12e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Enterweg 17

Artikel 2 Regels

2.1 Werking regels bestemmingsplan Buitengebied

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld op 12 januari 2010, zoals vervat in Bijlage 1 Regels bestemmingsplan Buitengebied, zijn op dit bestemmingsplan van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de volgende regels en artikelen.

2.2 Begrippen

De onderstaande in bestemmingsplan Buitengebied opgenomen begrippen dienen als volgt te worden gelezen:

• a. aanlegvergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
• b. ontheffing: een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.

2.3 Specifieke regels in verband met landschappelijke inpassing

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf

Artikel 4 wordt aangevuld met de navolgende bepalingen 4.2.6 en 4.5.3, luidende als volgt:

4.2.6 Voorwaardelijke verplichting.

Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen dient te worden aangetoond dat de aanleg en instandhouding van bomen en andere beplantingen, zoals aangegeven in Bijlage 2 Beplantingsplan, is verzekerd.

4.5.3 Gebruik in strijd met voorwaardelijke verplichting.

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt tevens gerekend het gebruik van gronden voor daar voorkomende bestemming(en) zonder de aanleg en instandhouding van bomen en andere beplantingen, zoals aangegeven in Bijlage 2 Beplantingsplan.

Artikel 7 Agrarisch met waarden - Landschap

Artikel 7 wordt aangevuld met de navolgende bepaling 7.5.3, luidende als volgt:

7.5.3 Gebruik in strijd met voorwaardelijke verplichting.

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt tevens gerekend het gebruik van gronden voor daar voorkomende bestemming(en) zonder de aanleg en instandhouding van bomen en andere beplantingen, zoals aangegeven in Bijlage 2 Beplantingsplan.