijn, dat deze tekst gedateerd is. Wat evenwel niet veranderd is de detailhandelsbestemming die ten zuiden van de Veemarkt is gegeven. Dat houdt verband met de vigerende winkelbestemming. En de panden Veemarkt 20 en 20a zijn eveneens bestemd tot detailhandel, overeenkomstig het huidige gebruik.Er is evenwel niet meer detailhandel toegekend dan vanuit de vigerende bestemmingen nodig is, waardoor er geen sprake is van een "actieve overbloezing" van de binnenstad, zoals in 2008 nog het uitgangspunt was.

Tennet:

Het gebied dat is aangegeven op de verbeelding van het voorontwerpbestemmingsplan ligt buiten de belemmerde strook grond van de ondergrondse 110 kV-hoogspanningsverbinding Zwolle Frankhuis – Zwolle Weteringkade. Deze "belemmerde strook" is afhankelijk van het aantal kabels en de onderlinge afstand tussen de kabels . Als minimale breedte geldt 3,00 meter gerekend vanuit de buitenste hoogspanningskabels. Wij hebben derhalve geen op- of aanmerkingen ten aanzien van bovengenoemd bestemmingsplan.


Reactie gemeente:
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Stichting Huisvesting Gereformeerde Organisaties

Het gaat de Stichting om een aantal punten, namelijk:

  • a. Aan de definitie van "archeologische monumenten" toevoegen dat het om aangewezen monumenten gaat.
  • b. In de bestemming "Waarde-Archeologie" de regel van artikel 22.1 punt b verwijderen.
  • c. Primair de bestemming "Waarde-Archeologie" van de kadastrale percelen gemeente Zwolle sectie E, no's 4727, 4972 en 4977 te verwijderen en secundair deze waarde van de locatie van de gebouwen te verwijderen.
  • d. De bouwhoogte op het perceel Burgemeester Vos de Waelstraat, kadastraal bekend gemeente Zwolle, sectie E no 4972, wijzigen in 13 meter.

Ter nadere uitleg schrijft de Stichting het volgende ten aanzien van punt a:

In de definitie voor archeologische monumenten in artikel 1.9 is opgenomen dat het gaat om terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige vóór tenminste 50 jaar vervaardigde zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden.

Doordat in deze definitie is opgenomen dat de vervaardigde zaken minstens 50 jaar oud moeten zijn trekt onze cliënt de conclusie dat elk willekeurig gebouw dat ouder is dan 50 jaar onder deze definitie kan vallen. De gehele definitie is zo opgesteld dat er een zeer ruime mate van beleidsvrijheid voor de gemeente is. Een bestemmingsplan is er ook om duidelijkheid te scheppen. De formulering van de definitie is dusdanig ruim te interpreteren, dat veel gebouwen ouder dan 50 jaar hieronder kunnen vallen. Onze cliënt is van mening dat duidelijk moet zijn wanneer er sprake is van "schoonheid", "betekenis voor de wetenschap" en "cultuurhistorische waarden". Daarnaast bevreemdt het onze cliënt dat in de definitie geen jaartal staat. Door de term "minstens 50 jaar" komen er elk jaar gebouwen bij die onder de definitie kunnen vallen.

Vanwege de zeer ruime interpretatiemogelijkheden van de definitie voor archeologische monumenten verzoekt onze cliënt op te nemen dat het alleen gaat om aangewezen monumenten. Door de monumenten aan te wijzen is direct duidelijk wanneer er sprake is van een archeologisch monument.


Reactie gemeente:

De definitie voor archeologische monumenten sluit aan bij de gehanteerde definitie van archeologische monumenten in de Monumentenwet 1988. Hierin is aangegeven dat onder archeologische monumenten terreinen moeten worden verstaan welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden. Het gaat daarbij niet om gebouwen, maar veelal om schatten die nog in de bodem begraven liggen. Aanwijzen als monument is dan nog niet aan de orde.

In het bestemmingsplan is, conform de landelijke eisen, vastgelegd dat -wanneer een terrein zal worden verstoord- een rapport moet worden overgelegd, waaruit blijkt dat eventuele bodemschatten kunnen worden veiliggesteld. Om te zien waar de vondstkans het grootst is voor archeologische monumenten een archeologische waarderingskaart opgesteld. (zie paragraaf 2.2.1). De gebieden die volgens de gemeentelijke archeologische waarderingskaart een grote vondstkans hebben (50% of meer) zijn mede bestemd tot archeologisch waardevol gebied (zie kaart 5 in paragraaf 2.2.1).
Bij de regeling voor de dubbelbestemming is nauwe aansluiting gezocht bij de Wet op de archeologische monumentenzorg.

De definitie wordt niet aangepast.

Ten aanzien van punt b:

In artikel 22.1 onder b staat dat archeologische monumenten waarvan de aanwezigheid redelijkerwijs vermoed wordt, behouden moeten blijven. Zoals eerder aangegeven is de definitie van "archeologisch monument" erg vaag. Daardoor kan de gemeente elk willekeurig gebouw ouder dan 50 jaar als archeologisch monument beschouwen op basis van onduidelijke gronden. Daarom verzoekt onze cliënt u dit punt uit de regels te venwijderen. Bovendien is dit punt niet meer nodig als het om aangewezen monumenten gaat.

Reactie gemeente:

Voor een reactie op dit punt wordt verwezen naar hetgeen hierboven is aangegeven in afwijzende reactie om de defintie voor een archeologisch monument aan te passen. Een archeologisch monument gaat niet om gebouwen die kunnen worden aangewezen als rijks of gemeentelijk monument. Aanpassing van artikel 22.1 onder b is dan ook niet aan de orde.

Ten aanzien van punt c:

Volgens onze cliënt is de aanduiding "Waarde-Archeologie" niet juist. In het verleden is de grond van de locaties Burgemeester Vos de Waelstraat 2 tot en met 6 en de grond er direct omheen al verstoord. Hierdoor is de kans dat er nog archeologische waarden in de grond aanwezig zijn nihil. Daarnaast is het niet duidelijk waarop deze archeologische verwachting is gebaseerd. De grond aan de zuidoostzijde van deze percelen is namelijk niet bestemd als archeologisch waardevol. Het is daarom niet duidelijk waarom de grond op de locatie van onze cliënt wel archeologisch waardevol zou zijn. Bovendien is er geen enkele overeenstemming met de archeologische waardenkaart van de provincie die is opgenomen in de omgevingsvisie.

Onze cliënt verzoekt u primair om de dubbelbestemming "Waarde-Archeologie" te verwijderen van de Burgemeester Vos de Waelstraat 2 tot en met 6, danwel deze in overeenstemming te brengen met de archeologische verwachtingskaart van de provincie.

Daarnaast verzoekt onze cliënt u secundair om alle gebouwen te ontdoen van de dubbelbestemming '"Waarde-Archeologie", zoals weergegeven in figuur 1. De ondergrond bij het bouwen van deze gebouwen is al geroerd. Dit betekent dat de ondergrond dieper dan 0,5 meter en met een groter oppervlakte van 100 m^ dermate is verstoord dat deze niet als archeologisch waardevol is aan te merken en er geen archeologische waarde of monument aanwezig zal zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10021-0004_0033.png"

Reactie gemeente:

Zoals in hoofdstuk 3.3 van dit bestemmingsplan is aangegeven, is er beleid vastgesteld in Zwolle hoe om te gaan met archeologisch waardevolle gebieden. Tevens is er een kaarst opgesteld, waarop de archeologisch waardevolle gebieden zijn opgenomen. Op deze kaart zijn ook gebieden opgenomen waar archeoligisch waardevolle vondsten verwacht worden. De kaart is dynamisch en wordt aangepast naar aanleiding van in Zwolle gehouden inventariserende veldonderzoek, waarbij de archeologische verwachtingen worden getoetst.
De dubbelbestemming archeologie voor het de lokaties Burgemeester Vos de Waelstraat 2 tot en met 6 is dan ook niet zomaar opgenomen. Op de lokatie is tegenwoordig de St. Antoniusschool aanwezig. Een van oorsprong L-vormig schoolgebouw in de interbellumstijl uit het jaar 1932 gebouwd onder architect H.J. Voogden.De ervaring leert dat onder gebouwen uit deze tijd nog archeologische sporen aanwezig kunnen zijn. Weliswaar kan een deel verstoord zijn door de aanleg van funderingen in 1932, maar er bestaat de kans op intacte archeologische sporen. Wij hebben ervaring op diverse plekken in Zwolle met het aantreffen van archeologische sporen onder bestaande gebouwen uit die periode. Een voorbeeld is het naburige Fenixterrein, waarbij onder de gebouwen van de voormalige zeepfabriek nog veel archeologische resten aanwezig waren.

Kortom de grond op de betreffende lokaties is weliswaar later veel geroerd, maar dit betekent niet dat er geen archeologische resten meer aanwezig zijn.

In de omgeving van de lokaties is in het verleden op verschillende plekken onderzoek verricht. In 1986 zijn al op de plek van de brandweerkazerne, op de hoek van de Lijnbaan/Harm Smeengekade, waarnemingen verricht en in 2006 en 2010 is op het Fenixterrein uitgebreid archeologisch onderzoek uitgevoerd. Ook aan de overzijde van de Burgemeester Vos de Waelstraat is in 2005 een Inventariserend Veldonderzoek verricht. Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat er op de lokatie sprake is van een natuurlijke dekzandrug waarop 12de/13de eeuwse bewoning mogelijk is geweest. Van deze bewoning is alleen een greppel aangetroffen die waarschijnlijk bij een nederzetting heeft gehoord die buiten het onderzoeksgebied ligt. Waar precies, is niet bekend. De ligging op een dekzandrug maakt bewoning mogelijk vanaf de Prehistorie. Uit het onderzoek is toen gebleken dat een deel inderdaad verstoord was door latere activiteiten, maar dat ook een deel nog intact aanwezig was. Het terrein is daarom na het Inventariserend Veldonderzoek in 2005 vrijgegeven en heeft in het bestemmingsplan geen dubbelbestemming meer. De ligging van de dekzandrug heeft er echter toe geleid dat de lokaties Burgemeester Vos de Waelstraat 2 tot en met 6 nog wel een dubbelbestemming hebben. Dit houdt in dat na sloop of bij een ingreep van meer dan 100 vierkante meter en een diepte van 0.5 meter een Inventariserend Veldonderzoek nodig is. Uit dit onderzoek kan blijken of er verstoringen zijn en in welke mate het gebied verstoord is. Bij het aantonen van ernstige verstoringen zal het onderzoek direct worden gestaakt en beëindigd.

Onze cliënt verzoekt u om de bouw- en goothoogte van Burgemeester Vos de Waelstraat, kadastraal bekend gemeente Zwolle, sectie E, no 4972 te verhogen naar 13 meter Zie voor de ligging van dit perceel figuur 2. In het voorstel voor het bestemmingsplan is opgenomen dat de bouwhoogte 10 meter mag bedragen. Door de bouwhoogte te verhogen naar 13 meter is er een betere aansluiting bij de bebouwing op Burgemeester Vos de Waelstraat sectie E no's 4977 en 4727 mogelijk. Dit komt het stedenbouwkundig beeld ten goede.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10021-0004_0034.png"

Wij vertrouwen erop dat u de reactie van onze cliënt meeneemt in de verdere procedure van het bestemmingsplan Kamperpoort.

Reactie gemeente:

Het verhogen van de bouwhoogte zullen wij niet honoreren. Immers, het verhogen van deze bouwhoogte druist in tegen de cultuurhistorische waarden.

Raad van Toezicht Kamperpoorters:

Wat ons opvalt is dat verschillende panden nu aangeduid worden als 'Wonen" terwijl daar nu nog een andere bestemming op zit. Bijvoorbeeld de panden aan de onevenzijde van de Hoogstraat zijn nu allemaal aangeduid als "Wonen" terwijl daar nu nog bedrijven zoals garage, kapper en horeca gevestigd is. Dit terwijl aan de evenzijde van de Hoogstraat bijna alle panden aangeduid worden met 'gemend' terwijl je hier juist alleen woningen vindt. Als voorbeeld Caf'é De Kippe aan de Hoogstraat, deze staat in het voorontwerpbestemmingsplan aangeduid als "wonen", ook de garage van Bouwmeester aan de Hoogstraat staat aangeduid als "wonen". Dit zijn enkele voorbeelden die ons opvallen. Als Raad van Toezicht concluderen wij dat de gegeven informatie in het huidige voorontwerp niet compleet is en geen goed beeld weer geeft van de werkelijke situatie, dan wel de toekomstige situatie. Om in de toekomst onnodige vertraging i.v.m. bezwaarschriften o.i.d. te voorkomen is het volgens ons noodzakelijk de juiste informatie te vermelden in het plan.

Mochten deze punten aanleiding voor u zijn om met ons in gesprek te gaan, om het plan te verbeteren, zijn wij bereid om hierin mee te denken.

Reactie gemeente:

Bij het leggen van bestemmingen wordt gekeken naar de mogelijkheden binnen het vigerende bestemmingsplan. Daarnaast wordt geïnventariseerd wat het feitelijke gebruik is en of dat gebruik legaal is. Tenslotte wordt een bestemming gelegd die bestaande rechten recht doet en bovendien flexibiliteit geeft in de toekomst.
Wij hebben een aantal panden een medebestemming gegeven met bedrijf of horeca.

Specifiek voor de oostkant van de Hoogstraat geldt dat er in het geldende bestemmingsplan een hele ruime, gemengde bestemming is gelegd. Deze bestemming is daarom overgenomen. Bovendien geeft een ruime bestemming ook een bepaalde mate van flexibiliteit.

Op de westkant van de Hoogstraat ligt in het geldende plan een woonbestemming. Daar waar legaal een andere functie voorkomt, is dit aangegeven met een aanduiding dat die andere functie ter plaatse van de aanduiding is toegestaan. Zo staat er ter plaatse van Hoogstraat 77 een aanduiding dat horeca is toegestaan. De garage aan de Hoogstraat heeft een aanduiding gekregen dat een bedrijf is toegestaan.

Wij zijn dan ook van mening dat geen sprake is van onjuistheden.

VAC

Hierbij laat ik u weten dat het voorontwerpbestemmingsplan Kamperpoort voor de Voorlichting en Adviescommissie Wonen (VAC) Zwolle geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.


Reactie gemeente:
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Veiligheidsregio:

Het plangebied wordt geheel gedekt door de sirenes van het Waarschuwings-en Alarmeringssysteem (WAS).

Reactie gemeente:
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Naast dit bestemmingsplan is ook het bestemmingsplan Katwolderplein - Vogelbuurt in procedure. Ook is vrij recent het bestemmingsplan Irishof vastgesteld waarvan het plangebied grenst aan dat van het bestemmingsplan Kamperpoort. Daarnaast is er voor de Pannekoekendijk sprake van een herstructurering. Ik adviseer u om de diverse bestemmingsplannen en ontwikkelingen binnen en nabij Kamperpoort goed op elkaar af te stemmen.

Reactie gemeente:
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Uiteraard vindt afstemming plaats tussen alle plannen die er spelen binnen dit gebied.

In het plangebied ligt een Bevi-inrichting: het LPG tankstation aan de Rieteweg. In het bestemmingsplan is duidelijk aangegeven wat de risico's hiervan zijn voor de omgeving en welke maatregelen de gemeente heeft gekozen.

Verder geldt voor het gehele plangebied een overstromingsrisico. Dit is voldoende verwoord in het bestemmingsplan.

Uit de risicokaart blijkt dat het plangebied gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van het spoorwegemplacement ligt. Ook ligt een deel van het plangebied binnen het invloedsgebied van een buisleiding.

De belangrijkste risicobron voor het plangebied is het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A28.

Geadviseerd wordt om:

In het bestemmingsplan onder 3.4 Verkeersbeleid te verwijzen naar het gemeentelijk beleid voor prioriteitswegen.

 
Reactie gemeente:
Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast.

In paragraaf 4.2.6 Externe veiligheid het onderwerp bluswater toe te voegen aan de tekst over bestrijdbaarheid bij buisleiding A.

Reactie gemeente:
Het voorliggende bestemmingsplan betreft conserverend plan voor een groot gebied. Als al zou blijken dat er omvoldoende blusvoorzieningen aanwezig zijn, dan is het voorliggende bestemmingsplan niet het instrument om de situatie te verbeteren.

Kwetsbare (gebruiks)functies als nevenfunctie uit te sluiten bij nieuwe ontwikkelingen.

Reactie gemeente:

Het bestemmingsplan is niet het middel om hiervoor aandacht te vragen. Is een zaak tussen ambtenaren van de gemeente op het gebied van openbare orde en veiligheid en en de veiligheidsregio.

De huidige kwetsbare functies bij het opstellen van bedrijfsnoodplan e.d. rekening te laten houden met de scenario's die in de omgeving kunnen optreden bijvoorbeeld door het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A28.

Reactie gemeente:
Het risico op planschade weegt zo zwaar, dat dit advies niet wordt overgenomen.

In overleg met de gemeentelijke brandweer bovenplanse maatregelen te nemen voor zowel de A28 als het spoor.


Reactie gemeente:
Dit advies gaat verder dan in het kader van het bestemmingsplan kan worden geregeld. Om die reden wordt voorbij gegaan aan dit adviespunt in het kader van dit bestemmingsplan.

De informatie op de risicokaart te actualiseren.

 
Reactie gemeente:
Dit is een gemeentelijk aandachtspunt.

De aanwezigen in het plangebied, in het kader van goede risicocommunicatie, te informeren over de risico's die zij lopen en wat zij bij een eventueel incident zelf kunnen doen.

Reactie gemeente:
Dit gaat verder dan in het bestemmingsplan geregeld kan worden.

Met betrekking tot het uitbrengen van dit advies heb ik mij beperkt tot de zaken die betrekking hebben op dan wel gerelateerd zijn aan (externe) veiligheid. Dit advies is afgestemd met de lokale brandweer. Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en politie IJsselland