direct naar inhoud van 4.2 Milieu
Plan: Campherbeeklaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP10020-0004

4.2 Milieu

4.2.1 Geluid

De Wet geluidhinder heeft tot doel de mens te beschermen tegen geluidhinder. In de Wet Geluidhinder worden eisen gesteld aan de toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige gebouwen (zoals woningen) die liggen binnen de geluidszone van een weg. Het plangebied met woningen is gelegen binnen de wettelijke geluidszone van de A28.

Uit een door Alcedo B.V. verricht geluidonderzoek (nr.072004.EW1791 / 28 maart 2008) voor de woningen in de nabijheid van dit plangebied is gebleken dat de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai van de A28 in dit gebied niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De optredende geluidsbelasting bedraagt maximaal 45 dB.

Alhoewel de Wet geluidhinder niet van toepassing is, op de Campherbeeklaan vanwege de lage toegestane rijsnelheid van 30 km/uur, is omwille van een beoordeling van de goede ruimtelijke ordening een geluidsonderzoek uitgevoerd in analogie met de Wet geluidhinder.

Uit de rekenresultaten van het geluidsonderzoek blijkt, dat er door deze 30 km/uur weg, geen onaanvaardbare geluidssituatie in de omgeving optreedt. De maximale gevelbelasting op de beoogde woongebouwen bedraagt 59 dB exclusief de aftrek. De rekenresultaten zijn als bijlage opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan.

Aangezien de bestaande meergezinswoningen worden vervangen door eengezinswoningen, zal het aantal nieuw te bouwen woningen worden gehalveerd. Dit betekent dat dit plan een positieve bijdrage gaat leveren aan het terug brengen van het aantal blootgestelde aan een hogere geluidbelasting dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Derhalve is een geluidbelasting van 59 dB op de gevel van deze vervangend nieuwbouw woningen aanvaardbaar.

Wel wordt bij de bouwaanvraag de aanvrager gevraagd om (in het kader van toetsing aan het Bouwbesluit) voor het hele bouwplan aan te tonen dat het binnenniveau in de geluidsgevoelige ruimten van de woningen 33 dB bedraagt. Dit op basis van de door de gemeente Zwolle berekende gevelbelasting. Dit staat echter los van deze ruimtelijke onderbouwing.

4.2.2 Luchtkwaliteit

Uit luchtonderzoeken die gedaan zijn in het kader van het luchtkwaliteitplan Zwolle (vastgesteld in 2006) blijkt dat er in de huidige situatie, in de periode tot 2010 en in de periode tot 2020 geen overschrijdingen van de grenswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide op de planlocatie te verwachten zijn. Het plan draagt ook niet bij aan een significante verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse. Een luchtkwaliteitonderzoek is daarom niet nodig.

4.2.3 Bodemkwaliteit

Uit het bodeminformatie systeem en het Historisch Bodem Bestand (HBB) van de gemeente Zwolle blijkt niet dat er een ons bekende bodemverontreiniging of een vermoeden van bodemverontreiniging is die de beoogde bestemming en gebruiksfunctie in de weg staan.

Ook uit de onderzoeken die in het kader van het ontwerpbestemmingsplan Berkum zijn gedaan blijkt dat op de betreffende locaties zich geen activiteiten hebben plaatsgevonden/plaatsvinden die bodemverontreiniging vooroorzaken.

4.2.4 Externe veiligheid

Bij externe veiligheid gaat het om de risico's die samenhangen met het produceren, verwerken, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen. Deze risico's doen zich voor rondom bedrijven, waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt (risicovolle inrichtingen), en transportassen (weg, water, spoor en buisleidingen), waarover en/of -doorheen gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Op te merken is dat boven het projectgebied zich een straalpad bevindt dat van de straalverbindingstoren Zwollerkerspel naar Ugchelen loopt. Dit straalpad heeft een hoogteligging tussen 40 en 50 meter. Zoals ook in het ontwerpbestemmingsplan Berkum beschreven levert dit straalpad geen beperkingen op voor de bebouwing die in het tracé van dit straalpad ligt.

Op de risicokaart ian de Provincie Overijssel is te zien dat de projectlocatie geen risico's loopt ten aanzien van bedrijven of transportassen. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de uitvoering van het plan.