direct naar inhoud van Artikel 5 Waarde - Archeologisch monument
Plan: 9e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Smeijersdijk 1
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.WB2011000001-VA01

Artikel 5 Waarde - Archeologisch monument

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Waarde - Archeologisch monument aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van het archeologisch monument, met daarbij behorende andere werken en voorzieningen, met dien verstande dat de kwaliteit van het archeologisch monument van primaire betekenis is.

5.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de onderliggende basisbestemmingen, mag ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch monument niet worden gebouwd, met dien verstande dat dit niet van toepassing is op:

  • a. bouwprojecten met een grondslag van niet meer dan 100 m2;
  • b. activiteiten waarvoor geen of een lichte omgevingsvergunning is vereist;
  • c. bouwprojecten waarvoor een reguliere vergunning is verleend en waarbij een rapport is overlegd waaruit blijkt dat de bescherming van de archeologische waarde in voldoende mate is vastgesteld.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

5.3.1 Afwegingskader
  • a. Een in artikel 5.3 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
  • c. diepploegen en -woelen (maximaal tot 2 m);
  • d. aanleg drainagestelsel;
  • e. aanleg, verbreden, verbeteren sloten/ greppels;
  • f. voor zover grondberoeringen plaatsvinden over een oppervlakte van meer dan 100 m2.
5.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
5.4.3 Afwegingskader

Van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 3.16 lid 1 onder a Wet ruimtelijke ordening is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind

5.4.4 Strijd met bestemming
  • a. Uitvoering van de andere-werken is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.