direct naar inhoud van Artikel 36 wro-zone - wijzigingsgebied 1
Plan: Assendorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09011-0004

Artikel 36 wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Verkeer - Erftoegangsweg' wijzigen in bestemmingen ten behoeve van wonen, maatschappelijke voorzieningen, parkeervoorzieningen en erftoegangswegen met bijbehorende voorzieningen indien het gebruik van deze gronden voor parkeervoorzieningen geheel of gedeeltelijk wordt beƫindigd, mits:

  • a. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. de volgende wijzigingsregels in acht worden genomen:
    • 1. op deze gronden mogen - in verband met het streven de woonfunctie in het plangebied te versterken - woningen worden gerealiseerd en/of bebouwing ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen met de daarbij behorende voorzieningen al dan niet met parkeervoorzieningen en al dan niet met een erftoegangsweg;
    • 2. aan de zuidoostelijke rand van dit terrein aan de Van der Laenstraat mag de indertijd geamoveerde gevelwand hersteld worden door bebouwing;
    • 3. aan de westelijke rand van dit terrein aan de Van Karnebeekstraat kan de gevelwand eveneens hersteld worden door bebouwing;
    • 4. een gesloten bouwblok heeft de voorkeur, omdat dit karakteristiek is voor de bebouwingsstructuur in het plangebied;
    • 5. doorgangen door de bebouwing mogen worden vrijgehouden ten behoeve van gemotoriseerd verkeer, deze ontsluitingen mogen worden overbouwd;
    • 6. een erftoegangsweg mag gerealiseerd worden tussen de Van der Laenstraat en de Van Karnebeekstraat;
    • 7. de realisering van bouwwerken voor parkeervoorzieningen is uitsluitend toegestaan indien tevens woningen gerealiseerd worden;
    • 8. de oppervlakte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 60% voor gebouwen ten behoeve van wonen, 60% voor gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en 100% voor gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen;
    • 9. de goothoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 meter voor gebouwen ten behoeve van wonen en gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en niet meer dan 3 meter voor gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen;
    • 10. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 meter voor gebouwen ten behoeve van wonen en gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en niet meer dan 3 meter voor gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het stedenbouwkundig beeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de parkeergelegenheid;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de milieusituatie;
    • 7. de groenstructuur;
    • 8. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.