Plan: | De Vrolijkheid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP09015-0006 |
Geluidgevoelige bestemmingen
Binnen het plangebied worden geen woningen, bedrijfswoningen, ziekenhuizen of andere geluidgevoelige bestemmingen toegelaten met uitzondering van een schoolgebouw, Vrolijkheid Oost (Ossenkamp – Rechterland). Theorielokalen behoren tot geluidgevoelige bestemmingen. Binnen de functie onderwijs zijn praktijklokalen en sportzalen geen geluidgevoelige bestemmingen.
Buiten het plangebied zijn de volgende objecten als geluidgevoelig aangemerkt:
Woonboten (i.c. de woonboten in de Nieuwe Vecht) zijn niet geluidgevoelig in de zin van de Wet geluidhinder. Wel is in de Milieubeleidsvisie nagegaan of er geen ernstige nadelige invloed is op het woon- en leefklimaat.
Geluidbronnen
Wegverkeerslawaai
In verband met de toetsing van de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeer zijn de volgende wegen van belang: de A28, de Ceintuurbaan, de Boerendanserdijk, Rechterland, de Meppelerstraatweg, de Kranenburgerweg, Molenland en Hogeland. Uitgangspunt zijn de verkeersintensiteiten in 2020.
Uit akoestisch onderzoek (zie bijlage) blijkt dat overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde plaatsvinden aan de gevels van het schoolgebouw aan het Rechterland. De geluidsbelasting ten gevolge de A28 bedraagt 50 dB op de noordwest gevel, en de geluidsbelasting ten gevolge van het Rechterland bedraagt 52 dB op de noordoost gevel en 56 dB op de zuidoost gevel. De ten hoogste toelaatbare grenswaarden (53 dB ten gevolge van de A28 en 63 dB ten gevolge van het Rechterland) worden niet overschreden. Ten aanzien van het Rechterland worden geluidbeperkende maatregelen getroffen in de vorm van vervanging van klinkerverharding door asfaltbeton. Nu blijkt dat na toepassing van geluidbeperkende maatregelen de voorkeursgrenswaarde nog steeds wordt overschreden is een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder verleend en als bijlage bijgevoegd.
Cumulatie Wet geluidhinder
Daar de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt overschreden, dient bij een definitieve bouwaanvraag te worden aangetoond dat de gevels van het bouwplan over voldoende geluidwering voldoen. De grenswaarden hiervoor zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Uitgangspunt bij de berekening van de geluidwering van gevels is de gecumuleerde geluidbelasting op de gevels, waarbij de aftrek conform artikel 110g Wgh niet mag worden toegepast. In onderstaande tabel is de gecumuleerde geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer opgenomen.
Gecumuleerde geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer, exclusief aftrek artikel 110g Wgh
Beoordelingspunt | Geacumuleerde geluidsbelasting (Lden) exclusief artikel 110g Wgh | |
001A | Landstede, noordwest | 55 |
001B | Landstede, noordoost | 58 |
001C | Landstede, zuidoost | 61 |
001D | Landstede, zuidwest | 53 |
Industrielawaai
Sedert 1 juli 1993 is bedrijventerrein De Vrolijkheid een gezoneerd industrieterrein. Er bevinden zich in de huidige situatie echter geen bedrijven uit de zwaardere milieucategorieën. De aanwezige bedrijven behoren tot maximaal milieucategorie 3. Binnen de geluidszone bevinden zich enkele bedrijfswoningen. Om een goed beeld te krijgen van de zone wordt verwezen naar kaartje 4.
Op een gezoneerd bedrijventerrein mogen zich in beginsel geen geluidsgevoelige functies bevinden. Deze functies zijn namelijk niet beschermd tegen geluid afkomstig van bedrijven. Op het bedrijventerrein Vrolijkheid bevindt zich inmiddels een onderwijsinstelling, die vooruitlopend op het bestemmingsplan is gerealiseerd. Deze functie is, in ieder geval wettelijk, nu niet beschermd tegen industriegeluid. De geluidzone levert voor de toelating van een nieuwe school een knelpunt op. Ook andere nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zijn op een geluidgezoneerd industrieterrein niet mogelijk. Een oplossing voor deze situatie is om de geluidszone (Wet geluidhinder) door een bestemmingsplanwijziging op te heffen. Dit kan door 'grote' lawaaimakers niet meer toe te laten.
Voorafgaand aan de bestemmingsplanwijziging is een milieugebiedsvisie opgesteld. De Milieugebiedsvisie Vrolijkheid maakt deel uit van de Ontwikkelingsvisie De Vrolijkheid. Conform de milieugebiedsvisie wordt het bedrijvengebied onderverdeeld in drie deelgebieden. Voor elk gebied is een specifiek milieustreefbeeld opgesteld. Milieustreefbeelden zijn ambities vanuit milieu voor gebieden met specifieke ruimtelijke kenmerken. Het gaat om de volgende drie deelgebieden:
Het bedrijventerrein De Vrolijkheid is bestemd voor bedrijven en voorzieningen in de milieucategorieën 1 tot en met 3.2.
Bij de inrichting van De Vrolijkheid is door 'inwaartse' zonering (ook wel 'interne' zonering) gestreefd naar een zo groot mogelijke beperking van de hinder buiten het bedrijventerrein, maar ook binnen het terrein. Zone I van de Milieugebiedsvisie, Vrolijkheid West, is overwegend bestemd voor bedrijven in de milieucategorie 3.1 en 3.2. Geluidgevoelige bestemmingen zijn niet toegelaten. Eén zone, zone II van de Milieugebiedsvisie, is gereserveerd voor gevoelige functies zoals scholen en kinderdagverblijven. Andere gevoelige functies, zoals woningen, bedrijfswoningen en ziekenhuizen zijn niet toegestaan. In verband met mogelijke vestiging van gevoelige functies zijn in zone II van de Milieubeleidsvisie bedrijven en andere milieubelastende functies toegestaan tot en met milieucategorie 3.1.
Zone III van de Milieubeleidsvisie, Vrolijkheid Noord, is gereserveerd voor overwegend bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 3.1 en 3.2.
Uit de onderzoeksresultaten (akoestisch onderzoek door Caubergh Huygen, 8 jan. 2010 en 19 jan. 2010 dat als bijlage onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan) blijkt dat ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen welke gelegen zijn buiten het plangebied de grenswaarden op basis van de vigerende situatie, te weten 50 dB(A) voor woningen op of nabij de grens van de geluidzone en 55 dB(A) voor woningen in de geluidzone, in acht worden genomen. In zoverre is de toekomstige situatie aanvaardbaar.
Ter plaatse van het stedelijke woongebied wordt de grenswaarde op basis van het gebiedsgericht milieubeleid in acht genomen. Ter plaatse van het gebied “stedelijk groen” wordt eveneens de grenswaarde van het gebiedsgericht milieubeleid in acht genomen, met uitzondering van de woonboten in de Nieuwe Vecht. Zoals hierboven aangegeven zijn woonboten niet geluidgevoelig maar dienen wel betrokken te worden in het onderzoek. Gelet op de gelijkblijvende en/of afnemende geluidbelasting ten opzichte van de vigerende situatie wordt de overschrijding van de grenswaarde op grond van het gebiedsgericht milieubeleid aanvaardbaar geacht. Niet onopgemerkt moet blijven dat de geluidbelasting ten gevolge van de Boerendanserdijk op deze woonboten circa 67 dB Lden bedraagt. De geluidbelasting ten gevolge van het industrielawaai is hieraan duidelijk ondergeschikt.
Voorts blijkt dat ter plaatse van Landstede (onderwijsfunctie in plangebied) aan de richtafstanden voor categorie 3.2 bedrijven wordt voldaan. De richtafstand is afhankelijk van het omgevingstype zoals gedefinieerd in de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering. Het omgevingstype voor dit deel van het bedrijventerrein kan worden gedefinieerd als gemengd gebied. Voor categorie 3.2 bedrijven geldt in dat geval een richtafstand van 50 m. De afstand tussen het schoolgebouw en de omliggende bedrijfkavels bedraagt meer dan 50 m, met uitzondering van het terrein ten noorden van het schoolgebouw. Dit is bestemd voor een zwembad. Een zwembad behoort tot de milieucategorie 3.1. Daarvoor geldt een richtafstand van 30 m. De afstand tussen het schoolgebouw en het zwembad bedraagt 35 m.
De cumulatieve geluidbelasting ten gevolge van industrielawaai bedraagt ten hoogste 60 dB(A) etmaalwaarde. Gezien het karakter van het gebied (menging van de functies bedrijven, kantoren en voorzieningen) is een dergelijke geluidsbelasting aanvaardbaar.
Maximale geluidniveaus
Met de herziening van het bestemmingsplan zal er geen sprake meer zijn van een industrieterrein in de zin van de Wgh. Wel zal er sprake zijn van een bedrijventerrein. Gelet hierop is voor de grenswaarde van het maximaal geluidniveau in de toekomstige situatie artikel 2.17, derde lid Activiteitenbesluit van toepassing. Ter plaatse van het onderwijsgebouw geldt een grenswaarde voor maximale geluidniveaus van 75 dB(A) en 70 dB(A) in respectievelijk de dag- en avondperiode. In de nachtperiode is geen sprake van geluidgevoeligheid, het gebouw wordt dan niet gebruikt voor onderwijsdoeleinden.
Ter plaatse van beoordelingspunten binnen het plangebied zijn maximale geluidniveaus bepaald. De resultaten zijn samengevat in onderstaande tabel.
Berekende maximale geluidniveaus ter plaatse van het plangebied Landstede
Beoordelingspunt | Maximale geluidniveaus [dB(A)] | ||||||
dagperiode (07.00-19.00) | avondperiode (19.00-23.00) | ||||||
001A | Landstede, noordwest | 69 | 69 | ||||
001B | Landstede, noordoost | 68 | 68 | ||||
001C | Landstede, zuidoost | 70 | 70 | ||||
001D | Landstede, zuidwest | 70 | 70 |
Bij de gehanteerde uitgangspunten treden maximale geluidniveaus op tot 70 dB(A) in de dag- en avondperiode. Hiermee wordt aan de grenswaarden voor het maximale geluidniveau volgens artikel 2.17, derde lid van het Activiteitenbesluit voldaan.
Opheffen geluidzone
De conclusie op basis van de resultaten van het geluidonderzoek luidt dat het opheffen van de geluidszone geen nadelige gevolgen heeft voor de omgeving van het bedrijventerrein, maar ook geen beperkingen oplegt aan de bedrijven op het terrein voor wat betreft de geluidsbelasting van de individuele bedrijven op de onderwijsfunctie in het plangebied.
Cumulatie Wet ruimtelijke ordening
Voor de bepaling van de cumulatieve effecten van de verschillende geluidsoorten is aangesloten bij de Miedema methode. Daarmee wordt met intervallen van 5 dB(A) een kwaliteitsoordeel aan de woonomgeving gegeven.
In onderstaande tabel is het kwaliteitsoordeel gegeven.
Beoordeling kwaliteit woonomgeving volgens Miedema
Milieukwaliteitsmaat MKM (dB(A)) | kwaliteitsoordeel | Beoordelingspunten directe omgeving plangebied | Beoordelingspunten school |
< 50 50-55 55-60 60-65 65-70 > 70 |
Goed Redelijk Matig Tamelijk slecht Slecht Zeer slecht |
0 6 8 6 12 0 |
4 |
Het kwaliteitsoordeel op grond van de berekende MKM-waarden varieert van redelijk tot slecht
Alle bedrijven in de gemeente Zwolle beschikken over een milieuvergunning op grond van de Wet Milieubeheer of hebben een melding ingediend op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur.
In de regels wordt verwezen naar een staat van bedrijfsactiviteiten die geldig is voor het gebied Deze lijst geeft een indicatie van bedrijven die zijn toegelaten tot milieucategorie 3.2.
De effecten van het verkeer op de A28 en de onderliggende wegen in en rond het plangebied op de luchtkwaliteit na planrealisatie zijn berekend met behulp van het KEMA STACKS + model en getoetst aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Zie bijlage. Daarbij is rekening gehouden met:
Gebleken is dat de jaargemiddelde concentratie voor PM10 zowel in de huidige situatie (2009) als in de toetsjaren 2010, 2015 en 2020 ruim benden de grenswaarde blijft. Dit geldt ook voor het aantal overschrijdingsdagen. De jaargemiddelde concentratie NO2 blijft in alle doorgerekende jaren onder de grenswaarde van 40 ug/m3. De maximale concentratie bedraagt in 2009 35,6 ug/m3. In 2020 is dit afgenomen naar 20,8 ug/m3.
Geconcludeerd wordt dat in het studiegebied zowel voor als na planrealisatie voldaan wordt aan de grenswaarden zoals gesteld in de Wet milieubeheer.
Op bedrijventerrein De Vrolijkheid zijn thans een tweetal gebouwen aanwezig waarin spuitwerkzaamheden plaatsvinden. Het betreft bedrijfspanden van Autobedrijf Sietsma (eigen schadeherstel afdeling) en van EZB (eigen schadeherstel afdeling).
De minimale afstand die moet wordt aangehouden (vanaf het emissiepunt van de afzuiginstallatie tot gevoelige objecten bedraagt 50 m. Dit geldt voor gevoelige objecten in een rustige woonomgeving. Het bedrijventerrein De Vrolijkheid valt onder de gebiedstypering kantoren en voorzieningen, waarvoor een lager beschermingsniveau geldt. Hier geldt een minimale afstand tot gevoelige gebouwen van 30 m.
In het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt onder (geur)gevoelige objecten verstaan: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen. Het nabijgelegen schoolgebouw is derhalve het enige gebouw in de directe omgeving van voornoemde bedrijven, dat is aan te merken als gevoelig. De afstand tot het schoolgebouw bedraagt meer dan 50 m. Een onderzoeksrapport van Caubergh Huygen d.d. 8 jan. 2010 is als bijlage toegevoegd.
Op het moment dat een ontwikkeling of een herziening van een bestemmingsplan op handen is moet rekening worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied. De bodemkwaliteit kan een beperkende factor zijn voor de beoogde functie of de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan. Hiervoor dient in de regel, naast het raadplegen van onder andere het gemeentelijk bodeminformatiesysteem, bodemonderzoek te worden verricht. Daarnaast kan ook gebruik worden gemaakt van een bodemkwaliteitskaart met bodembeheernota en andere bronnen van informatie (Globis, Historisch bodembestand). Het bestemmingsplan en dus het gebruik van De Vrolijkheid zal echter niet fundamenteel wijzigen.
Daar waar evenwel nieuw zal worden ingericht/gebouwd zal de bodemkwaliteit worden getoetst bij de aanvraag van de bouwvergunning. Om toch een idee te hebben van de kwaliteit van de bodem is een inventarisatie gemaakt van de bestaande bodemgegevens van het plangebied De Vrolijkheid afkomstig van het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (Strabis en Globis). Betreffende inventarisatie is opgenomen als bijlage.
Bekend is dat ter plaatse van De Vrolijkheid een omvangrijke verontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl) aanwezig is. Betreffende verontreiniging bevindt zich in het grondwater ter plaatse van de Ceintuurbaan 30 (voormalig Philips-locatie). In het kader van de Visie op de Ondergrond liggen hier kansen een initiatiefnemer en de gemeente Zwolle voor wat betreft de sanering van deze bodemverontreiniging. Door koude/warmteopslag (KWO) en bodemsanering te combineren, valt er een flinke kostenbesparing te realiseren. Naast een CO2 reductie is er ook een aanzienlijke besparing van energie- en saneringskosten te behalen. Gebruik van ondergrondse energieopslag vermindert het energiegebruik en de CO2 uitstoot tot maximaal 80%.
Externe veiligheid heeft betrekking op het beheersen van risico's. Er wordt gelet op het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen in bedrijven alsmede op het transport van gevaarlijke stoffen via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen.
In het plangebied zijn geen risicobronnen gelegen. Het plangebied ligt wel binnen de invloedssfeer van risicobronnen in de nabije omgeving. Het betreft de A28, die is aangewezen als transportroute voor gevaarlijke stoffen en het LPG-tankstation aan de Ceintuurbaan. Het plangebied ligt buiten de invloedssfeer van het LPG-tankstation aan de Boerendanserdijk.
De Ceintuurbaan is niet aangewezen als transportroute voor gevaarlijke stoffen. Er vindt wel transport van gevaarlijke stoffen plaats ten behoeve van de bevoorrading van tankstations. Hiervoor is een ontheffing verleend. Dit geldt ook voor het Rechterland, de Boerendanserdijk en de Oude Meppelerweg.
Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het binnenwater is een risiconormering vastgesteld (Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, Ministerie V&W, Tweede Kamer, 18 juli 2008). Voor bedrijven, die gevaarlijke stoffen opslaan en/of verwerken, zijn risiconormen geformuleerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risico van vervoer van gevaarlijke stoffen of risicovolle bedrijven/activiteiten in relatie tot de omgeving aan te geven. Deze begrippen zijn het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon, die zich in de omgeving van een transportroute voor gevaarlijke stoffen of risicovol bedrijf bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen op die route, dan wel een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een bedrijf. Plaatsen met een gelijk risico worden door middel van zogenaamde risicocontouren op een kaart aangegeven. Voor nieuwe situaties geldt een norm van PR=10-6.
Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is dat tien of meer personen komen te overlijden ten gevolge van een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen in de omgeving van de transportroute, dan wel een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een bedrijf. Het aantal personen dat in de omgeving van de route c.q. een risicovol bedrijf verblijft is dus medebepalend voor de hoogte van het groepsrisico. Het GR wordt weergegeven door middel van een fN-curve. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde is bepaald op 10-2/N2, dat wil zeggen 10-4 /jr voor 10 of meer slachtoffers, 10-6 /jr voor 100 of meer slachtoffers, etc. In alle gevallen moet een toename van het groepsrisico ten gevolge van een nieuwe ontwikkeling worden verantwoord door het bevoegd gezag. Als maatstaf voor het invloedsgebied voor het GR wordt de PR 10-8 contour gehanteerd.
De PR-contouren van genoemde risicobronnen (A28 en LPG tankstation) leveren voor het plangebied geen problemen op. Het plangebied bevindt zich buiten de PR 10-6 contouren van zowel de A28 en als het LPG-tankstation.
Voor wat betreft het GR kan het volgende worden geconcludeerd:
A28
Voor de A28 is het groepsrisico berekend voor zowel de huidige als de toekomstige situatie, zie onderstaande tabel. Het GR ten gevolge het transport van gevaarlijke stoffen over de A28 neemt in zeer geringe mate toe ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan. Door de toename van het transport van gevaarlijke stoffen tot 2020 is de stijging van het GR iets groter. Het GR ligt echter in alle gevallen rond de 10% van de oriëntatiewaarde. Daarmee is de toename van het groepsrisico aanvaardbaar.
Groepsrisico van de A28 ter hoogte van De Vrolijkheid
Normwaarde | % van de oriëntatiewaarde | |
Huidige situatie | 0,00075 | 7,5 |
Huidige situatie - transportcijfers 2020 | 0,00096 | 9,6 |
Huidige situatie – transportcijfers 2020 inclusief maximale toename LPG-transport | 0,00111 | 11,1 |
Na planrealisatie | 0,00083 | 8,3 |
Na planrealisatie – transportcijfers 2020 | 0,00106 | 10,6 |
Na planrealisatie – transportcijfers 2020 inclusief maximale toename LPG-transport | 0,00121 | 12,1 |
LPG Tankstation
Naar aanleiding van een recente verplaatsing van het tankstation is het GR ten gevolge van het LPG-tankstation berekend. Gebleken is dat het GR is afgenomen ten gevolge van de verplaatsing maar nog wel de oriëntatiewaarde overschrijdt. Deze overschrijding is gelet op de aanwezigheid van het aantal personen in het invloedsgebied, de zelfredzaamheid van deze personen, de mogelijkheden van rampenbestrijding en –preventie, en andere voorzorgsmaatregelen aanvaardbaar geacht door burgemeester en wethouders van Zwolle.
Omdat met dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen binnen de invloedssfeer van het LPG-tankstation worden mogelijk gemaakt, zal het GR niet toenemen.
Ook naar externe veiligheid is onderzoek verricht door Caubergh Huygen d.d. 19 januari 2010. Dit is een bijlage bij het bestemmingsplan.
Gelijktijdig met het bestemmingsplan is een m.e.r. aanmeldingsnotitie met beoordeling opgesteld in verband met het zwembad dat op De Vrolijkheid zal worden gerealiseerd. Deze is als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In de notitie is onder meer aangegeven dat het aantal te verwachten bezoekers, gelet op de hoeveelheid zwemwater, circa 270.000 bezoekers zullen zijn. Dit aantal kan worden onderverdeeld in 140.000 recreatieve zwemmers; 35.000 doelgroepen zwemmers; 30.000 instructie zwemmers; 50.000 verenigingen; 15.000 schoolzwemmen.
Voor toetsing van de m.e.r.-beoordelingsplicht moet overeenkomstig de Wet milieubeheer, art. 7.8b, de activiteit op de volgende criteria worden beoordeeld:
Voor de beoordeling is gebruik gemaakt van alle relevante vigerende en toekomstige ruimtelijke plannen (bijvoorbeeld, de aanmeldingsnotitie, de onderzoeken in het kader van de procedure herziening bestemmingsplan De Vrolijkheid, en relevante beleidsuitspraken.
De conclusie in de aanmeldingsnotitie luidt dat er geen bestaande of voorgenomen activiteiten zijn in de omgeving, die kunnen leiden tot een versterking van de milieu-effecten.
Het peil in de, door middel van duikers met elkaar in verbinding staande vijver/watergangen wordt met behulp van een gemaal bij het Zwarte Water op het gewenste streefpeil gehouden. In perioden van langdurige droogte kan water vanuit het Zwarte Water worden ingelaten.
Het (peil)beheer van de vijvers berust bij de het waterschap Groot Salland en het onderhoud bij de gemeente Zwolle.
Duurzaam bouwen
Op 8 januari 2007 heeft de gemeenteraad de Beleidsvisie Duurzaam Bouwen vastgesteld. Het beleid is van toepassing op gebouwen en grond.-, weg- en waterbouw en is erop gericht dat overal een minimaal niveau voor duurzaamheid bereikt moeten worden. Duurzaam bouwen heeft betrekking op de thema's energie, materialen, afval, water, gezondheid en woonkwaliteit. Het minimaal te bereiken niveau van kwaliteit- en duurzaamheidprestaties komt overeen met de toepassing van de vaste, kostenneutrale maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame (Utiliteits)bouw (maatregelen, die altijd technisch goed toepasbaar zijn en in de regel kostenneutraal zijn).
Klimaatbeleid
Het gemeentelijk klimaatbeleid heeft betrekking op de periode 2004-2008. Naast energiebesparing is het beleid gericht op duurzame opwekking van energie. Dit impliceert dat bij het opstellen van stedenbouwkundige plannen ten behoeve van stadsontwikkelingsprojecten (nieuwbouw, herstructurering, etc.) rekening moet worden gehouden met de toepassing van passieve en actieve zonne-energie (zongericht bouwen) en het benutten van omgevingswarmte, bijvoorbeeld koude-warmte opslag in de bodem.