Plan: | 15e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Van Kregtenweg 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.WB2011000008-VA01 |
De op de verbeelding voor 'Wonen'aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen, met dien verstande dat:
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de ingebrachte bedrijfsbebouwing in het kader van het Rood voor rood beleid geheel is gesloopt.
Voor gebouwen geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie en van het bepaalde in artikel 6.1.
Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen gelden de volgende regels:
Voor bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder begrepen overkappingen, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 7 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van kampeermiddelen, vrijstaande bijgebouwen, gastenverblijven en recreatiewoningen voor permanente bewoning of als tweede woning.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 7 wordt in ieder geval niet gerekend:
De gronden binnen deze bestemming mogen overeenkomstig de bestemmingsomschrijving in artikel 3.1worden gebruikt, onder de voorwaarde dat het inrichtingsplan zoals in Bijlage 1 van de regels is opgenomen binnen 24 maanden na vaststelling van dit bestemmingsplan wordt uitgevoerd, inclusief renovatie van de karakteristieke schuur op het perceel sectie X nummer 561, en het gehele inrichtingsplan in stand wordt gehouden.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden: