direct naar inhoud van 6.3 Verantwoording van de regels
Plan: 13e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Bekkenhaarszijweg 1a
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.WB2011000005-VA01

6.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een wijzigingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit wijzigingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het wijzigingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het wijzigingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Agrarisch - Agrarisch bedrijf (Artikel 3)

Deze bestemming heeft betrekking op de binnen het plangebied aanwezige agrarisch bedrijf. De gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf en met name voor de agrarische bedrijfsbebouwing.

Binnen de tot Agrarisch - Agrarisch bedrijf bestemde gronden mogen de agrarische bedrijfsgebouwen van één bedrijf worden opgericht. Per bedrijf (bouwperceel) mag één bedrijfswoning worden gebouwd, tenzij ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan meerdere bedrijfswoningen aanwezig waren. In het voorliggende geval zijn er al twee bedrijfswoning op het agrarisch bedrijf aanwezig.

De inhoudsmaat van de bedrijfswoning is afgestemd op de provinciale maatvoering in het vigerende plan, namelijk maximaal 750 m3. Ook bij de overige bedrijfswoningen is uitgegaan van deze maximale inhoudsmaat.

De gebouwen mogen uitsluitend binnen de bestemmingsvlakken worden gebouwd. De hoogte van de bouwwerken, die niet als gebouw aangemerkt kunnen worden - waarbij gedacht kan worden aan erfafscheidingen, silo's en hooibergen - mag in zijn algemeenheid 5 meter bedragen. Er zijn echter afwijkende maten opgenomen, bijvoorbeeld voor voedersilo's, mestsilo's en kuilvoerplaten. Verder is een restrictie aangebracht ten aanzien van erf- en perceelscheidingen (2 meter).

Qua bebouwingsmogelijkheden zijn er geen beperkingen opgenomen. Gelet op de aangescherpte regelgeving en de primaire toets dat bebouwing noodzakelijk dient te zijn voor het reële agrarische bedrijf kan een inperking door bijvoorbeeld een bebouwingspercentage op te nemen achterwege blijven.

Afwijkingsmogelijkheden

Ook van de overige hiervoor genoemde regels kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken. Ten aanzien van de opgenomen mogelijkheid voor dubbele bewoning kan worden opgemerkt dat nadrukkelijk gesproken is over "huisvesting van twee huishoudens" (het realiseren van twee wooneenheden binnen één hoofdgebouw) teneinde te voorkomen dat (op termijn) twee zelfstandige (vrijstaande) woningen kunnen worden gerealiseerd. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de afwijkingsmogelijkheden wordt niet alleen het belang van de aanvrager afgewogen, maar ook de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden

Wijzigingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen ten behoeve van het gebruik en de verbouw van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken boerderijen voor burgerwoondoeleinden. Daarnaast biedt deze wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid, om de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf bij gehele of gedeeltelijke beëindiging, te wijzigen ten behoeve van kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van plattelandskamers of -appartementen of in de vorm van groepsaccommodaties, dan wel ten behoeve van de ontwikkeling van een landgoed.

Waarde - Archeologische verwachtingswaarde (dubbelbestemming)

Deze dubbelbestemming is gegeven aan de gronden met een hoge trefkans (gemeentelijke archeologische verwachtingenkaart). De in de planregels genoemde regels gelden naast de bestemmingen die de gronden reeds vanwege hun ligging/gebruik/verschijningsvorm is toegekend. Ter bescherming van de archeologische waarden zijn omgevingsvergunningen (voormalige aanlegvergunningen) opgenomen bij de dubbelbestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde. In verband met (verwachte) archeologische waarden is voor een nader aangeduid gebied een dubbelbestemming opgenomen en is bepaald dat in beginsel een bouwverbod geldt en dat een omgevingsvergunning is vereist voor ingrepen dieper dan 50 cm beneden het maaiveld. Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk wanneer het bouwwerken of -projecten betreft met een oppervlakte van minder dan 2.500 m2.