direct naar inhoud van Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid
Plan: De Vrolijkheid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09015-0006

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

De Wet ruimtelijke ordening maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten, wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan, projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De zogenaamde “aangewezen bouwplannen” waarbij een exploitatieplan verplicht is en welke zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn:

  • De bouw van een of meer woningen;
  • de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
  • de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1000 m² of met een of meer woningen;
  • de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
  • de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies ten minste 1000 m² bedraagt;
  • de bouw van kassen met een oppervlakte van tenminste 1000 m².

Er is geen noodzaak tot het stellen van regels omtrent woningbouwcategorieën omdat het hier een bedrijventerrein betreft en nieuwe woningen mogen daar niet gebouwd worden.

Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is. Inmiddels is een ministeriele regeling van kracht waarbij wordt gesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen als hiervoor bedoeld maar sprake is van onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan de plankosten op nul gesteld mogen worden.

Het onderhavige bestemmingsplan betreft een in hoofdzaak conserverend plan waarbinnen het merendeel van de bebouwing reeds aanwezig is. Middels dit bestemmingsplan zal slechts een beperkte nieuwe ontwikkelingsruimte ontstaan voor de bedrijven. Hetgeen aan uitbreiding nog mogelijk is, is, onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan, blijft binnen het gestelde in 6.2.1 Bro. Voor zover de gronden nog onbebouwd zijn en hierop nog bedrijvigheid gevestigd kan worden zijn deze eigendom van de gemeente en is kostenverhaal anderszins verzekerd middels opname in de grondprijs.

Concluderend kan gesteld worden dat binnen het plan herstructurering Vrolijkheid geen sprake is van aangewezen bouwplannen, waardoor de gemeente niet in de mogelijkheid en verplicht is om eventuele kosten te verhalen en er derhalve geen verplichting is om tegelijkertijd met het nieuwe bestemmingsplan een exploitatieplan op te stellen.

Ten aanzien van de dekking van reeds gemaakte en nog te maken kosten kan het volgende worden gesteld:

Onder dit bestemmingsplan Vrolijkheid liggen een tweetal exploitatiegebieden, te weten de grondexploitatie Vrolijkheid autoboulevard en een nieuwe grondexploitatie Vrolijkheid herstructurering.

De grondexploitatie Vrolijkheid autoboulevard is opgenomen in het regime van de Meerjaren Prognose Vastgoed (MPV) van de gemeente Zwolle en binnen de MPV 2009 sluit deze exploitatie met een overschot van ruim twee miljoen euro (contant per 1-1-2009).

De nieuwe grondexploitatie Vrolijkheid herstructurering wordt separaat vastgesteld voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. De grondexploitatie Vrolijkheid herstructurering sluit eveneens met een overschot. De reeds gemaakte en nog te maken kosten binnen deze grondexploitatie worden gedekt uit grondverkopen, een provinciale subsidie die is verleenden co-financiering van de gemeente. De co-financiering vanuit de gemeente is opgenomen in de Meerjaren Prognose Vastgoed 2009.

Samenvattend kan worden gesteld dat beide grondexploitaties die onder dit bestemmingsplan liggen met een overschot sluiten, waardoor dit bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.