direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Diezerpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP10017-0004

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Op rijksniveau is de Nota Ruimte het belangrijkste ruimtelijke beleidskader. In deze nota zijn de hoofdlijnen voor het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd. De Nota Ruimte bevat geen beleid dat direct doorwerkt naar de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied.

3.2.2 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie / Omgevingsverordening Overijssel

De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening vastgesteld. In de Omgevingsvisie is het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan samengevoegd tot één, volledig integraal provinciaal beleidsplan voor de fysieke leefomgeving.

In de Omgevingsvisie staat de zorg voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid centraal. Deze elementen zijn derhalve binnen de hele Omgevingsvisie te vinden.

De buurt Dieze Centrum van het plangebied staat op de ontwikkelingsperspectievenkaart van de omgevingsvisie aangeduid als 'historische kern, binnenstad'. Er wordt gestreefd naar ruimte voor een multifunctioneel milieu gebaseerd op voorzieningen (winkels, cultuur, ov enzovoorts). Versterking van de eigen identiteit gebaseerd op het historische karakter, erfgoed en monumenten.
Tevens zijn in de omgeving van Diezerpoort vestigingskansen voor een kenniscentrum als motor voor een creatief klimaat en kennisinfrastructuur.
Voor het overige deel staat het plangebied aangeduid als 'woonwijk'. De ambitie van de provincie voor 'wonen' is dat er voldoende aanbod is van woningen in een aantrekkelijke woonomgeving om te kunnen wonen. Er wordt gestreefd naar gevarieerde, aantrekkelijk, veilige, schone en goed bereikbare woonmilieus, die voorzien in de woonvraag.

De rijksweg A28 staat aangegeven als autosnelweg en de Ceintuurbaan staat aangeduid als autoweg.

Het Almelose kanaal staat aangegeven als een oppervlaktewaterlichaam van het hoofdwatersysteem. De waterkering langs de stadsgracht is aangeduid als een regionale waterkering.

3.2.3 Gemeentelijk beleid

Structuurplan Zwolle 2020

Het structuurplan dat op 16 juni 2008 door de raad is vastgesteld geeft de gemeentelijke visie op de gewenste sociale, economische en ruimtelijke structuur in 2020 weer. Het Structuurplan verwoordt niet alleen een kwantitatieve opgave, maar heel nadrukkelijk ook een kwalitatieve opgave. De visie wordt uiteengerafeld in programma's voor de verschillende beleidsterreinen. De globale visies op de toekomstige sociale, economische en ruimtelijke structuur zijn uitgewerkt tot de kern van het structuurplan: de plankaart met een beschrijving in hoofdlijnen van de meest gewenste ontwikkelingen voor de komende vijftien jaar. De plankaart geeft zo een integraal beeld van de beoogde functies van stad en ommeland tot 2020.

Op de structuurplankaart is een cirkelvormig gebied om de binnenstad aangewezen als een 'centrumstedelijk gebied'. Dit gebied kent een hoge bruto dichtheid van 50-80 woningen per hectare. De uitstraling is monumentaal en het gaat voornamelijk om gestapelde bouw. De nadruk ligt op een menging met voorzieningen en op intensief gebruik. Er zijn veel regionale voorzieningen: een ruim winkelaanbod, horeca, culturele instellingen, onderwijs en zorg. Het openbaar vervoer is op loopafstand. De vraag naar woningen in dit gebied die het aanbod nu al overtreft, zal steeds verder groeien, omdat de leefstijlprofielen die in dit woonmilieu geïnteresseerd zijn, ook zullen toenemen. De binnenstadsschil is ook uitsteken geschikt als vestigingslocatie voor centrumvoorzieningen die niet passen in de binnenstad. Door het intensiever en/of op een andere manier gebruiken van plekken als de Burgemeester Drijbersingel in de noordschil van de binnenstad en de Bagijneweide kunnen de omliggende oudere wijken beter verbonden worden met de binnenstad.
De rest van het plangebied is voor het overgrote deel aangeduid als 'stedelijk woongebied'. Dit woongebied heeft een 'stedelijk' woonmilieu dat wordt omschreven als een gevarieerd woongebied met de nadruk op compacte voor- en naoorlogse woonmilieus (bruto dichtheid 30-50 woningen per hectare). In de herenhuizen en grondgebonden woonmilieus zijn veel koopwoningen en er is sprake van functiemenging.Er zijn veel regionale voorzieningen zoals onderwijs, zorg en overheidsinstellingen. De naoorlogse buurten bestaan vooral uit gestapelde woningen afgewisseld met grondgebonden woningen. De meeste woningen zijn huurwoningen. Er is veel openbaar groen. De buurten zijn helder van opzet, maar ook vaak sober en eentonig. er is bijna geen functiemenging.

De rijksweg A28 wordt aangewezen als autosnelweg, de Ceintuurbaan als buitenring. De Meppelerstraatweg is aangewezen als fietsroute. Het Almelose kanaal, de singel rond de binnenstad en de Nieuwe Vecht worden aangewezen als water.
Structuurgroen staat aangeduid langs de Ceintuurbaan, de Nieuwe Vecht, de singels rond de binnenstad, het tracé Middelweg, Bisschop Willebrandlaan, Vechtstraat, het tracé Rijnlaan, Hogenkampsweg, het tracé Thomas à Kempisstraat, Meppelerstraatweg en de Van Wevelinkhovenstraat. Het park de Hogenkamp en de begraafplaatsen zijn ook aangewezen als structuurgroen.

In de hoogbouwvisie van het structuurplan wordt het grootste gedeelte van Diezerpoort gekarakteriseerd als 'laag tot middelhoog', in hoogte variërend met overwegend bebouwing in twee tot vier bouwlagen + kapverdieping tot circa 16 meter, op beeldbepalende plekken tot circa 30 meter. Twee stroken langs de rijksweg A28, de eerste gelegen tussen de Burgemeester Roelenweg en de Middelweg en de tweede gelegen tussen de Devotenstraat, Van Schoonhovenstraat, Meppelerstraatweg en de Ceintuurbaan, worden gekarakteriseerd als 'middelhoog tot hoog', in hoogte variërend met overwegend bebouwing tot circa 30 meter, op zeer beeldbepalende plekken tot circa 55 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0054.png"

De kwaliteit en vitaliteit van Diezerpoort moet op peil worden gehouden. Daarom moet er verdere planvorming en uitvoering van de herstructurering van de wijk plaats gaan vinden. Diezerpoort is daarom aangewezen als een ontwikkelingsgebied binnen de stad. het structuurplan zegt daar het volgende over:

Diezerpoort vormt de noordoostelijke schakel naar de Binnenstad met Meppelerstraatweg als belangrijkste drager. De Middelweg vormt een belangrijke dwarsverbinding in de stad. Diezerpoort is een binnenstedelijk gebied, dat sterk aan veranderingen onderhevig is. Deels is het vooroorlogs met onafgeronde stadvernieuwingsprojecten, deels is het vroeg-naoorlogs met herkenbare slijtageplekken. Een belangrijke constatering is ook de grote fragmentatie van de wijk, het valt uiteen in aparte buurtjes gescheiden door infrastructuur. Dit alles is verkend in de Wijkanalyse Diezerpoort. Op basis van deze wijkanalyse zijn bij raadsbesluit van december 2006 speerpunten gedefinieerd met name voor verbetering van de naoorlogse woningbouw in Dieze Oost, versterking van de winkelstructuur van de Tomas à Kempisstraat en het vergroten van de sociale cohesie in de wijk.
In een eerste verkenning zijn kansen tot verbetering van bestaande woonmilieus en herstructurering met nieuwe stedelijke milieu's in beeld gebracht in relatie tot versterking van historische structuren. Ook de Noordschil van de Binnenstad is hierin betrokken. De in beeld gebrachte kansen worden nadrukkelijk ook door partners in de stad gesignaleerd, zoals duidelijk is in de grote dynamiek van particuliere initiatieven die zich in het gebied aandienen. Zo zijn de woningbouwcorporaties aan de slag met hun vastgoed.
Op basis van deze verkenning wordt er een integraal Ontwikkelingsprogramma Diezerpoort opgesteld als kader voor ruimtelijke, sociale en economische revitalisering en vernieuwing. De focus is gericht op het gezamenlijk, met direct belanghebbenden en wijkbewoners te werken aan een prettig leefklimaat in de wijk. Daarbij moet een goed oog worden gehouden op de balans tussen belangen van individuele bewoners van het gebied en de stedelijke belangen. De opgave is te komen tot een gebiedsvisie, die optimale condities schept voor een goed centraal-stedelijk milieu. Hiertoe is het nodig infrastructurele barrières weg te nemen en de aanwezige karakteristieke cultuur-historische lijnen als structurerende dragers te versterken en uit te bouwen. De stedelijke vernieuwing, in al haar facetten, wordt op deze structuur gebaseerd, zoals revitalisering van bestaande woonmilieus en toevoeging van nieuwe woon- en werkfuncties.

Het structuurplan wijst in Diezerpoort de volgende inbreidingslocaties voor nieuwe woningbouw aan:

  • Burgemeester Drijbersingel Oost (Singelkwartier);
  • Diezerpoort in de noordschil van de binnenstad.

De onlangs gerealiseerde woningbouw op het terrein van De Aloë staat in het structuurplan als een locatie voor wijkverdichting aangegeven.

'Diezerpoort ben ik', ontwikkelingsvisie Nieuwstad Diezerpoort 2009 - 2020

Op 11 mei 2009 heeft de raad deze ontwikkelingsvisie vastgesteld. In deze visie worden omschreven:

  • ambities;
  • een historische atlas;
  • opgaven per buurt;
  • opgaven voor de wijk;
  • proces, agenda en organisatie

om te komen tot de eindbestemming 'Nieuwstad Diezerpoort'.
De thema's van de ambities zijn: 'sociaal krachtig', 'levensfase proof', 'gezonde leefomgeving', 'stedelijke pionier: welkom' en 'authentieke wijk'. De opgaven per buurt worden getoetst aan deze ambities. In de opgaven voor de wijk wordt een overzicht van de lopende en toekomstige projecten in de wijk gegeven.
De ontwikkelingsvisie presenteert geen blauwdruk van de wijk in 2020. Hoe de wijk er uiteindelijk uit gaat zien kan nu nog niet worden voorspeld, laat staan bepaald. Wat wel zeker is dat de gemeente en corporaties met deze visie een weg inslaan naar een structurele verbetering van de wijk in een richting die door bewoners en ondernemers in de wijk is aangegeven.

Uitvoeringsprogramma structuurplan september 2009

Geconstateerd wordt dat een visie voor Diezerpoort is vastgesteld ('Diezerpoort ben ik'). De opgaven in Diezerpoort zijn groot. Co-financiering zal nodig zijn en is inmiddels aangevraagd. Daarnaast wordt het verstandig geacht om bij de fasering van de fysieke ingrepen in Diezerpoort in het oog te houden dat het niet wenselijk is een te groot deel van de stad tegelijkertijd tot bouwput te maken. Enige volgtijdelijkheid in de ontwikkelingen van Holtenbroek, Kamperpoort en Diezerpoort lijkt gewenst. Een vertaling van de visie voor Diezerpoort in een of meerdere projectopdrachten moet duidelijkheid geven over fasering, financiering, programma en ruimtelijke samenhang in de ingrepen in Diezerpoort.

Stedenbouwkundig programma van eisen Burgemeester Roelenweg Oost

Op 8 februari 2010 heeft de raad het Stedenbouwkundig programma van eisen Burgemeester Roelenweg Oost (sPvE) vastgesteld. Het doel van dit sPvE is het vastleggen van wensen, eisen en randvoorwaarden waaraan ontwikkelingen moeten voldoen. De totale omvang van het programma komt hierin op circa 24.500 m² bruto vloeroppervlakte (BVO). Het betreft studentenhuisvesting en circa 2.100 m² BVO geclusterde zorgvoorziening. In het project Roelenweg Oost zal een 1-laagse halfverdiepte parkeergarage gerealiseerd moeten worden die benodigd is voor het parkeren ten behoeve van het programma op de locatie zelf. Hierbij zal met betrekking tot het parkeren door de ontwikkelaar ten behoeve van de studenteneenheden een zogeheten campuscontract afgesloten worden zodat aan de geldende parkeernorm wordt voldaan.

'Ontwikkelingskader Gedroomd Diezerpoort'

Op 6 december 2010 heeft de raad als vervolg op de ontwikkelingsvisie 'Diezerpoort ben ik' het ontwikkelingskader 'Gedroomd Diezerpoort' vastgesteld. Hiermee geeft de raad richting en kader aan voor een duurzame versterking van de wijk in sociaal en economisch opzicht.
Gegeven de huidige onzekere economische en maatschappelijke situatie vormt het aangaan van een langjarig commitment in de vorm van een ontwikkelingsprogramma zowel voor de gemeente als voor investeringspartners een te groot risico. Vandaar dat gekozen is voor een flexibeler ontwikkelingskader en een aanpak van 'natuurlijke wijkvernieuwing'. Jaarlijks wordt de situatie opnieuw bezien, worden prioriteiten bepaald en in een door de raad vast te stellen integraal uitvoeringsprogramma met 4-jarige doorkijk vertaald.
Met het begrip 'natuurlijke wijkvernieuwing' wordt bedoeld dat de fysieke, sociale en economische vernieuwing van een wijk niet met behulp van fysieke ingrepen en langs programmatische weg wordt 'gemaakt', maar ontstaat vanuit de inspanningen van wijkbewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarbij vervult de overheid een regierol om de inspanningen samenhang te geven en te doen bijdragen aan de realisering van de gezamenlijke ambities. De effecten van een meer fysieke en programmatische aanpak op leefbaarheid en sociale en economische doelen zijn namelijk vaak teleurstellend gebleken. In deze nieuwe aanpak speelt bewonersparticipatie een belangrijke rol.
Tot 2014 worden in samenwerking met de woningcorporaties de inspanningen hoofdzakelijk gefocusd op Dieze Oost met duurzaamheid als leidend principe. Dit betekent dat gestreefd wordt naar verlaging van de CO²-uitstoot (mogelijk energieneutraal), verlaging van woonlasten voor huurders, verbetering van het wooncomfort en een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Een Duurzaam Diensten Bedrijf Dieze Oost zal worden ingezet als middel om dit doel te kunnen realiseren.

Welstandsnota

Algemeen

De welstandsnota is op 7 juni 2004 door de gemeenteraad vastgesteld. Het doel van de Welstandsnota is het bieden van een toetsingskader voor de ruimtelijke kwaliteit van de stad. De nota kent twee belangrijke gebruikers. Voor de overheid biedt de nota een toetsingskader voor ingediende bouwinitiatieven. Voor de burger biedt de welstandsnota vooraf het kader en de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van nieuwe bouwinitiatieven.

De welstandstoets wordt uitgevoerd op basis van relatieve criteria. Eigen aan het gebruik van 'relatieve' criteria is dat zij niet uitkomen op één resultaat, maar dat zij meerdere uitkomsten mogelijk maken. Relatieve criteria vragen dus om nadere oordeelsvorming, bijvoorbeeld de bepaling dat kleurgebruik van een bijgebouw hetzelfde karakter moet hebben als dat van het hoofdgebouw. Om een goede kwaliteit van de ontwerpresultaten te bevorderen, kunnen er aanvullende richtlijnen worden geformuleerd.

Het bestemmingsplan is altijd kaderstellend voor de welstandstoetsing. Wat in het bestemmingsplan is toegelaten of is voorgeschreven aan bouwhoogte, bouwvolume, functie enzovoorts, kan door het welstandsbeleid niet worden ingeperkt. Soms gaan bestemmingsplannen verder en worden ook regels gegeven voor bijvoorbeeld plaatsing in de rooilijn of voor kappen en dakkapellen. Dan is er sprake van enige overlap met welstand.

Door het relatieve karakter van de welstandscriteria ontstaat er geen strijdigheid met eventuele bestemmingsplaneisen. Bij de herziening van bestemmingsplannen, zoals dit plan voor Diezerpoort, is de aansluiting met de welstandsnota een belangrijk aandachtspunt.

Gebiedsgericht welstandsbeleid

Voor de buurt Dieze Centrum is in de welstandsnota beschrijving nummer 2 'Oudere wijken' van toepassing. Voor de overige buurten geldt gebiedsbeschrijving nummer 3 'Oudere uitbreidingswijken' en voor de binnenring aan de noordzijde van de binnenstad is gebiedsbeschrijving nummer 11 van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0055.png"

Gebiedsbeschrijving

De oudere wijken van de stad zijn : Assendorp, Kamperpoort en Diezerpoort (Dieze Centrum). De bebouwing is ontstaan langs de uitvalswegen van het historische centrum naar Deventer (Assendorp), Kampen (Kamperpoort) en Meppel (Diezerpoort), op de relatief hoog gelegen dekzandruggen.

De wijken worden gekenmerkt door een historische, geleidelijke groei langs oude ontginningslinten.
De oude ontginningslinten zijn duidelijke herkenbaar: de bebouwing is gesitueerd op de gehele kavelbreedte en volgt de rooilijn. Hierdoor zijn er ruimtelijk aaneengesloten wanden langs de straat met een duidelijke perceellering, smalle straatprofielen en een duidelijke scheiding tussen privé en openbaar (geen voortuinen). De wijken worden deels begrensd door de netwerken van spoor, water en hoofdontsluitingswegen, die gesitueerd zijn op de aansluiting met de oorspronkelijk lager gelegen gebieden. Onder invloed van de dynamiek van deze netwerken hebben langs deze randen grootschalige ingrepen plaatsgevonden welke de historische structuur deels hebben aangetast.

In deze wijken is de bebouwing voor een belangrijk deel geënt op de historische structuur. Latere inbreidingen vallen vaak op doordat ze van de oorspronkelijke verkaveling afwijken en het profiel/rooilijn van de straat niet volgen.
De bebouwing is overwegend in één of twee bouwlagen uitgevoerd, de noklijn van de kap is meestal evenwijdig aan de straatrichting. De gevels hebben architectonische details zoals metselwerk accenten, glas-in-loodramen en wisselend kleurgebruik. Bijzonder kapvormen, zoals mansardekap, schilddak en zadeldak vormen accenten in het straatbeeld.

Kenmerken Diezerpoort

Het gebied heeft voornamelijk een woonfunctie, waarbij de historische structuur door latere inbreidingen en vernieuwing op veel plaatsen is aangetast. De bebouwing aan de Thomas à Kempisstraat en Meppelerstraatweg (de historische uitvalsweg naar Meppel) en aan de Vechtstraat (ook een oude lijn), wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van individuele panden met diverse functies. De noordelijke rand, grenzend aan de begraafplaats en de ontsluitingswegen, heeft een groen karakter. Hier bevinden zich diverse bijzondere functies.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0056.png"

Beleidskeuzes

waardering

De oudere wijken worden in hoge mate gewaardeerd als stedelijk woongebied met historische structuren en bouwstijlen en een diversiteit aan functies. De kleinschalige stedelijke structuur, de aaneengesloten rooilijnen, de architectonische details, de directe relatie van de bebouwing met de openbare ruimte en de (historische) relatie met de binnenstad zijn de belangrijkste kenmerken.

dynamiek

Op het niveau van de woning vinden vaak kleine uitbreidingen en veranderingen plaats om de bebouwing aan te passen aan de hedendaagse wooneisen. Op het niveau van de straat vinden plaatselijk nieuwe invullingen plaats ten gevolge van functieverandering.
De nabijheid van het centrum zorgt vooral langs de oude uitvalswegen voor dynamiek.

beleid

  • Het niveau van de welstandstoetsing is hoog.
  • Het beleid is gericht op het behouden en herstellen van de cultuurhistorische karakteristieken van de ruimtelijke structuur, de openbare ruimte en de bebouwing.
  • Voor de in het bestemmingsplan aangeduide cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geldt dat er geen architectonische vormen en details verloren mogen gaan.
  • De oorspronkelijke accenten in het straatbeeld, de bijzondere architectonische details, diverse kapvormen, de hoekoplossingen en de relatie met het openbare gebied vormen het uitgangspunt en de inspiratie bij het ontwerpen.

Overige voor welstand relevante beleidsstukken:

  • bestemmingsplan;
  • reclamebeleid.

Welstandscriteria

Om aan het beleid te voldoen moet de bebouwing zich voegen naar de beschreven kenmerken.
Bij de welstandstoets van een bouwplan in de oudere wijken zijn de volgende criteria van belang.

Plaatsing

  • De perceellering, de positie en de oriëntatie van de bebouwing in de directe omgeving zijn richtinggevend.
  • Bestaande rooilijnen zijn richtinggevend.

Massa en vorm

  • De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving is uitgangspunt bij uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
  • Bij verandering van kapvorm de samenhang binnen de complexen bewaren.
  • In het bouwwerk bestaat samenhang tussen de samenstellende delen van dat bouwwerk.
  • Massa en vorm reageren op de belendende bebouwing.
  • De bestaande kapvorm en kaprichting zijn richtinggevend. Het toevoegen van een extra laag of een kap respecteert het straatbeeld en de architectuur van de hoofdmassa.
  • Bij- en aanbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.

Gevels

  • Bij verbouw en renovatie is respect voor de oorspronkelijke gevelopbouw en is het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik het uitgangspunt.
  • Bij nieuwbouw vormt de bebouwing in de omgeving voor wat betreft stijlkenmerken, materialisering en kleurgebruik het uitgangspunt.
  • De maat en schaal van de gevelindeling wordt gerespecteerd.
  • Er is eenheid in de architectuur van de gehele gevel.
  • Bij verbouw en renovatie wordt zorgvuldig omgegaan met karakteristieken zoals hoekoplossingen, entreepartijen en erkers.

Detaillering, kleur en materiaal

  • De detaillering bij aanpassing, verbouw of renovatie krijgt eenzelfde mate van aandacht als die bij de bestaande architectuur.
  • Bij aanpassing, verbouw of renovatie is het oorspronkelijke kleurgebruik uitgangspunt.
  • Bij nieuwbouw is het oorspronkelijke kleurgebruik in de omgeving uitgangspunt.
  • Bij verbouw of renovatie is het oorspronkelijk materiaalgebruik uitgangspunt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0057.png"

Gebiedsbeschrijving

De oudere, grotendeels planmatige uitbreidingswijken zijn de Veerallee/Katerveer, Dieze Oost en Dieze West, Wipstrik en Pierik. De wijken zijn in aansluiting op de Oudere Wijken (gebied 2) gebouwd op de relatief hoog gelegen dekzandruggen rondom de binnenstad.

De wijken worden gekenmerkt door de planmatige opzet met woningen van verschillende afmetingen. Ze sluiten aan op de ruimtelijke structuur van de Oudere Wijken (2), maar kennen door de planmatige opzet een grotere diversiteit aan openbare ruimte en straatprofielen. De opzet wordt gedomineerd door een hiërarchie in wegen en groenstructuur. De samenhang binnen de wijk wordt sterk bepaald door de scheiding van privé en openbaar: smalle straatprofielen met een stenig karakter en woningen direct aan de straat, of brede straatprofielen met ruime groene voortuinen en lage erfafscheidingen. Verspringende rooilijnen, bijzondere hoekoplossingen en gedraaide kappen vormen de architectonische accenten. De oude verbindingslijnen vanuit de stad zijn duidelijk herkenbaar door de bijzondere architectonische vormgeving van de bebouwing.

De oude verbindingslijnen hebben vanwege de ruime straatprofielen een belangrijke ontsluitingsfunctie gekregen. Hierdoor is de woon- en verblijfskwaliteit verminderd en hebben de woningen een gemengd stedelijk gebruik gekregen (bijvoorbeeld kantoren). Verandering van de bouwmethodiek na de Tweede Wereldoorlog heeft geleid tot een sobere uitvoering van delen van de wijken. Typerend is de herhaling van gelijke bouwmassa’s en verspringing van de woonblokken als ruimtelijke accenten.

De architectuur wordt gekenmerkt door een planmatige aanpak. De vooroorlogse woningbouw kent een ambachtelijke detaillering, de naoorlogse woningbouw wordt getypeerd door systeembouw en sobere detaillering. In het algemeen zijn de kozijnen wit en wordt kleur alleen toegepast op de draaiende delen.
De woningen in één en twee lagen hebben grote kappen met overstek en bijzondere accenten aan de gevel, zoals erkers, loggia’s en gedraaide kappen. De woningen hebben bijzondere metselwerkverbanden in donker rode of zandkleurige steen, en keramische dakpannen in de kleuren rood of zwart.
De erfafscheidingen zijn in samenhang met de woningen ontworpen.
De naoorlogse woningen van twee lagen met kap hebben een verfijnde compositie van massa en dakvorm en een terughoudend materiaal- en kleurgebruik.
De bebouwing in drie of vier lagen met kap en vier lagen met een plat dak worden gekarakteriseerd door bijzondere aandacht voor de balkons, stijgpunten en entree’s. Het materiaal- en kleurgebruik is overwegend eenvoudig en ingetogen.

Kenmerken Dieze Oost en Dieze West

Dieze Oost en Dieze West worden doorsneden door de Middelweg en de daaraan gerelateerde groenzone met voorzieningen.

Dieze West is een woonbuurt met tevens een grote diversiteit aan stedelijke functies. De kleinschalige bebouwing aan de zuidelijke rand vormt een contrast met de grootschalige, solitaire bebouwing langs de Burgemeester Roelenweg, Schuttevaerkade en de Burgemeester Drijbersingel, die deel uitmaakt van gebied 11. De wijk wordt gekenmerkt door verschillende planstructuren van de diverse in- en uitbreidingen.
De bebouwing langs de historische lijnen Diezerenk en Holtenbroekerweg is gesitueerd op de gehele kavelbreedte en de rooilijn volgt het verloop van de weg. De bebouwing is herkenbaar aan het individuele karakter, de verspringende goothoogtes en verschillende dakvormen.

Dieze Oost bestaat overwegend uit een grote variatie van meergezinshuizen in diverse woonblokken in een gevarieerde groene setting. De hoogten variëren van twee lagen met kap tot vier lagen met kap en vijf lagen met plat dak. De seriematige woonblokken langs de historische Meppelerstraatweg vormen een contrast met de individuele panden in Diezerpoort. De overgang naar de rijksweg A28 en de Middelweg wordt gekenmerkt door seriematige woonblokken in een doorgaande groene ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0058.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0059.png"

Beleidskeuzes

waardering

De planmatige opzet van de oudere uitbreidingswijken heeft geresulteerd in bijzonder gewaardeerde woongebieden. De grote diversiteit aan woningentypologieën, openbare ruimte en de samenhangende groenstructuur vormen hiervoor de basis.

dynamiek

Woningen worden door middel van kleinschalige uitbreidingen aangepast aan de veranderende woonwensen.
Door de sterke samenhang in de wijk en de planmatige opzet is de noodzaak voor veranderingen in de wijken gering.

beleid

  • Het niveau van de welstandstoetsing is regulier.
  • Behouden van de samenhangende ruimtelijke structuur van de wijken en de karakteristieken van de bebouwing.
  • Behouden van de samenhangende straatprofielen met verspringende rooilijnen en geïntegreerde overgangen van privé en openbaar (voor- en achtertuinen).
  • Behouden van de architectonische kenmerken van de vooroorlogse woningbouw: de ambachtelijke detaillering, het eenduidig materiaal- en kleurgebruik, de diverse kapvormen met overstek en de bijzondere accenten aan de gevel.
  • Respecteren van de verfijnde compositie van massa en dakvorm en aandacht voor architectonische accenten aan de gevel bij veranderingen aan naoorlogse woningen.
  • Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit en het monumentale karakter van de historische lijnen (Diezerenk, Holtenbroekerweg).

Overige voor welstand relevante beleidsstukken:

  • bestemmingsplan;
  • reclamebeleid.

Welstandscriteria

Plaatsing

  • De perceellering, de positie en de oriëntatie van de bebouwing in de directe omgeving zijn richtinggevend.
  • Bestaande rooilijnen zijn richtinggevend.

Massa en vorm

  • De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving is uitgangspunt bij uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
  • Bij verandering van kapvorm de samenhang binnen de complexen bewaren.
  • In het bouwwerk bestaat samenhang tussen de samenstellende delen van dat bouwwerk.
  • Massa en vorm reageren op de belendende bebouwing.
  • De bestaande kapvorm en kaprichting zijn richtinggevend. Het toevoegen van een extra laag of een kap respecteert het straatbeeld en de architectuur van de hoofdmassa.
  • Bij- en aanbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.

Gevels

  • Bij verbouw en renovatie is respect voor de oorspronkelijke gevelopbouw en is het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik het uitgangspunt.
  • Bij nieuwbouw vormt de bebouwing in de omgeving voor wat betreft stijlkenmerken, materialisering en kleurgebruik het uitgangspunt.
  • De maat en schaal van de gevelindeling wordt gerespecteerd.
  • Er is eenheid in de architectuur van de gehele gevel.
  • Bij verbouw en renovatie wordt zorgvuldig omgegaan met karakteristieken zoals hoekoplossingen, entreepartijen en erkers.

Detaillering, kleur en materiaal

  • De detaillering bij aanpassing, verbouw of renovatie krijgt eenzelfde mate van aandacht als die bij de bestaande architectuur.
  • Bij aanpassing, verbouw of renovatie is het oorspronkelijke kleurgebruik uitgangspunt.
  • Bij nieuwbouw is het oorspronkelijke kleurgebruik in de omgeving uitgangspunt.
  • Bij verbouw of renovatie is het oorspronkelijk materiaalgebruik uitgangspunt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0060.png"

Gebiedsbeschrijving

In de gemengde zones van de stad bevinden zich kantoren, bijzondere gebouwen en voorzieningen, groengebieden en woonbebouwing. Deze zones zijn overwegend nattere gebieden of overgangszones van droog naar nat (waterlopen en weteringen). De dynamiek is sterk afhankelijk van de ligging aan de netwerken van spoor, water en hoofdontsluitingswegen. De ontsluitingskwaliteit van deze netwerken bepaalt het belang van deze zones: van nationaal, regionaal, of stedelijk belang. Door de veranderende betekenis van deze netwerken veranderen de gebouwen en de functies mee. De randen van deze gebieden vormen overgangszones, waar de dynamiek vaak een contrast vormt met de aangrenzende gebieden.

De context van de individuele gebouwen en functies bepaalt veelal de ruimtelijke structuur en het gebruik van het gebied. De samenhang in het gebied is afhankelijk van de ontsluitingsroute en het gebruik van de openbare ruimte. De bebouwing is divers in gebruik en oriëntatie en wisselt sterk in grootte en hoogte. De schaal van de bebouwing, zowel horizontaal als verticaal, wordt bepaald door de ligging in de totale stedelijke structuur. Belangrijk is de identiteit en uitstraling van het gebouw en de relatie met de openbare ruimte.

Kenmerken Binnenring (Burgemeester Roelenweg – Schuttevaerkade – Burgemeester Drijbersingel):
dynamiek op regionaal, en stedelijk niveau.

De binnenring aan de noordzijde van de binnenstad is gelegen op de overgang van droog naar nat gebied. Deze zone kent vooral publieksgerichte dienstverlening en kantoren. De grote schaal van deze gebouwen vormt een sterk contrast met de historische bebouwing van de binnenstad en de kleinschalige bebouwing van Diezerpoort.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP10017-0004_0061.png"

Beleidskeuzes

waardering

De gebieden hebben een bijzondere ruimtelijke kwaliteit, vanwege de ligging in de stad en de goede ontsluitingsmogelijkheden. Grootschalige stedelijke instellingen, voorzieningen en bedrijven gebruiken deze gebieden als representatieve en functionele vestigingsplaatsen.

dynamiek

Door de schaalvergroting van de diverse functies en het veranderende belang van de diverse ontsluitingsroutes, transformeren de functies en/of de gebouwen in de gemengde zones regelmatig.

beleid

  • Het niveau van de welstandstoetsing is regulier.
  • Versterken van de kwaliteit van de gebieden als hoogwaardig stedelijk verblijfsgebied.
  • Respecteren van de diversiteit aan gebouwen en gebouwenensembles.
  • Versterken van de relatie van gebouwen en gebouwenensembles met de stedelijke structuur, de wegen en de langzaam verkeersroutes.

Overige voor welstand relevante beleidsstukken:

  • bestemmingsplan;
  • reclamebeleid.

Welstandscriteria

Om aan het beleid te voldoen moet de bebouwing zich voegen naar de beschreven kenmerken.
Bij de welstandstoets van een bouwplan in de gemengde zones zijn de volgende criteria van belang.

Plaatsing

  • De gebouwen of de gebouwenensembles oriënteren zich meerzijdig op de openbare ruimte.
  • De entreezijde van de bebouwing is herkenbaar vormgegeven en oriënteert zich op de openbare ruimte.

Massa en vorm

  • In het bouwwerk bestaat samenhang tussen de samenstellende delen van dat bouwwerk.
  • Bij- en aanbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.

Gevels

  • Bij verbouw en renovatie is respect voor de oorspronkelijke gevelopbouw en het materiaal- en kleurgebruik.
  • De maat en schaal van de gevelindeling wordt gerespecteerd.
  • Er is eenheid in architectuur van de gehele gevel.

Detaillering, kleur en materiaal

  • De detaillering bij aanpassing, verbouw of renovatie krijgt eenzelfde mate van aandacht als die bij de bestaande architectuur.
  • Bij aanpassing, verbouw of renovatie is het oorspronkelijke kleurgebruik uitgangspunt.
  • Bij verbouw of renovatie is het oorspronkelijk materiaalgebruik uitgangspunt.
  • Bij nieuwbouw zijn het materiaal- en het kleurgebruik zorgvuldig afgestemd op de architectonische verschijningsvorm.

Erfafscheidingen

  • Erfafscheidingen worden terughoudend toegepast;
  • Erfafscheidingen zijn transparant, bij voorkeur uitgevoerd als groen;
  • Bij de toepassing van hekwerken is het gebruik van stijlenhekwerken het uitgangspunt.